Hij was nu zeker gelukkiger geweest zonder drie kinderen. Zij vraagt zich nog elke dag af waarom ze moeder is van twee. Kinderen bepalen niet altijd je geluk. Al durft bijna niemand dat hardop te zeggen.

Bezin voor je begint aan kinderen. Ze zuigen alle energie uit je lijf. Sinds ik er heb, ben ik niet meer gelukkig.” Hij vertelde het me aan de toog, na een voetbaltraining. Tussen ons stonden enkel nog glazen bier, we gunden elkaar een inkijk in de diepste krochten van onze ziel. Ik vond het toen een onbegrijpelijke, zelfs hardvochtige uitspraak en sloeg zijn advies in de wind, want ben ondertussen vader van drie. Maar de zin bleef hangen, en tien jaar later begrijp ik hem beter. Het ouderschap is een 24/24-job, je relatie komt op tijd en stond onder hoogspanning, je vrijheid zit in een korset, en je kinderen zijn vaker kwelduivel dan engel. Al zie ik ze doodgraag, en kan ik niet meer zonder mijn drie dochters.

Er zijn echter ouders die oprecht spijt hebben van het ouderschap. Als ze opnieuw mochten beginnen… Alleen zeg je zoiets nooit hardop, en zeker niet tijdens een gezellig familiekransje. Dan is het gejubel over eigen kroost nooit veraf. Mijn kind, schoon kind.

In de anonimiteit van een enquête of internetforum hoor je echter andere stemmen. Het Nieuwsblad stelde vorig jaar aan meer dan duizend Vlaamse gezinnen een aantal opvoedkundige vragen, waaronder ook deze: zou u nog opnieuw aan kinderen beginnen als u wist wat u nu weet ? Eén op de tien ouders zei ‘wellicht niet’. Op het net vind je I regret having children-Facebookpagina’s, met weliswaar een beperkt aantal aanhangers, of blogs zoals dadandburied.com, met artikels als Ten Reasons Why I Hate My Son. Rioollectuur ? Misschien, maar evengoed brengen ze een taboe aan de oppervlakte: “Ik had liever geen kinderen.” Of nog meer beladen: “Ik zie mijn kinderen niet graag.”

GEEN MOEDERGEVOELENS

Knack Weekend vond twee ouders die in alle anonimiteit en eerlijk willen getuigen over die eeuwige twijfel en het ‘wat als ik geen kinderen had gehad’-gevoel. Piet (41, schuilnaam) is vader van twee dochters van twaalf en acht en een zoon van tien. “Ik kwam een vrouw tegen die ik graag zag, en zij had een grote kinderwens. Voor haar dertigste wou ze absoluut kinderen. Ik heb er nooit echt bij stilgestaan, zoals de meeste mannen zeker ? Het is een fabeltje dat je samen beslist om kinderen te hebben. Had mijn vrouw niet gezegd ‘ik wil nu kinderen’, dan had ik vandaag waarschijnlijk nog altijd geen kinderen gehad.”

Bij Leontien (38, schuilnaam), moeder van twee dochters van zes en tien, waren de rollen net omgekeerd. “Ik kreeg mijn eerste kind op mijn 28ste. Ik had een veelbelovende carrière in een faminational, een familiebedrijf dat heel sterk op het buitenland gericht was. Mijn airmiles swingden de pan uit, ik hield van die buitenlandse werktrips. Eerlijk : ik had geen grote kinderwens, mijn echtgenoot des te meer. Hij wou zo snel mogelijk een kind. Net nadat ik bevallen was, voelde ik niets. Geen moedergevoelens, geen verlangen om mijn dochter aan de borst te leggen. Een postnatale depressie, denkt iedereen dan, maar ik voelde dat er meer aan de hand was. De eerste maanden na de geboorte van mijn dochter overheersten angst en onzekerheid. Zeker als je in alle boekjes leest dat de eerste maanden en jaren cruciaal zijn voor de hechting met je kind. Ik was al blij als ze in een wipstoeltje zat en haar mond hield. Het was vooral de papa die babytaal brabbelde en haar motorische ontwikkeling stimuleerde via eindeloze, gekke spelletjes. Ik stopte gauw met borstvoeding – wat me niet in dank werd afgenomen door mijn schoonmoeder – en was heel opgelucht dat ik na drie maanden eindelijk weer aan de slag kon. Ik wist toen al dat ik nooit de opofferingsgezinde, altijd beschikbare moeder zou kunnen zijn die ik overal rond mij zag.”

De druk om kinderen te hebben is vanuit de maatschappij veel groter dan we vaak vermoeden, vinden ze allebei. Ze wordt niet echt uitgesproken, maar ze is er wel, onderhuids. Piet : “Het stoort me enorm dat kinderen op een piëdestal worden gezet, en dat er een aantal maatschappelijke verwachtingen gecreëerd worden die niet stroken met de realiteit, en waarover je niet mag praten. Er heerst bijvoorbeeld de dwanggedachte dat je leven maar volmaakt is als je kinderen hebt. Ik heb één zus die kinderloos is, en mijn moeder pusht haar nog altijd : ‘Je gaat me toch kleinkinderen bezorgen ?’ Diezelfde houding vind je in de hele maatschappij terug. Alsof je geen uiterst zinvol leven kunt hebben zonder kinderen. Op dit moment is de stress die ze me bezorgen veel groter dan het plezier dat ik aan hen heb.”

GELUKKIGER ZONDER

Leontien heeft ondertussen twee dochters van zes en tien. “Het leek vooraf een uitgemaakte zaak dat er een tweede zou volgen. Ik voelde enorm die sociale druk van buitenaf, in de eerste plaats van mijn schoonfamilie. ‘Allez, je gaat je dochter toch nog een broertje of zusje geven ?’ Nu pas besef ik dat ik nooit zelf die keuze bewust heb gemaakt, laat staan dat ik erachter stond. Mijn man heeft zijn carrière deels opgeofferd voor de kinderen en werkt al enkele jaren vier vijfde, ik ben nog steeds fulltime aan de slag. Hij is bijzonder graag bij de kinderen, en ik heb hem altijd die vrijheid gegeven (lacht). Dat kun je me in ieder geval niet verwijten. Ik heb nooit gepretendeerd dat ik het beter wist dan de papa. Mijn werk is een veilige thuishaven, waar ik even verlost ben van de dagelijkse zorgen en het eeuwige gezaag van mijn kinderen. Ik hoor nog wel moeders klagen op het werk over de hele rimram, maar ze keren ’s avonds allemaal graag terug naar hun kinderen, althans dat denk ik toch.”

Volgens Piet is er een soort stilzwijgende, samenzweerderige alliantie van de mensen met kinderen tegenover de mensen die nog geen kinderen hebben, om vooral te zwijgen over alle schaduwzijden die bij kinderen horen. “Bij je eerste kind weet je helemaal niet wat je te wachten staat, pas na een aantal maanden gaan je ogen open en dan zeggen ze : ‘Ik had je gewaarschuwd’, terwijl iedereen zijn mond had gehouden. Eén ding is zonneklaar : ons ‘kindergeluk’ is overroepen. Ik was waarschijnlijk gelukkiger geweest met mijn vrouw indien we geen kinderen hadden. Negenennegentig procent van de meningsverschillen met mijn vrouw zijn rechtstreeks gelinkt aan de kinderen. Kinderen zijn ook de beste anticonceptie. Je komt als koppel gewoon niet meer aan knuffelen of seks toe met drie kinderen die constant alle aandacht opeisen…”

“Mijn vrouw en ik passen goed bijeen, maar we hebben veel opvoedkundige meningsverschillen. Zij is toleranter, ik ben veel strenger. Het is zo belangrijk om aan hetzelfde zeel te trekken, maar dat doen we niet. Mijn zoon is lui en ongedisciplineerd. Ik heb het er heel lastig mee, zowel met zijn schoolresultaten als met zijn gedrag. Ik hou mijn hart vast voor de toekomst. Soms zegt mijn vrouw dat ik hem niet graag zie, omdat ik hem wat kordater wil aanpakken. Maar dat klopt niet, ik zie mijn kinderen wel degelijk graag. Alleen wil ik als ouder kunnen zeggen : zo ga je dat doen omdat ik het zeg, omdat ik je vader ben. Maar dan wordt al met de kinderrechtencommissaris gedreigd.”

MARKETING VAN KINDERGELUK

Kindergeluk wordt opgehemeld, tijdens familiefeestjes, maar evenzeer op televisie, via slimme reclamespots, die kinderen benaderen als consumensjes. Dat gevoel overheerst bij Piet en Leontien. Piet : “Kindergeluk wordt enorm vermarkt, dat vind ik ziekelijk. Reclameboys leren hen van kindsbeen af wat ze kunnen kopen om de coolste van de klas te zijn. Kinderen hebben veel te veel keuzemogelijkheden : op tv, in de supermarkt enzovoorts. Dat is bijzonder moeilijk om mee om te gaan, ik word er zelf ook doodongelukkig van als ik in de supermarkt uit acht lopende meter smeerkaas moet kiezen. Onze kinderen zijn rotverwend. Daar hebben we zelf schuld aan. We willen ze alles aanbieden : van tekenles over pianoles tot de sportacademie en de scouts. Worden ze daar echt beter van ? Ik weet het niet, maar wat ik wél weet, is dat de hele organisatie van die extra activiteiten een enorme dosis stress creëert voor ouders én kinderen. Ook die eindeloze spelletjes op consoles, computers en gameboys van deze wereld brengen zoveel ruzies en stress mee : je merkt dat hun blikveld versmalt terwijl ze in de zetel hangen, en je kunt echt van verslaving spreken. Als het van mij afhing, ik kieperde ze allemaal buiten.”

Ook Leontien ergert zich ongelooflijk aan de cadeaus die haar kinderen aan de lopende band krijgen, vooral van familie. “Via televisie en de smartphonedictatuur worden ze voortdurend het hof gemaakt door slimme reclame. Maar ik betrap mezelf ook op het feit dat ik mijn schuldgevoel – omdat ik te weinig tijd met hen doorbreng – afkoop via verwennerijen, zoals een weekendje Euro Disney, terwijl we veel beter elke zondag een boswandeling zouden maken met het hele gezin.”

Kinderen verrijken je leven, dat krijgen we mee, met de paplepel. Dat lezen we ook voortdurend in de boekjes. Leontien zucht. “Dat hoor ik nu al tien jaar, maar dat gevoel heb ik zelden of nooit. Ze maken me eerder dommer. Ik haat het als schoonzusters of nichten tijdens familiefeesten urenlang zaniken over luiers, slaaprituelen, de verkoudheid van hun spruit of gezonde voeding. Wanneer ik dan in een onbewaakt moment opeens zeg dat ik ook wel eens over iets anders wil keuvelen, zie je meteen de verongelijkte blikken.”

Piet : “Op feestjes of barbecues waar volwassenen en kinderen samen aan tafel zitten, erger ik me steeds wanneer de onderwerpen van conversatie door de kinderen worden gedicteerd. Ik kan me geen levendige of, mag het nog, intelligente discussie herinneren over een ‘belangrijk’ onderwerp met kinderen aan tafel. Je wordt als volwassene automatisch tot kinderpraat gebracht met kinderen. En we vinden dat allemaal normaal.”

“Drie kinderen, dat kost ook handenvol geld. We werken ons met tweeën te pletter, maar reisjes of uitgaven om je partner of jezelf eens te verwennen zijn er al lang niet meer bij. Beetje bij beetje brokkelt je relatie daardoor af. Zelfs simpelweg eens uit eten gaan kunnen we niet meer betalen. Ik vraag me écht af hoe eenoudergezinnen met drie kinderen de eindjes nog aan mekaar kunnen knopen.”

GEFNUIKTE CARRIÈRES

De vraag rijst, onontkoombaar : zou je gelukkiger (geweest) zijn zonder kinderen ? Zo’n vraag beantwoord je niet lukraak. Ze beantwoorden is je blootgeven. En je blootstellen aan die andere die klaarstaat om je neer te kogelen voor zoveel egoïsme. Leontien doet een poging : “Toen ik nog kinderloos was, was ik gelukkiger, dat weet ik zeker. Vroeger had ik een gevarieerd sociaal leven, maar dat is in rook opgegaan. Ik zou zo graag opnieuw meer sporten, salsa dansen, mezelf ontplooien, om een duur woord te gebruiken. Maar mijn kinderen komen altijd op de eerste plaats, ze eisen die plaats ook op. Ik merk dat mijn man daar zoveel minder last van heeft. Hij houdt ook van gezellig thuis zijn met de kinderen, terwijl ik voortdurend mijn vleugels wil uitslaan. We doen niets avontuurlijks meer samen. Vroeger gingen we samen kajakken, of rotsen beklimmen. Hij kan zich zo gemakkelijk wegcijferen voor zijn kinderen, ik heb daar veel meer moeite mee. Steeds vaker steken schuldgevoelens de kop op. Dan voel ik me een heel egocentrisch persoon die enkel haar eigen verlangens wil bevredigen.”

Ook Piet hoedt zich voor al te veel simplificering, want die ligt altijd op de loer bij zo’n vraag. “Zoveel vaders rondom mij zijn op dit moment ongelukkig, maar niemand durft het hardop te zeggen. Sommigen spelen hardnekkig de ideale vaderrol, maar ik geloof ze negen op de tien keer niet. Ik heb zelf veel te weinig tijd om mijn eigen projecten te realiseren. Je kunt dit egoïsme noemen, maar door de maatschappij word je wél geacht om jezelf maximaal te ontplooien, en tegelijkertijd eist ze die ongebreidelde, bijna onuitstaanbare aandacht voor de kinderen. Drie kinderen is een fulltime job, als je dat goed wilt doen. Drie kinderen is dubbel zoveel werk als twee kinderen. Het is een kwantumsprong verschil. Elke zomer ben ik een week alleen thuis. Daar kijk ik zo erg naar uit dat ik me bijna schuldig voel. Het is mijn vakantie, al werk ik in die week vaak keihard. Eerlijk ? Ik mis mijn kinderen dan geen seconde. Ik ben vooral blij verlost te zijn van de eeuwige ruzies en het nooit aflatende gekrijs in huis.”

Volgens Piet hadden koppels vroeger een duidelijkere taakverdeling : er was iemand die voor een inkomen zorgde, en er was iemand die voor de kinderen zorgde. Daardoor lagen de zaken volgens hem net iets eenvoudiger. “Pas op, ik wil helemaal niet dat mijn vrouw thuisblijft, en ik zeg niet dat vrouwen niet mogen gaan werken. En neen, ik wil al helemaal niet terug naar de jaren vijftig. Maar die fulltime job om drie kinderen op te voeden, wordt nu uitgesmeerd tussen de partners die allebei uit werken gaan. En heb je geen ouders, schoonouders, tantes of betalende hulp in huis, dan moet minstens één van de twee zijn carrière opgeven, en in de praktijk meestal allebei een stuk. Mijn vrouw kon een glansrijke carrière uitbouwen, maar werkt vandaag onder haar capaciteiten, en ik had het ook verder kunnen schoppen. Alleen ziet zij de bevestiging van haar leven in haar kinderen. Voor haar vormen onze kinderen haar opperste geluk, voor mij niet. Soms maken mijn kinderen mij ongelukkig, maar soms maak ik mijn kinderen ook ongelukkig, en ik besef dat ik hen dat laat merken. Dat is best een knagend gevoel. Mocht ik op dit moment in mijn leven mogen kiezen, dan kies ik ongetwijfeld voor een leven zonder kinderen. Wat niet wil zeggen dat ik ze niet graag zie.”

ZELFREDZAME KINDEREN

Het taboe is groot. Veel te groot om openlijk over te praten met anderen, tenzij met enkele zielsverwanten. Piet praat er soms over met één vriend, die in een vergelijkbare situatie zit. Leontien idem dito. “Soms, op een heel slechte dag, twijfel ik zelfs of ik echt van mijn kinderen hou, al durf ik dit nauwelijks hardop uitspreken. Ik heb wel zin om over dat gevoel meer te praten, maar dan stel ik me heel kwetsbaar op. Ik ben bang dat anderen hun mond niet kunnen houden, of mijn verhaal bagatelliseren. Ik ken heel weinig mensen die een geheim kunnen bewaren.”

“Toen ik in 2009 het boek Hypermama las van de Nederlandse schrijfster Sanne Bloemink, voelde ik me voor het eerst gesteund en getroost. Zij schreef vanuit New York over haar moederschap met een bijzondere nuchterheid en zelfspot en stak van leer tegen hypermama’s. Dat zijn übermama’s die hun kinderen overbeschermen en ze continu vrijwaren van ziektes en gevaren die op de loer liggen. Ze cijferen zich volledig weg voor hun kinderen.”

En dat mag je nu net niet doen, volgens beide ouders. Piet : “We kweken een generatie die ongelooflijk in de watten gelegd wordt, maar eenmaal ze volwassen zijn, worden ze niet meer gepamperd en krijgen ze op hun gezicht. Geef kinderen een minder centrale plaats in de maatschappij en maak ze zelfredzamer. Zo creëer je ook voldoende tijd voor je eigen ontplooiing, terwijl je kinderen beter hun plan leren trekken.”

Misschien schuilt in die slotnoot het geheim om ook mét kinderen gelukkiger te worden.

DOOR SAM DE KEGEL & ILLUSTRATIE SEBASTIAAN VAN DONINCK

Piet: “Zoveel vaders rondom mij zijn op dit moment ongelukkig, maar niemand durft het hardop te zeggen”

Leontien: “Soms, op een heel slechte dag, twijfel ik zelfs of ik echt van mijn kinderen hou”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content