Als kind wist ik al dat ik regisseur zou worden. Toen ik zes was, voerde ik schaduwspelen op, op mijn veertiende schreef ik in 27 kranten een column over showbusiness. Ik werd er niet voor betaald, maar mijn stukken openden de deuren van alle theaters en bioscopen.

Films maken is een obsessie. Toen ik in 1971 met Charles Bronson in Napels The Mechanic draaide, werd ik weggeroepen omdat mijn vader stervende was. Ik antwoordde dat ik bezig was en bleef filmen. Mijn vader stierf pas maanden later.

Een regisseur is een passionele gek. Heeft oog voor detail en is bereid lang wakker te blijven. Anders hou je het niet vol.

Regisseren werkt verslavend. Orson Welles sprak van de mooiste speeltuin ter wereld. Je zit in een stoel met je naam erop en als je “Act” roept, gaan de beste acteurs ter wereld voor je aan het werk. Anderen zien het resultaat op het scherm, zelf maak je het live mee.

Wij deden het zonder computers en zonder trucage. Als een stuntman met zijn auto uit een raam van tweehoog naar beneden stortte, riep ik “Cut” en gingen we kijken of hij het overleefd had.

Elke film is een groot succes. Tot hij in de zalen vertoond wordt.

Marlon Brando was een briljante acteur, maar ook een uitzonderlijke mens. Hij gaf me een opmerkelijk compliment : “Michael Winner is de enige mens die ik ken die me niet aanspreekt zoals hij denkt dat ik verwacht aangesproken te worden.”

Het doel van het leven is de verveling te ontlopen. Oudere regisseurs die moeten plaats maken voor jongeren zitten thuis te huilen. Ik zei tot mezelf ” Get going”, stapte in de restaurantkritiek en begon aan een nieuwe carriĆØre.

Het beste eten werd tijdens en kort na de oorlog geserveerd. Ze noemden het meat and two vegs. Maar je kreeg wel het beste vlees, de beste groenten en de beste aardappelen op je bord. Niet chemisch behandeld of opgefokt, maar wel authentiek. Daar kan het beste restaurant van vandaag niet tegenop. Ook niet Den Gouden Haerynck in Brugge, een van mijn favorieten.

Ik hoef geen gele strepen en rode toefjes op mijn bord. Ik wil lekker eten en dat kan vaak eenvoudig. Ik kan geen chemische analyse maken van de producten. En dat hoeft ook niet : in de Sunday Times wordt mijn column wekelijks door meer dan drie miljoen lezers gesmaakt. Omdat ik gedreven stukken maak en ze me vertrouwen.

Ik krijg mijn restaurantrekeningen niet terugbetaald van de krant. Dat laat me toe mijn ding te doen en er duidelijk over te berichten. Vervolgens selecteer ik de meest negatieve lezersbrieven om mijn column te illustreren. Dat zorgt voor meer fun en maakt me tot de meest gelezen restaurantbezoeker ter wereld.

Chefs zijn hun plaats vergeten. Ze moeten zich niet als tv-sterren gedragen , maar achter het fornuis staan en hun mond houden. Het resultaat van hun werk proeven we wel in het bord.

Michael Winner (74) draaide meer dan 40 films en is restaurantcriticus voor ‘The Sunday Times’. Hij werkt voor ITV aan een reeks over hobbykoks. Zijn ‘Dining stars’ komt er vanaf 26/02 op het scherm.

DOOR PIERRE DARGE – FOTO ROB WALBERS

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content