Senior vice-president Tommy Hilfiger Europe (40)

Ik ben geboren in Brasschaat. Toch voel ik me geen Belg. Op mijn negentiende woonde ik vier maanden in Sjanghai, en nadat ik Bellerose had opgestart met Patrick Van Heurck, werkte ik negen jaar bij Ralph Lauren in Parijs. Nu pendel ik tussen Amsterdam en New York, als directeur van de Europese mannendivisie van een Amerikaans bedrijf. Daarnaast hebben we een gastenverblijf in Marrakech. Ik pas me makkelijk aan.

Mijn vader was de eigenaar van het Modepaleis. Toen ik op het jezuïetencollege zat, maakte ik mijn huiswerk tussen de naaimachines. Ik was 25 toen hij overleed en de vader van Dries Van Noten de zaak kocht.

Een perfect maatpak is pure magie. Ik draag niets liever. Ik hou van mooie objecten, en dus ook van alles wat een pak uniek maakt : de stof, het silhouet, de schouderlijn, de breedte van de revers. Veel mannen hebben daar geen idee van, al verandert dat wel. Mijn vader had een goed seizoen als hij duizend pardessus verkocht, nu wordt persoonlijke stijl veel belangrijker.

Mijn vrouw woont in Antwerpen met de kinderen. Ik zie ze alleen in het weekend, maar we zijn dan ook negentien jaar samen. Voorlopig houdt de groei in het bedrijf me hier. Laurence is mijn soulmate en bekijkt het leven op dezelfde manier, ook al is ze met iets totaal anders bezig, ze is psychotherapeute. En wat geborgenheid betreft… het is niet huisje-tuintje-keuken, maar veel huisjes, tuintjes en keukens.

Amerika achtervolgt me. Mijn ouders stuurden me als kind op vakantie naar New York en Connecticut, en die indrukken blijven hangen. Ik liep als tiener de museums van Manhattan af en leerde er architecten als Frank Lloyd Wright kennen. Als ik daar ben, wil ik de beste Europeaan zijn, en hier adopteer ik de Amerikaanse denkwijze. Ik neem van alles het beste, en daaruit vorm ik een evenwicht.

Een idee hebben van je verleden en je toekomst û dat vind ik mooi. De kijk op Amerika is veranderd, maar het diepe zuiden, staten als South en North Carolina, is fascinerend. Hoe mensen zich er achter dezelfde ideeën scharen, hun opportunisme en hun fierheid, dat is Europeanen vreemd.

Ik geloof niet echt in talent. Ik heb meer bewondering voor wilskracht, talent op zich is er genoeg. Het gaat erom wat je dóet. Dat is wat je op deze stoel het hardst nodig hebt : lef om ideeën te hebben zonder te twijfelen. Daar is in deze business geen tijd voor. Alles moet voortdurend nieuw zijn. Dat gold al in het Modepaleis. Waarom winkelen mensen ? Omdat ze iets nieuws willen.

Een bedrijf staat of valt met zijn menselijk kapitaal. Met hoe mensen zich voelen en hoe ze evolueren. Als bedrijfsleider moet je soms keihard zijn, maar vooral mensen stimuleren en helpen om geen fouten te maken. Op dat vlak heb ik een groot verantwoordelijkheidsbesef. We krijgen carte blanche om onze eigen koers te varen en met eigen ontwerpen in te spelen op de lokale markt. Dat is uniek, Amerikanen willen vaak zelf de lakens uitdelen, als een sheriff.

Dagdromen is genieten. Op kantoor staar ik soms naar het park en de bomen buiten. Veel mensen denken dan dat ze iets fout doen, maar voor mij is dat geen tijdverlies. Ik heb ook een grote witte bank voor power naps. Dan sluit ik een halfuur de ogen. Als je dingen even loslaat, heb je nadien vaak een nieuwe kijk.

Ik kan heel loyaal zijn aan een idee. In iets geloven en het uitbouwen, dat is geweldig. Tegenslagen houden me niet tegen. Bad news first is mijn filosofie, en zo houden we ook onze meetings. Als je slecht nieuws onder ogen durft te zien, kan het nadien alleen maar beter gaan.

Ik ben veertig. Ik heb een groot feest gegeven in Café Alma, een studentencafé in Antwerpen, maar ik sta er niet bij stil. Ik voel me kiplekker, zowel in het bedrijf als privé. Ik zwem elke ochtend in het Zuiderbad, ik sta op zonder wekker. Succes is ook een woord dat ik zelden gebruik. Dit is maar het begin, denk ik wel eens. Er valt nog zoveel te doen.

Tekst Wim Denolf I Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content