Miami heeft als regio veel meer te bieden dan haar befaamde beach. Cultuur, architectuur en natuur floreren er in een boeiende diversiteit. Tot op het laatste eilandje: Key West.

Het is even verwarrend in welke taal je je moet uitdrukken, wanneer je in de grootste stad van Dade County aankomt. Aan de uitgang van Miami’s luchthaven beland je in een kakofonie van creoolse, Spaanse, Amerikaanse, Portugese, Franse en Italiaanse conversaties. De stad zelf huisvest een vreemde mengeling van Caraïbische inwijkelingen, gepensioneerden die een warmer oord opzochten, orthodoxe joden, artiesten, modellen, rijke zakenlui, filmproducenten… Sinds de Spanjaarden deze regio koloniseerden in de zestiende eeuw, is het een toevluchtsoord voor bannelingen, vluchtelingen en dromers. Met zijn 9 miljoen bezoekers per jaar, op een bevolking van slechts 2 miljoen inwoners, is groot Miami tegenwoordig een ware trekpleister voor toeristen geworden. Geïntrigeerd door de aantrekkingskracht die de stad op deze mensen uitoefent, ga ik op zoek naar de achterliggende redenen.

Wanneer ik over de Mac Arthur Causeway het langgerekte eiland van Miami Beach tegemoet rij, valt het gevoel van onveiligheid weg. In de achteruitkijkspiegel zie ik de schitterende skyline van downtown Miami. De architecturale pronkstukken van kantoorgebouwen gloeien door de avondzon op als goud. In België werd ik overstelpt met raadgevingen en thrillerscenario’s van carjackers, pickpockets, gangsters en verkrachters. Even twijfelde ik eraan zelf een auto te besturen om de omgeving te verkennen, maar ter plaatse blijkt dat de autoriteiten alles in het werk hebben gesteld om de vakantiegangers een onbekommerd verblijf te bezorgen. De grote oranjekleurige zon op de wegwijzers duidt de veilige toeristische routes aan, waar politiewagens vaker patrouilleren. Zo blijf je uit de “gevaarlijke” zones.

South Beach, het zuidelijke deel van het Miami Beach-eiland, straalt onbekommerde rust uit. De sorbetkleuren van het Art Deco District dompelen je meteen in het gevoel van laisser faire van de Amerikaanse Rivièra. Achthonderd historische gebouwen zijn er schitterend gerestaureerd. De sterke ultraviolette stralen benadrukken de pasteltinten die kunstenaar Leonard Horowitz in de jaren tachtig op de gevels introduceerde.

In deze wijk vind je de grootste concentratie van art-decogebouwen ter wereld. Ze werden in de jaren twintig en dertig gebouwd, nadat een orkaan in 1926 Miami Beach met de grond gelijkmaakte. Bij de heropbouw werd de wijk in één stijl opgetrokken. Amerikaanse architecten hadden de art-deco-inspiratie opgedaan op de Exposition Internationale d’Arts Decoratifs die in 1925 plaatsvond in Parijs. Ze voegden er invloeden uit Egypte en motieven van de Azteken aan toe. Henry Hohauser, L. Murray Dixon en Russel T. Pancoast waren architecten die Miami Beach opnieuw vorm gaven. De mooiste art-decogebouwen vind je in drie parallelle straten: Ocean Drive, Collins Avenue en Washington Avenue, van de zesde tot ongeveer de drieëntwintigste straat. Als je de prachtige huizen bekijkt, kan je je moeilijk voorstellen dat dit tot de jaren zeventig een spookstad was, achtergelaten door de toeristen omdat de hotels niet aangepast waren aan de moderne standaarden.

Het was een vrouw die de kruistocht tegen de teloorgang van de buurt en de naderende sloping won. Barbara Baer Capitman bereikte haar doel toen de wijk in 1979 toegevoegd werd aan het nationale register van historische plaatsen. De eerste restauraties startten in de jaren tachtig, maar in de jaren negentig kwam het project in een stroomversnelling terecht. De voetpaden aan Ocean Drive werden in 1992 verbreed en algauw had de terrasjescultuur veel succes bij de jongeren. Culturele initiatieven gingen van start: een balletgroep en twee symfonische orkesten werden gevormd, een kunstbioscoop opende zijn deuren en musea en galeries schoten als paddestoelen uit de grond. Vooral het Bass Museum en het Wolfsonian zijn een bezoek waard. De populaire tv-serie Miami Vice bezorgde de stad internationale faam en creëerde een sfeer van glamour. Modefotografen als Bruce Weber volgden.

Een andere mijlpaal in de ontwikkeling van South Beach was beslist de opening van het Delano hotel in 1995. Met zijn witte gevleugelde toren distantieert het zich van de andere gebouwen op Collins Avenue. Zakenman Ian Schrager, eigenaar van wereldbefaamde discotheken en exclusieve hotels, nam niemand minder dan Philippe Starck onder de arm om dit oude pand in een wel heel modern en vooral wit kleedje te steken. Door de open lobbyruimte stroomt de wind en een eindeloze reeks beeldschone mensen binnen en buiten. De zangeres van All Saints kijkt duidelijk ontspannen door de oranjekleurige glazen van haar bril, terwijl ze haar verblijf afrondt.

Een tochtje door de hallucinante vertrekken van het hotel brengt je in een sprookjeswereld van transparante materialen, natuurlijke kleuren en minimalistisch design. Een van de concepten waarop het hotel staaft, is dan ook het hotel as theater-idee. Oude en nieuwe objecten worden op een harmonieuze manier gecombineerd. Niet alleen de modellen en wereldsterren die hier logeren, zien er goed uit, ook het personeel moet duidelijk voldoen aan de schoonheidsidealen. De bruingebrande jongens in hun witte uniformen geven je een ultrabrite smile waarin ik een zweem van verleiding herken.

Ik stap het hotel uit, abrupt de realiteit in; aan de overkant van de straat duwt een dakloze vrouw een caddie met haar persoonlijke spullen voort. Ook in Lincoln Street, de autovrije winkelstraat tussen de 16de en de 17de straat, liggen enkele clochards in de schaduw van de palmbomen. Deze personen figureerden beslist niet in de prestigieuze schetsen van architect Morris Lapidus, die hier een van de eerste Amerikaanse malls creëerde. Hij was ook de ontwerper van de luxueuze hotels Eden Rock en het Fontainebleau in Central Miami Beach.

Rollerbladers zoeven door Lincoln Street. Hippe lui wandelen van etalage naar etalage, of verpozen even op het terrasje van boekhandel Books & Books, waar je een uitgebreide selectie literatuur vindt. Wie de ambitie heeft in een mum van tijd spierbundels met Van Dam-proporties te kweken, kan terecht in een van de natural food shops. Bodybuilders dragen er met zwier plastic tassen vol met krachtvoer buiten.

Ik neem het minder nauw met de calorieën en bestudeer de menu’s van de tientallen restaurants. De gezellige straatterrasjes zijn ook ’s avonds volzet. Er worden meestal uitstekende internationale gerechten geserveerd, die heel wat goedkoper zijn dan in de toeristische restaurants op Ocean Drive. World Resources bijvoorbeeld verwent je met heerlijke Thaise specialiteiten en gigantische sushi- en sashiminischotels. Van Dyke Café, op de hoek van Lincoln Street en Jefferson Avenue, is al jarenlang een populaire (snack)bar waar ’s avonds de gedempte klanken van een livejazzband de ramen uit dwarrelen. Een pittoresk hoekje dat de gemoedelijke sfeer van Lincoln Street concurrentie aandoet, is Española Way, enkele straten zuidelijker. Ook op Ocean Drive vind je sfeervolle restaurants en bars. Het terras van het News Café is de uitgelezen plek om de Miami Herald door te bladeren.

’s Avonds lijkt het of iedereen in South Beach op pad gaat. In de hippe bars als Tantra, Wet Willies en de Rose Bar van het Delano hotel genieten vakantiegangers, modellen, fotografen, muzikanten en schrijvers van de geanimeerde en gesofisticeerde sfeer. Later op de avond verzamelen lange rijen mensen zich voor de nachtclubs. Buitenwippers kwellen de menigte urenlang door met veel arrogantie mensen uit te pikken die deze keer het privilege mogen genieten de zaak te betreden.

Toch loont het de moeite om één keer vroeg het bed in te duiken. Bij het ochtendgloren begeef ik me naar het strand. Verbijsterd tel ik het aantal joggers, rollerbladers, snelwandelaars en mountainbikers die bedreven hun goddelijke lichaam trainen in de eerste zonnestralen. Naarmate de zon hoger aan de hemel schuift, verschijnen de ware zonaanbidders. Gehuld in een minimalistisch stukje textiel bestaat hun dagtaak erin badpakstreepjes te voorkomen. Vooral op het chique Lummus Park Beach, gelegen tussen de 6de en de 14de straat, kan je modellen bespioneren of je ogen laten glijden over enorme, gebruinde spierbundels.

Niet alleen op het strand maar ook elders in de stad bots je dagelijks op een set van internationale filmproducenten en fotoploegen. Het uitstekende weer en de diversiteit aan locaties lokt hen naar Miami. Binnen een straal van dertig kilometer vinden ze er het geknipte decor: een tropisch strand, art-decohuizen, een zakencentrum, gettowijken en natuurparken. Modellenbureaus, fotolabs en professionele cosmeticawinkels volgden in hun kielzog.

Miami Beach scoort beslist wat het hoogste aantal mooie mensen per vierkante kilometer betreft. Radiocommercials spelen handig op de trend in. Ik ben geschokt als ik tussen de deuntjes voor waspoeders en uurwerken een radiospotje hoor waarin een instituut voor plastische chirurgie een speciale kerstactie aankondigt: “Wie nu een liposuctiebehandeling van de billen ondergaat, krijgt er een gratis behandeling van de binnendijen bij!”

Om de glamoureuze sfeer even te ontvluchten, volstaat het de Florida Turnpike af te rijden tot de U.S.1 je meevoert naar de Caraïbische sfeer van de Keys. Als een losgebroken halssnoer liggen de eilanden over een afstand van 240 km verspreid in de Straat van Florida. Orkanen, muggen, oorlogen en de grote depressie zorgden ervoor dat de eilandengroep in het begin van de eeuw onophoudelijk heen en weer geslingerd werd tussen welvaart en armoede. In 1938 werd de spectaculaire Overseas Highway (U.S.1) geopend. Ze werd gebouwd op de ruïnes van Henry Flaglers spoorweg. De toeristenstroom kwam op gang.

Bruggen verbinden dertig van de bewoonde eilanden. Honderden kleinere eilanden omringen deze hoofdketen en worden door de lokale bevolking de backcountry genoemd. Ze zijn een ideale leefomgeving voor ontelbare exotische dieren, vogels en planten. In de warme, ondiepe wateren liggen koraalbanken verscholen die een complex ecosysteem vormen voor sponsen, anemonen, krabben, kwallen, kreeften, haaien, schildpadden en duizenden vissoorten. Dit is een van de twee levende koraalriffen van het Noord-Amerikaanse continent (de andere bevindt zich voor de kust van Belize). De mangroves die de eilanden omzomen, zijn een ideale schuilplaats voor vissen en schaaldieren gedurende de voortplantingsfase.

Als er één plaats is in de wereld waar het echt de moeite loont een cabriolet te huren, dan is het wel op dit traject van de Sunshine State. De Caraïbische salsa op de radio zet de zon kracht bij. In een gevoel van totale vrijheid schuif je over de U.S.1. Aan de Seven Mile Bridge lijkt geen einde te komen. Pelikanen zweven op reikafstand boven de wagen. Wanneer ik de rustige turkooizen lagunes links en rechts aan me zie voorbijglijden, kan ik me nauwelijks voorstellen dat deze streek regelmatig het toneel vormt van vernietigende orkanen.

De Upper Keys bevinden zich het dichtst bij het vasteland en zijn een populaire weekendbestemming voor de bewoners van Zuid-Florida. Tijdens mijn tocht van eiland naar eiland blijkt meteen dat sportvissen hier dé vrijetijdsbesteding bij uitstek is. Vakantiegangers gooien hun vislijnen uit vanop de oude en nieuwe bruggen, terwijl pelikanen verlekkerd toekijken, wachtend op een hapje. Voor de meeste huizen staat een boot op een aanhangwagen. Tientallen reclameborden schreeuwen promoties voor hengels, motorboten en levend aas. Andere borden langs de weg geven dan weer de evacuatieroutes en schuilplaatsen aan voor een dreigende orkaan. De desastreuze kracht van orkaan George, die vorig jaar de Keys trof, heeft zijn sporen nagelaten. Nog steeds wordt er puin geruimd. Hier en daar liggen opeengeveegde autowrakken, bomen, caravans en stukken van huizen. Wanneer ik het Long Key State Park wil bezoeken, blijkt de nature trail nog steeds ontoegankelijk. Sponsen, stukken koraal en een dikke laag rottend wier versperren het pad. Ik wil weten hoe de Keys eruitzagen voor de bevolkingsinvasie. Vanop Robbie’s Pier in Islamorada brengt een motorboot me naar Lignumvitae, een nabijgelegen backcountry-eiland, dat zijn naam ontleent aan de zogenaamde levensboom die hier groeit. Een historisch stenen huis uit 1919 ligt er temidden van het tropisch bos. De vriendelijke parkwachter geeft een uitgebreide rondleiding in het huis en wijst de verschillende soorten bomen, planten en mangroves aan.

De sfeer in de Keys is die van ontspannen beach life. Toch zijn er slechts een paar kleine mooie stranden te vinden, meestal aangelegd bij private woningen of hotels. Hoe zuidelijker je rijdt, hoe rustiger de sfeer wordt. Letterlijk aan het einde van de weg beland je in Key West, waar jarenlang een onbekommerde hippiesfeer hing. Met de komst van de grote cruiseschepen werd het eiland stilaan omgetoverd tot een commerciële toeristenval. Sinds orkaan George ligt Duval Street er behoorlijk rustig bij, de winkelbedienden klagen en de riksja-bestuurders trekken de meest gekke kostuums aan om klanten te werven.

Het is een ideaal moment om de schitterend gerestaureerde houten huizen eens rustig te bekijken. Verschillende werden omgevormd tot hotelletjes. Het Marquesa Hotel & Café is een bezoek waard, met een beetje geluk vind je er de R.E.M.-muzikanten op vakantie. Bagatelle is een gerenommeerd restaurant dat is ondergebracht in een opgeknapt houten huis, waarvan de prachtige veranda uitgeeft op Duval Street. Ernest Hemingway woonde tussen 1928 en 1940 in Key West met zijn vijftig zestenige katten, waarvan de afstammelingen nog steeds in de buurt rondzwerven. De schrijver had zich nooit kunnen voorstellen hoe toeristisch zijn idyllische plekje zou worden. Elke avond verzamelen honderden mensen zich op Mallory Square om de zonsondergang te vieren in een euforie van drank, foto’s, goochelaars en muziek. Ik vind een heerlijk rustig plekje in de tuin van Blue Heaven, een restaurant en kunstgalerie die gerund wordt door een paar hippies. Kippen scharrelen tussen de tafeltjes, enkele oude bootzeilen zijn tussen de bomen gespannen en het eten is overheerlijk. De galerie is gesloten, niemand kan me vertellen hoe lang nog of waarom. “Misschien openen ze morgen wel”, lacht de jonge serveerster. De onbezonnen sfeer van weleer is duidelijk nog niet verdwenen. Gelukkig maar.

Els Vermeersch

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content