Piet Swimberghe

Met strak uitgepuurde bouwsels schept Alvaro Siza orde in de chaos van zijn land. Een tentoonstelling in Brussel verkent de belevingsarchitectuur van de Portugese meester.

Piet Swimberghe / Foto’s Carlos Castanheira

De streek van Porto wordt tot diep in het dal van de Douro verknoeid door talloze betonnen villa’s. Duizenden Portugese migranten bouwen in hun geboortedorp kanjers van huizen om er hun zomervakantie door te brengen. Maar daarmee helpen ze het pittoreske landschap naar de vaantjes. Veel Portugese architecten klagen over de laksheid van de overheid die dit toelaat. De Portugese situatie is niet uniek : het hele gebied rond de Middellandse Zee kampt met dit probleem. In Portugal levert deze situatie toch één voordeel op : enkele getalenteerde architecten verzetten zich tegen de smakeloosheid door een persoonlijke bouwstijl te ontwikkelen van exceptionele kwaliteit.

Daarvan is Alvaro Siza ongetwijfeld de belangrijkste vertegenwoordiger. Vanaf volgende week loopt in de Fondation pour l’Architecture in Brussel een overzichtstentoonstelling over zijn werk. Het is niet de eerste maal dat de Portugese bouwmeester bij ons in de kijker staat. In 1983 al, lang voor zijn internationale doorbraak, organiseerden architectuurdocent- en recensent Marc Dubois en architect Christian Kieckens een tentoonstelling over zijn oeuvre in het Gentse Museum voor Sierkunst en Vormgeving.

De bouwwerken die Siza creëert als reactie op de chaos in de Portugese stedebouw, vormen een lichtpunt in het landschap. Zopas legde hij de laatste hand aan de kerk Santa Maria in Marco de Canaveses, op zo’n 30 km van Porto. Het contrast met de volgepropte omgeving is frappant : het bedehuis torent op een natuurstenen sokkel hoog boven de lelijke huizen uit. Het blanke volume met nauwelijks een venster lijkt zich zelfs te meten met de bergen rondom. Er gaat een onwaarschijnlijke natuurkracht van uit.

Om het werk van Siza ten volle te kunnen bewonderen, moet je eigenlijk de gebouwen in hun omgeving zien, en doorkruis je best de streek rond Porto, waar enkele van zijn belangrijkste creaties staan. Siza’s sterkste projecten zijn immers confrontaties met de natuur. Zo staat de kerk van Marco de Canaveses op de rand van een dal, en kijkt zijn beroemde architectuurschool van Porto uit op de monumentale gietijzeren brug van Eiffel die de beide oevers van de Douro verbindt.

Siza houdt van ruwe landschappen. Dat heeft ongetwijfeld te maken met zijn jeugd, die hij doorbracht in Matosinhos, gelegen aan de onstuimige oceaan en tegenwoordig de residentiële voorstad van Porto. De confrontatie met de oerkracht van het water is nergens sterker dan hier : metershoge golven slaan te pletter op de grillige granietrotsen die verbrokkeld liggen over het strand. Het water is koud, er staat altijd wind en de hemel is veelal grijs, zoals aan onze Noordzee. Op een vooruitgeschoven rots in Matosinhos realiseerde Siza, in samenwerking met enkele confraters, zijn eerste meesterwerk : het theehuis Boa Nova. Hier komen architecten en designers van over de hele wereld genieten van een drankje en een hapje, en van de mooie constructie. Je vertoeft er in een half houten huis, ingeplant tussen rotsblokken die geïntegreerd zijn in het interieur. Je hebt er eerder het gevoel ergens in Japan of Finland te zitten dan in Portugal. En dat is niet echt verwonderlijk, want de bouw van het theehuis begon in 1958, toen elke jonge architect opkeek naar Alvar Aalto en weg was van de sobere Japanse vormgeving.

Het ?Siza-concept? komt in het theehuis al duidelijk tot uiting : geen uitgesproken voorgevel, wel veel kleine façades die tussen de rotsen liggen verspreid. Je moet het huis al wandelend en klauterend verkennen.

Zo’n kilometer verder, naar Porto toe, bouwde Siza in 1961 een openluchtzwembad. De kleedhokjes zitten in een zwaar betonnen harnas, net een bunker, maar de combinatie van Noorse spar met het ruwe beton zorgen voor een uitzonderlijk raffinement. Het geheel is laag van zoldering en opnieuw van Japanse inspiratie. De baden liggen tussen de rotsen. Hier is de zee overigens veel te wild om in te baden.

Met die twee bouwwerken in het achterhoofd, ben je gewapend om het oeuvre van deze architect te ontdekken en versta je zijn taal. Siza’s metaforen zijn goed herkenbaar, omdat hij zich min of meer loswrikt uit de hedendaagse architectuurtraditie. Natuurlijk herken je bij hem klassieke stijlfiguren uit de vooroorlogse traditie, zoals de lange vensters van Le Corbusier. Maar Siza vertelt een ander verhaal. Bij hem gaat het niet om pure monumentaliteit, hij creëert een belevingsarchitectuur waarin je moet rondlopen en waarin je overal trappen, gangen, zalen en vensters ontdekt.

Siza’s manier van werken lijkt hoogst inefficiënt, van al zijn gebouwen laat hij grote maquettes vervaardigen. Veel details van ramen, plinten of deuren maakt hij op ware grootte. Daar kruipt ontzettend veel tijd in, maar Siza werkt dag en nacht en controleert elke stap. Bovendien maakt hij heel veel schetsen om zich een gebouw visueel te kunnen voorstellen. Hij heeft een boeiende tekenstijl met slordige lijnen, een beetje zoals de prachtige tekeningen van David Hockney.

Alvaro Siza leidt zijn bureau met strenge hand, heeft een Spartaanse levenswijze en dult geen frivoliteiten. In zijn gebouwen moet je geen versiering zoeken. En toch is lang niet alles even functioneel. De overdaad aan gangen, trappen en doorkijkjes is overbodig, maar fascinerend. Hij zet de gebouwen niet zomaar op de grond. Ze rusten op een sokkel, niet zelden van natuursteen. Via een trap of helling kom je binnen. Het is de bedoeling om bezoekers te imponeren, met precies dezelfde middelen als de tempelbouwers van het oude Griekenland. Dat hij dit meesterlijk kan, blijkt uit de meeste van zijn projecten met een openbaar karakter. Tot zijn beste creaties behoren het museum voor hedendaagse kunst van Santiago de Compostela en de universiteitsbibliotheek van Aveiro, nabij Porto. Nabij deze Portugese stad realiseert hij momenteel ook een nieuwe vleugel voor de Fondation Serralves, een museum voor moderne kunst.

Maar soms is zijn strakke stijl ook misplaatst. In Penafiel realiseerde hij een peutertuin die op een bunker lijkt. Door technische fouten is het er bovendien erg vochtig en is de akoestiek erbarmelijk slecht. Zijn reconstructie in de Chiado in Lissabon, de door brand verwoeste wijk, is mooi, maar mist het karakter van de realisaties in Porto. Veel wordt verwacht van het onthaalgebouw dat momenteel in aanbouw is voor de wereldtentoonstelling van Lissabon in 1998.

De tentoonstelling over Alvaro Siza loopt van 18 maart tot 25 mei in de Fondation pour l’Architecture, Ermitagestraat 55 in Elsene. In het Instituut Ter Kameren, Flageyplein 19, wordt terzelfder tijd meubilair van Siza getoond. Op 14 maart wordt in het auditorium Paul-Emile Janson van de ULB, Franklin Rooseveltlaan 48, een film geprojecteerd over Siza, gevolgd door een debat met Siza, Marc Dubois, en Carlos Castanheira.

Een van Alvaro Siza’s meest recente creaties : de monumentale kerk in Marco de Canaveses.

Het eerste meesterwerk van Siza : het theehuis Boa Vista in Matosinhos, helemaal verzonken in de rotsen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content