Vorig weekend luisterde ik een pashokjesgesprek af dat ik al honderd keer gehoord had. “Echt hé, er zijn van die dagen dat je niks nodig hebt en dan kom je met tien zakken thuis. En als je écht iets zoekt, vind je niks.”

Weinig mensen bezitten de gave om toevallig dingen te ontdekken waar ze niet naar op zoek zijn. De gedachte alleen al om met zo’n shoppingbuit thuis te komen zou mij vroeger kortstondig euforisch hebben gemaakt. Maar nu hoorde ik de dialoog in het hokje naast mij, en begon het te knagen in mijn hoofd. Hoe schadelijk is zo’n plundertocht wel niet voor de planeet ? Hoeveel vliegtuigen en CO2 zijn er in de lucht gegaan om die nieuwe outfits van Turkije, of erger, van China tot hier in de winkel te krijgen ? Hoeveel chemicaliën zijn er in het drinkwater beland bij het kleuren van al die nieuwe zomerkleedjes die overal in de etalages hangen ?

Ik weet het, de lente is daar en ik ben het feest dik aan het bederven. Het ding is, sinds ik onlangs de documentaire The Island President zag, heeft de klimaatverandering voor mij een gezicht gekregen. Dat van Mohamed Nasheed, ex-president van de Maldiven, de eilandengroep in de Indische Oceaan.

De Maldiven staan normaal synoniem voor Utopia. De azuurblauwe ontspanningsoorden worden jaarlijks door een miljoen toeristen en sterren bezocht, meteen de grootste bron van inkomsten voor de 1200 koraaleilanden. Maar door de stijging van de zeespiegel zijn de paradijselijke eilanden aan het verdwijnen in de oceaan.

In The Island President wordt Nasheed gevolgd in de aanloop naar de klimaatconferentie van Kopenhagen in 2009, waar hij de steun wil krijgen van grootmachten als China en de VS om de Maldiven, en bij uitbreiding de rest van de wereld, tegen 2020 CO2-neutraal te maken. Om aandacht te trekken op de gevolgen van de opwarming organiseert hij stunts als het eerste onderwaterkabinet, met politici in duikerspak aan tafel, op de zeebodem. De klimaattop draaide uit met een sisser, maar wie de film ziet, kan niet anders dan bezorgd zijn om de Maldiven.

Het maakt dat ik tegenwoordig geen zakje chips kan openen zonder mij af te vragen wat de gevolgen zijn. De termen groen en ecologie, de laatste tijd veel gebruikt, spelen handig in op dat schuldgevoel. Hoewel ze vaak misbruikt worden en vooral aanzetten om toch maar te blijven consumeren. Ik zeg het, begin maar eens een cafégesprek over de ecologische voetafdruk zonder deprimerende conclusie, niet mijn idee van een gezellig avondje uit.

Wat mij wél blij maakt zijn groene verhalen als dat van Corazon, ons covermeisje, een model dat kiest voor een leven als boerin (p. 71). Of dat van Bruno Pieters, de modeontwerper die geveld door een burn-out stopt met kleren maken maar een paar jaar later een schokgolf door de modewereld stuurt door zijn comeback te maken met het meest transparante modelabel ooit (p. 32). Als je dan toch kleren maakt, kun je net zo goed eerlijk zijn.

Een andere manier om onze zware voetafdruk te compenseren, is te zorgen dat onze groene handen groter zijn dan onze vuile voeten. De term handafdruk werd bedacht door een professor aan Harvard en staat voor alle positieve dingen die we aan de aarde kunnen teruggeven. Vlaanderens groenste jongen Bartel Van Riet weet daar alles van (p. 60). Hij vertelde ons dat als iedereen in België een strook van zijn gazon liet gedijen, mét veldbloemen, de natuuroppervlakte van ons land zou verdubbelen.

Sinds Bartel me vertelde van die meter gazon die het verschil maakt, heeft onze huisbaas een cirkel laten zagen uit het houten terras. Het gat, met een diameter van 1,5 meter, hebben we gevuld met aarde en bezaaid met gras. Vandaag staat er een dikke pelouse, die ik met liefde welig laat tieren. Nooit gedacht dat Sam Gooris een ziener zou blijken.

elke.lahousse@knack.be

Elke Lahousse

EEN CAFÉGESPREK OVER DE ECOLOGISCHE VOETAFDRUK ? NIET MIJN IDEE VAN EEN GEZELLIG AVONDJE UIT

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content