Er bestaan niet veel iconen in de autobranche, maar de Land Rover Defender is er één : het stoere, hoekige Britse werkpaard wordt al ettelijke decennia geproduceerd en geapprecieerd. De veranderingen die onderweg werden aangebracht, bleken nooit spectaculair, maar de nieuwe turbodiesel én een gewijzigd interieur rechtvaardigden een hernieuwde kennismaking.

Al na driehonderd meter sloegen de hoge verwachtingen om : de koppeling was zwaar, de draaicirkel veel te groot, de zithouding onergonomisch en de motor erg luidruchtig. De 2.4 liter viercilinder die uit de Ford Transit stamt, vervangt na negen jaar dienst de 2.5 liter Td5. Hoewel beide een vermogen van 122 pk laten zien, haalt de nieuwste viercilinder een fraai koppel van 360 Nm, waarbij vanaf 1500 toeren al 315 Nm ter beschikking staat. Een vooruitgang in vergelijking met de vijfcilinder die de trekkracht veel hoger in de toeren ging zoeken.

Onderweg naar Antwerpen, zakte de rubberstrip van de deur uit zijn voegen, op het viaduct van Gentbrugge voelden we de power zienderogen zakken, zodat we op een sukkeldrafje in derde en met knipperlichten aan de pechstrook opzochten. Geen leuke oefening ’s nachts, maar de auto bleef wel rijden, zij het met 40 km/uur. Toen de VAB de pech niet kon verhelpen, begeleidde de wegenwachter ons tot bij de lokale dealer. ’s Anderendaags beschikte de Defender weer over al zijn vermogens. Blijkbaar had een monteur een spanner verkeerd geplaatst en toen de computer de fout had gedetecteerd, had hij het noodprogramma gestart.

In de files bleek het rijden met de handgeschakelde 110 een taai karwei, in de stad was het parkeren, door de slechte zichtbaarheid naar achteren, bijna een nachtmerrie. Op de weg bolde de zevenzitter voortreffelijk en bijzonder soepel, en dankzij zijn lange zesde versnelling bleef zijn dorst matig. Al moet men toch op 11 liter/100 km rekenen. Zuiniger kan alleen door op de snelweg wat gas te minderen. Want echt snel gaat het nooit en andere Defenderrijders nemen ruimschoots de tijd om en passant te groeten. Al snel werd duidelijk dat de Brit zich pas echt in zijn sas voelt in het veld, waar hij met zijn korte overhangen, zijn extra korte eerste versnelling, zijn tussenbak en differentiëlen alles aankan. En met verve. Een speelse en lichtvoetige SUV, zoals les aventuriers de l’Avenue Louise het zo graag hebben, zal hij nooit worden.

De stoelen zitten prima, de airco werd performanter, en het dashboard werd opgewaardeerd, maar dat gaat ten koste van de binnenruimte. En toch hielden we van de onvolmaakte aluminium icoon. Zoals men van een vrouw houdt die niet kan koken, niet mooi is, niet verstandig, maar een onweerstaanbare, ouderwetse charme bezit. Zodat men ze alleen kan toefluisteren dat ze nooit mag veranderen.

Door Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content