Fotografe Bieke Depoorter (27) heeft in korte tijd met haar zeer intieme reportages in Rusland, de VS en Egypte de wereld van haar kunnen overtuigd. De jonge Magnum-nominée over reizen, intimiteit en de behoefte aan terugkeren.

In willekeurige dorpen langs de trans-Siberische spoorlijn overnachten bij wildvreemden, en er een indringende fotoreportage over maken. Dat lijkt hooggegrepen voor een 23-jarige studente. Toch was dat het afstudeerproject van Bieke Depoorter aan de Gentse Academie in 2009. Haar naam was meteen gemaakt, ze won prompt de ‘Hp Magnum Award’. Een soortgelijke reportage maakte ze daarna in de VS, en met dezelfde vraag (“Ik zoek een plek om te overnachten”) drong ze binnen in de intimiteit van de gewone Egyptenaar, na het omverwerpen van het Moebarakregime. Dit jaar was werk van haar te zien van Wielsbeke tot Turijn, van Zürich tot Addis Abeba.

“Verwacht van mij geen spectaculair verhaal van een opa die me als jong kind een camera cadeau heeft gedaan”, waarschuwt Bieke Depoorter in haar Gentse thuis. “Ik kom evenmin uit een artistieke familie, al tekende mijn moeder vroeger wel. Ik wist niet eens dat je fotografie kon studeren. Toen ik achttien was, moest ik kiezen. Ik voelde me wel tot beelden aangetrokken, maar dacht niet dat fotografie binnen mijn bereik lag. Drie dagen voor het toelatingsexamen, maakte ik mijn keuze en ik slaagde.”

Al snel bleek die keuze te kloppen.

“Ik wist meteen dat ik op de juiste plek zat, met andere studenten die op hetzelfde niveau dachten. Plots snapte ik waarom ik voor fotografie gekozen had. Ik deed gewoon mijn ding, op een gevoelsmatige manier en sloeg daarbij als het ware de etappe van de amateurfotografie over. Bovendien had ik het geluk om op een superleerkracht te botsen : Annelies de Mey, die heeft me zoveel geleerd door vooral de juiste vragen te stellen, te zwijgen en me op die manier zelf te laten nadenken. Daarnaast is ze van een onschatbare steun geweest bij mijn eindwerk over Rusland.”

Stilzitten was niet aan u besteed ?

“Ik hou van het onbekende en ik wist dat ik de trans-Siberische trein wilde nemen. Eigenlijk had ik geen welomschreven project in mijn hoofd, alleen de treinreis lag vast. Dat is belangrijk omdat ik de dingen graag op mij af laat komen. Ik wil ter plaatse verrast worden, de verwachtingen laag houden. Omdat te veel verwachten het kijken beperkt. Ik vertrouw veeleer op een lijn die zich spontaan aandient, verder groeit. Dat voelt eerlijker aan. In het begin was de trein de rode draad, maar gaandeweg heb ik die weggefilterd, omdat die uiteindelijk niet belangrijk was.”

Het onbekende lag op de treinroute, niet in de trein ?

“Omdat ik niet wist of er hotels zouden zijn waar ik afstapte, liet ik een meisje in Moskou een briefje schrijven waarop ik naar een plek vroeg voor de nacht. Want Russisch spreek ik niet. Dat klinkt allemaal wat naïef, maar het liep uiteindelijk redelijk vlot. Ik sprak meestal vrouwen met kinderen aan die vertrouwen uitstraalden. Als je mensen een beetje observeert, vind je ze wel. En geleidelijk merkte ik dat het ook een manier was om bij de mensen binnen te komen en met hen om te gaan.”

“Uiteindelijk wilde ik de intimiteit binnen zo’n Russisch gezin vastleggen, de sfeer van het moment ook, tot in de slaapkamer toe. Wat daarbij primeert en voor mij erg belangrijk is, is wel dat de mensen me als persoon zien, niet als fotografe. Ik ben een mens die geïnteresseerd is in andere mensen en in wat ze doen, niet enkel om goeie foto’s te maken. Achteraf vroeg ik me zelfs af of je de mensen misschien niet nog beter leert kennen als je de taal niet spreekt. Als je de taal spreekt, leer je misschien snel veel over hun verleden, nu moesten we elkaar observeren.”

“Omdat het vaak om erg arme mensen ging, sliep ik heel vaak met iemand anders in hetzelfde bed – en dat schept toch wel een band. Ja, ik heb veel vertrouwen, ga uit van de goedheid van de mens.”

Arme mensen zijn ook gastvrijer ?

“Dat klopt, en arme mensen hebben niet echt iets te verliezen, zijn niet bang dat iemand wat zal meenemen. Toch zijn er ook rijke, gastvrije mensen. Maar in Rusland heb ik vooral arme mensen gezien, héél arme mensen. Omdat ook de middenklasse er arm is, maar tegelijkertijd heb ik ook veel warmte ervaren, zeer veel warmte.”

Is het die warmte die u als herinnering aan Rusland meedraagt ?

“Die warmte en de wodka ! Zo ontmoette ik twee mannen op de trein en sprak af dat ik de volgende dag naar hun dorp zou komen. Ze haalden me af aan het station met een grote 4×4. Het was ijskoud en ik had al twijfels, vroeg me al af of ik wel de goede keuze voor de nacht had gemaakt. Ze waren vriendelijk, maar bleven zo lang rijden, door the middle of nowhere. Uiteindelijk stopten ze bij een garage. Binnen bleek een feest gepland voor mijn komst, met wel twintig mensen. Ze hadden zelfs een vrouw gevonden die een beetje Engels sprak. Daar hebben we de hele nacht gefeest, gedanst en wodka gedronken. Het gebeurde ook geregeld dat ik met de gastvrouw gewoon samen naar de sauna trok. Achteraf bekeken nogal straf, en ik kon er nog foto’s maken ook. In die korte tijd word je bijna een familielid.”

Toch liep het pad niet altijd over rozen ?

“De laatste dag, toen ik bij een jong koppel verbleef, werd mijn camera gestolen. Ik sliep in de zetel en toen ik wakker werd was mijn camera weg. Ik wekte hen, probeerde ze duidelijk te maken wat er gebeurd was, wist niet of ik de politie moest bellen, of die wel te vertrouwen was. Uiteindelijk heeft dat gastkoppel me goed geholpen, de winkel gevonden waar hij al verpatst was en waar ik hem voor twintig dollar heb teruggekocht.”

Wat betekende het om als pas afgestudeerde meteen opgemerkt te worden door Magnum ?

“Tot mijn verbazing kreeg ik in 2009 voor mijn Ruslandreportage de Magnum Expression Award for Compelling Documentary Photography. Dankzij de prijs moest ik wat minder bijklussen om mijn reis door de Verenigde Staten te maken. Ik wilde er absoluut heen om te zien hoe het was in een land waar je de taal wél spreekt. Mijn opzet bleef dezelfde, ik vermeed de steden, ging naar kleine dorpen. Natuurlijk waren er verschillen, maar ik zag vooral veel gelijkenissen : dezelfde intimiteit in de familie, de mensen die voor het slapen gaan efkens in zichzelf gekeerd zijn. Die kleine dingen zijn overal hetzelfde, of je nu superrijk bent of in de slums woont. Een mens blijft een mens, al klinkt dat zo cliché.”

“Het probleem bij bemiddelde mensen was dat ik een aparte ruimte kreeg om te slapen. In Rusland zijn de mensen op straat redelijk nors, moeilijk om aan te spreken. Als ze merken dat je de taal niet spreekt, beginnen ze vaak te roepen. Maar zodra je bij hen binnenraakt, sluiten ze je meteen in hun armen. In Amerika is het een beetje omgekeerd. Iedereen vindt alles amazing, fantastisch, een goed project ! Maar als je de vraag stelt om er te overnachten, maken ze zich meteen uit de voeten. Toch probeerde ik altijd weer de mens in zijn diepste zijn te tonen, als hij even in zichzelf gekeerd is. In Amerika lag ik op een nacht met een Mexicaans omaatje in bed, in het pikdonker begonnen we met elkaar te babbelen : half Spaans, half Engels. Ineens deed ze een gebedje voor mijn vader. Dat zijn kleine, simpele dingen, maar ook bijzondere momenten.”

“In Egypte deelde ik het bed met kinderen, eentje links, eentje rechts, ze vielen in slaap half op mij. Soms beginnen mensen te wenen als ik hun portret maak. Omdat het voor hen ook redelijk intens wordt. Doordat ik naar hen kijk, kijken ze ook naar zichzelf. Ik heb vandaag nog een foto afgeprint van een vrouw waarmee ik naar een warmwaterbron geweest ben. ’s Avonds nam ik een portret van haar in haar bed, waarna ze begon te wenen. Dat pakte me. We beseften allebei dat het een belangrijk moment was.”

Egypte lag allerminst voor de hand.

“Er heerst momenteel veel wantrouwen, de overheid zorgt ervoor dat niemand nog de buitenlanders vertrouwt. In praatprogramma’s krijgen de buitenlanders al snel de schuld van alles en nog wat : het zijn spionnen die opgepakt moeten worden. Dat maakt het nog interessanter om het vertrouwen van die mensen te winnen, al wordt dat met de dag moeilijker, want wie wil er spionnen in huis ? Bij moslims en ook bij christenen is het niet vanzelfsprekend om de intimiteit te fotograferen. Maar ik wou dat absoluut omdat we alleen de beelden van de revolutie kennen en niet langer het leven van de kleine mensen. Ik zag het als een uitdaging om dat leven van de kleine mensen in beeld te brengen en dat wil ik verder blijven doen, want het project is nog niet af. Dat is mijn manier van werken.”

Is één nacht niet wat kort om u in te leven, het vertrouwen te winnen ?

“Juist niet. Ze weten dat ik ’s anderendaags weg ben, en dat maakt de ontmoeting intenser. Soms weet ik zoveel over hen en zij over mij. Als ze beseffen dat ze me nooit meer zullen zien, laten ze veel los. (zucht) Ik ontmoet ook veel eenzame mensen, die alleen wonen, die nood hebben aan wat gezelschap.”

“Maar soms is het ook moeilijk om te vertrekken, vooral als er kinderen zijn. Omdat ik het moeilijk heb om ze in die omstandigheden achter te laten. Ik maakte voor Oxfam in Senegal een reportage over free health care. Waar mensen niet naar de dokter kunnen omdat die te duur is, waardoor ze hun kinderen niet kunnen helpen, waardoor mensen sterven. Daar moet je dan fotograferen. Knap lastig, omdat ze in eerste instantie hulp verwachten. Dat Oxfam de foto’s verspreidt om op die manier mensen te bereiken die doneren, of nieuwe donoren aan te brengen, dat valt niet zomaar in één zin uit te leggen.”

“Hetzelfde in Tsjaad, waar ik bij de mensen thuis fotografeerde. Daar kon ik niet meteen weg, omdat het gevoel knaagde dat die mensen een beetje gebruikt worden. Ik wil daar als westerse fotograaf niet snel een foto nemen van arme mensen en verdwijnen. Dan wil ik iets terugdoen, ik blijf enkele dagen in de dorpen.”

Wat drijft u ?

“De verwondering is mijn drive, die ervoor zorgt dat ik verder ga. Natuurlijk waren er momenten van moedeloosheid. Reizen en fotograferen blijft een haat-liefdeverhouding, ik vind het fantastisch dat ik dat allemaal kan zien, maar soms wou ik echt dat ik thuis kon blijven. Soms wil ik, zodra ik op het vliegtuig stap, al terug naar huis, gewoon in Gent op café gaan met mijn vrienden. Ik kan niet vertrekken, als ik geen datum heb om terug te keren. Omdat ik toch ook zo graag hier ben, met mijn familie. Ik ga meestal niet langer dan drie weken op stap, niet meer. Ik vind dat dubbele zelf een beetje raar, maar andere fotografen snappen het perfect. Ik ervaar thuiskomen als het belangrijkste van elke reis. Of beter nog : het verlangen om terug naar huis te gaan. Velen vragen me waarom ik nog een huis huur in Gent. Gewoon, omdat ik een plek wil waar ik thuis kan komen.”

DOOR PIERRE DARGE & PORTRETTEN ATHOS BUREZ

“Ik vertrek zonder strikt plan, ik wil ter plaatse verrast worden. Omdat te veel verwachten het kijken beperkt”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content