Jonge mensen mogen dan wel non-stop online, ‘plugged in’ en verbonden zijn, toch kiezen sommigen nog voor oude, artisanale beroepen. Met de handen in de grond of het hoofd in de wolken : vijf bijzondere carrièrekeuzes.

DE SOEPMIE VAN ANTWERPEN

Wie denkt dat de straatkeukencultuur dood is, heeft het mis : Mieke Dumortier (33), oftewel de ‘ SoepMie’, fietst elke ochtend door de drukke Antwerpse straten om verse biosoep, quiches, pasta’s en salades te leveren aan de deur. “Ik heb zeven jaar bij Randstad gewerkt. Toen mij tijdens de crisis in 2008 werd gevraagd om enkele maanden tijdskrediet op te nemen, ben ik meer gaan sporten en ging ik letten op een gezonde voeding. Zo groeide het idee om soep rond te brengen met mijn bakfiets.” Sinds enkele maanden baat Mieke ook een gezellig lunchhuisje (Oranjestraat 94) uit waar klanten terechtkunnen voor een kommetje troost. “Soep rondbrengen vind ik toch nog steeds het leukst. Ik heb nu wel iemand die in de zaak een handje toesteekt, maar ik wil geen zelfstandige ondernemer worden die alleen nog bezig is met administratie. Ik hou van het fysieke aspect van mijn job. Hoewel die bakfiets echt zwaar kan worden.” Een auto is geen optie. “Ik heb er trouwens geen”, lacht Mieke. “Ik vind het belangrijk dat alles op een ecologische manier gebeurt.” Tijdens de middag, als het wat drukker wordt, vult haar lunchhuisje zich met heerlijke geuren. “Het is mij gelukkig nog niet overkomen dat ik de soep liet aanbranden, maar ik heb ooit wel een pot laten vallen zodat alles onder de soep hing ! En al honderd keer heb ik mij verbrand, omdat ik denk dat ik geen ovenwanten nodig heb om iets uit de oven te halen !”

www.soepmie.be

DE LEERLING-HOEFSMID

“Als kind had ik mijn eigen paarden en ik was altijd onder de indruk van de paardensmid die ze kwam verzorgen. Toen ik wat ouder werd, heb ik hem gevraagd of ik eens mee mocht om te zien wat het werk inhield”, vertelt Julien de Koninck (18). In de hoefsmidschool van Anderlecht is hij, zoals zijn klasgenoten, geconcentreerd bezig met het ijzer dat hij uit de hete oven haalde in de juiste vorm te kloppen. “De sfeer zit hier wel goed”, zegt hij. “Soms gaan we tijdens de middag op café en dan durven we de tijd wel eens uit het oog verliezen !” Dat deze ambachtelijke stiel voor hem is weggelegd, ontdekte Julien pas na zijn studies handel in het middelbaar onderwijs. “Die richting was niets voor mij. Ik hou van fysiek werk en van voortdurend bezig zijn.” Het geluid van de hamers op het ijzer dreunt door de school. “Zolang mijn rug het kan volhouden, wil ik dit blijven doen. Maar het werk vergt veel van je lichaam.” Hoewel hij nog maar in het eerste jaar van de opleiding zit, droomt de leerling-hoefsmid al luidop : “Ik wil als zelfstandige werken na mijn opleiding. De vrijheid die je dan hebt, spreekt me aan. Over mijn toekomst maak ik me weinig zorgen, er zijn almaar minder hoefsmeden.” Van een nukkig paard heeft Julien gelukkig nog geen last gehad. “Er is al wel eens een paard op mijn voet gaan staan tijdens het werk. Maar zo heb ik mijn lesje geleerd : ik draag nu veiligheidsschoenen.”

www.cvobrussel.be

DE VELOFIXER VAN BRUSSEL

“Een studax ben ik nooit geweest. Ik ben meer van het type dat de handen uit de mouwen wil steken.” Amor Mistiaen (21) is de ‘ Velofixer’ van Brussel : bij hem moet je zijn als er wat scheelt aan je tweewieler. Een vriendin met een lekke band bracht hem op het idee een mobiele herstellingsdienst voor fietsen te beginnen. “Mijn laatste jaar aan de kunsthumaniora moest ik overdoen. Dat stak me nogal tegen. Ik begon met een leercontract bij de fietsenwinkel Velodroom in de Arteveldestraat. Daar heb ik, al doende, alles geleerd over fietsen herstellen.” Amor wacht niet tot mensen naar hem toekomen. Met een bakfiets vol materiaal snelt hij naar zijn klanten door het Brusselse verkeer. “Ik heb werk zat. Brussel lijkt misschien geen fietsstad, maar het komt meer en meer op.” Hij heeft ook een eigen fietsatelier. De veel te lange wachttijden in gewone fietswinkels vindt Amor onaanvaardbaar : “Voor een simpel algemeen onderhoud stuit je soms op maandenlange wachttijden. Dat kan niet, zeker als je dagelijks je fiets gebruikt en geen auto hebt.” De fascinatie voor fietsen zit er bij de ‘Velofixer’ van jongs af aan in. “Op mijn achtste fietste ik al alleen naar school en nadien heb ik jaren aan freestyle BMX gedaan, acrobatische toeren in het skatepark. Zo ontdekte ik gaandeweg hoeveel vrijheid de fiets je in Brussel biedt.”

www.velofixer.be

MODEL EN BOERIN

Van de catwalk naar de wei : Corazon De Raeymaecker (26) vertrok in 2007 naar New York om er te werken als model. Ze keerde echter terug naar België voor een leven op een eigen boerderij. Hoewel ze de droom van elk tienermeisje beleefde, kon het modellenwerk de Antwerpse schone niet helemaal bevredigen. “Als model ben je uiteindelijk maar een mooi meisje. Mensen bewonderen je foto’s, meer is het niet”, verklaart ze haar carrièreswitch. “In New York ontdekte ik op zeker moment een marktje waar biologisch geteelde groenten werden verkocht. Daar ontkiemde eigenlijk mijn besluit om boerin te worden.”

De overstap heeft Corazon nog niet volledig gemaakt, eenmaal per week doet ze nog een modellenopdracht. “Om te kunnen sparen voor een eigen bioboerderij. Nu werk ik op een ‘plukboerderij’ in Schelle, maar ik droom van een plek waar meerdere boeren kunnen samenwerken en waar landbouwers en consumenten dichter bij elkaar komen. Een soort community eigenlijk. Maar ik zou het modellenwerk ook wel missen als het zou wegvallen, ik hou van die afwisseling.”

De aarde op haar handen verraadt dat Corazon niet bang is van hard labeur op de boerderij. “Soms vraag ik me af waar ik aan begonnen ben ! Het is intensief werk, maar ik put veel kracht en energie uit ontmoetingen met andere boeren. Ik doe dit ook vanuit een overtuiging : de meeste mensen kopen hun groenten in de supermarkt maar ze hebben geen idee waar ze vandaan komen. Dat is toch jammer ?’

www.grondsmaak.be

RONDTREKKENDE SCHAAPHERDER

Een rondtrekkende herder met een kudde schapen ? In 2012 ? Het kan. Elke ochtend leidt Sam Duysan (40) zijn grazende kudde langs de oevers van de Damse Vaart. “Ik doe dat nu al zestien jaar”, zegt hij. “Voordien werkte ik als carrossier maar dat lag me niet zo. Via de VDAB vernam ik dat de provincie West-Vlaanderen op zoek was naar een herder, en zo ben ik erin gerold. De eerste keer dat ik die gigantische kudde van tweehonderd schapen zag, moest ik toch even slikken.” De schapen worden ingeschakeld om de dijken af te grazen, een ecologisch alternatief voor grasmaaiers. Alles bijeen zo’n dertig hectare die onderhouden moeten worden. Een van de dieren draagt een bel, en daar blijkt een goede reden voor te zijn. “Dat is de agressieve ram”, lacht Sam. “Aan die bel herken ik hem, want het is allesbehalve een pretje om van zo’n beest een duw te krijgen.” Het aantal rondtrekkende schaapherders in Vlaanderen kun je op één hand tellen, maar Sam denkt niet aan stoppen. “Dit is voor mij het beste beroep ter wereld : je bent de hele dag in de natuur, je werkt met dieren en je bent je eigen baas.”

Naast zijn dagtaken werkt Sam ook voor de vzw Zwerfgoed. “Een project voor jongeren die schoolmoe zijn of in de problemen zitten, en die dan een aantal weken meehelpen op de boerderij. Het zijn geen gemakkelijke gasten, maar je ziet hoe ze openbloeien door het werk.”

www.zwerfgoed.be

DOOR YASEMIN UTKU

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content