In een Chinees gezin waar ouders noch kinderen echt met elkaar kunnen praten, verloopt de communicatie op de duur via subtiele opmerkingen over de kwaliteit van de maaltijd. Mei Ng schreef met “Naakt Chinees Eten” een pakkende en humoristische roman over de merkwaardige dwarsverbanden tussen etnische en seksuele identiteit enerzijds en culinaire voorkeur anderzijds.

N aakt Chinees Eten past in zekere zin in de stroom van autobiografische romans van jonge Chinese vrouwen die nu al enkele jaren erg in trek zijn in het Westen. Toch staat waarschijnlijk geen van die auteurs zo ver af van het oorspronkelijke China als de 31-jarige Mei Ng. Net als de hoofdpersoon in haar roman, Ruby Lee, is zij een geboren en getogen New Yorkse. Ruby’s vader, Franklin Lee, kwam op 18-jarige leeftijd vanuit China naar de Verenigde Staten om in de wasserette van zijn vader te gaan werken. Toen hij genoeg geld opzij had gezet, trouwde hij met de 17-jarige Bell, die hij uit China naar New York haalde. Het huwelijk van Franklin Lee was geen echt succes. Uit angst zijn knappe jonge vrouw aan een andere man te verliezen, hield hij haar kort, en was hij nooit vriendelijk tegen haar. De drie kinderen die uit het huwelijk geboren werden, rebelleren elk op hun manier tegen de verzuurde atmosfeer waarin zij opgroeien. Zoon Vann wordt hippie, dochter Lynn zwijgt acht jaar tegen haar vader, en het nakomertje Ruby trekt eeuwig en altijd partij voor haar moeder.

Naakt Chinees Eten speelt in de zomer na Ruby’s afstuderen. Tijdens deze maanden woont de 22-jarige dochter weer even thuis en ergert ze zich des te meer aan de situatie waarin zij achttien jaar heeft geleefd. Ze tracht haar moeder, die haar hele volwassen leven bijna nooit buiten New York is geweest, zover te krijgen met haar op vakantie te gaan naar Florida en vervolgens van haar vader te scheiden. Tegelijkertijd moet Ruby zien te beslissen wat voor baan ze kiest en of ze moet ingaan op het voorstel om te gaan samenwonen van haar vriend Nick. Aan het eind van de zomer is ze tot de ontdekking gekomen dat veranderingen zich niet zomaar laten afdwingen, en dat weggaan soms de bevestiging van blijven inhoudt, net zoals je soms eerst moet terugkeren om eindelijk definitief te kunnen vertrekken. De eigenlijke reden van Franklin Lees nurksheid en van Bells weigering zelfs maar te overwegen hem te verlaten, lijkt hun beider grote verlatingsangst te zijn, een angst die alles te maken heeft met de onzekere situatie waarin Chinezen van hun generatie voortdurend verkeerden.

Mei Ng: Toen Franklins vader zijn zoon naar de Verenigde Staten liet overkomen, scheelde het niet veel of hij had direct na aankomst kunnen terugkeren naar China. De ambtenaren van de immigratiedienst bestookten hem urenlang met vragen en waren er geenszins van overtuigd dat hij werkelijk de zoon van Lee senior was, tot een van hen opmerkte: “Zie je niet dat hun gezicht precies dezelfde vorm heeft? Het zal wel waar zijn.”

In feite was Franklin een van de weinige gelukkigen. Tot na de Tweede Wereldoorlog waren Chinezen bepaald niet geliefd bij de Amerikaanse immigratiedienst. Chinese mannen waren welkom als goedkope arbeidskrachten, bijvoorbeeld voor de aanleg van spoorwegen, maar als het werk klaar was, hadden ze wat de Amerikanen betrof maar twee keuzen: doodgaan of terugkeren naar China. De meesten bleven echter levend en wel in de Verenigde Staten, maar dan als mannen onder elkaar, want het was uitermate moeilijk familieleden te laten overkomen. Toen mijn vader in het Chinatown van New York woonde, telde die grote wijk welgeteld drie vrouwen. Pas na de oorlog werden de discriminerende bepalingen tegen Amerikanen van Chinese afkomst ingeperkt, tenminste, voor diegenen die tijdens de oorlog onder de wapens waren geweest. Franklin Lee was toen soldaat, zodat hij aan het eind van de jaren veertig kon trouwen met Bell. De angst haar kwijt te raken zat er bij hem echter diep in. Maar in plaats van het haar naar de zin te maken, maakte hij haar juist steeds weer goed duidelijk dat ze zijn bezit was. Bell op haar beurt was getraumatiseerd door het feit dat haar moeder haar kort na haar geboorte had willen weggeven. Ze is bij haar huwelijk in feite ook “weggegeven”, en was vastbesloten dat zoiets haar niet nog eens zou overkomen. Vandaar dat ze, ondanks haar onvrede, er niet over dacht haar huwelijkse staat en dus haar bestaanszekerheid op te geven.

Kan die nurksheid ook te maken hebben met het feit dat het gezin in een klein huis woonde en de drie kinderen, samen met hun moeder, jarenlang één kamer moesten delen? Dat gebrek aan privacy wekt toch vanzelf irritatie?

Het is typisch Chinees met velen in één kleine ruimte te wonen. Volgens mij kun je daar op twee manieren op reageren: of je gaat zeer intiem met elkaar om, of je schept afstand door onvriendelijk en afstandelijk te doen. In mijn roman kiezen de gezinsleden voor het laatste. Ik had graag geweten hoe de huiselijke omgang bij andere Chinese gezinnen was, maar niemand sprak daar openlijk over. Waarschijnlijk is die geslotenheid onderdeel van een afstandelijke omgang, zodat je die op zich als een bewijs daarvoor zou kunnen beschouwen. Maar Chinezen zijn altijd nogal gesloten, dus mocht ik dat niet zomaar concluderen en wist ik eigenlijk nog niets.

Maar u had als kind toch Chinese vriendinnetjes? Als je bij elkaar over de vloer komt, merk je toch vanzelf hoe het er bij de ander thuis aan toegaat?

Natuurlijk, maar dan moet je wel tussen de Chinezen wónen. Nadat mijn vader zijn eigen wasserette kon kopen, trok hij weg uit Chinatown. Net als Ruby ben ik in Queens opgegroeid. Dat is een voorstad van New York, waar slechts weinig Chinezen en relatief veel Latino’s en zwarten wonen. Ik hoorde op straat meer Spaans dan Engels. Ik had slechts één Chinese vriendin. Jongens noemden mij vaak “La Chinita”, wat Spaans is voor “de Chinese”. Ik was wel gevleid door die bijnaam, maar ik stond nauwelijks stil bij de betekenis ervan. Ik voelde me gewoon Amerikaans. Toen ik elf was, waren mijn Chinese vriendin en ik smoorverliefd op John Travolta, de ster van Saturday Night Fever, en oefenden we in de huiskamer achter de wasserette zijn danspassen op die vreselijke muziek van de Bee Gees, zoals waarschijnlijk tienduizenden tienermeisjes overal in de Verenigde Staten. Ik sprak of verstond bovendien geen woord Chinees. Als Ruby’s ouders niet willen dat ze kan meeluisteren, spreken ze Chinees met elkaar. Terwijl haar oudere zus Lilly als kleuterleidster in een school in Chinatown elk jaar tenminste enkele kinderen in haar klas krijgt die uitsluitend Chinees spreken, is dat voor Ruby juist een volstrekt vreemde taal. Hetzelfde geldt voor de Chinese cultuur.

Behalve dan de eetcultuur. Er wordt in uw roman eindeloos gegeten en commentaar geleverd op de kookkunst van anderen.

Wanneer de leden van een gezin elkaar het grootste deel van de dag ontlopen, zijn de maaltijden de enige momenten waarop ze nog bij elkaar komen. Franklin probeert elke avond de aandacht te trekken door allerlei krantenberichten na te vertellen, maar aangezien niemand kan lachen om weer een bericht over een dodelijk ongeluk of een moord, wordt er nooit op gereageerd, waarop Franklin opnieuw verongelijkt in zijn schulp kruipt en vervelend commentaar levert op de rijst die net iets te nat of te zout was. In de loop der jaren krijgt dat commentaar ook tal van subtiele betekenissen. De kinderen kunnen bijvoorbeeld bij hun vader in de gunst komen door gebak voor hem te halen, en aan de wijze waarop hun moeder de tafel dekt en vooral aan wat ze precies op tafel zet, kunnen ze veel aflezen over haar humeur en bedoelingen. Zo wordt er toch veel gepraat door de gezinsleden, ook al is het op een zeer indirecte manier.

Wanneer Ruby haar joodse vriend Nick eindelijk aan haar ouders voorstelt via een etentje bij haar thuis, moet dat dus wel een mislukking worden?

Hoewel hij uitermate beleefd is en een grote bos bloemen voor haar moeder en een doos dure sigaren voor haar vader meeneemt, moet zijn bezoek wel tegenvallen, ja. Hij weet namelijk niets van Chinese eetgewoonten, laat staan natuurlijk van de subtiele betekenissen die de Lees aan hun maaltijden verbinden. Ten eerste wil hij per se met stokjes eten, terwijl hij alleen met mes en vork overweg kan. In de tweede plaats zegt hij dat zijn Chinese lievelingsgerecht gebakken rijst is. Een kapitale fout, want in een Chinees restaurant wordt gebakken rijst gemaakt van de restjes witte rijst die van de borden van vorige gasten worden geschraapt. Ten derde, en dat is onvergeeflijk, schept hij te vaak en te veel op. Hij doet dat natuurlijk om zijn waardering uit te drukken, maar de Lees vatten dat verkeerd op. Om je liefde of waardering voor een ander uit te drukken, geef je die juist de kom met de meeste rijst. Ruby heeft lang geaarzeld Nick uit te nodigen omdat ze zich schaamde voor haar familie en hun wat armzalige behuizing, maar nu voelt ze zich juist beledigd door zijn gedrag.

Had hij dit kunnen weten? In hoeverre zijn dit soort eetconventies typerend voor Chinezen in het algemeen en niet alleen voor het gezin Lee?

Een volk dat duizenden jaren in de schaduw van dreigende hongersnoden heeft geleefd, is natuurlijk geobsedeerd door eten. Daarom eten Chinezen ook alles, zelfs ratten en honden. Je eigen hond zul je nooit opeten, want die kan je waarschuwen voor vijanden of inbrekers. Om dezelfde reden eet je die van je buurman niet op, maar elke vreemde hond die argeloos het dorp inwandelt, eindigt zijn leven in de pan. Als Nick zich wat in de Chinese cultuur had verdiept, had hij kunnen weten hoe belangrijk hun afwijkende eetconventies voor Chinezen zijn. Maar Nick ziet Ruby niet als een Chinese, net zo min als zij hem als een jood wil zien. Ze doen beiden heel “Amerikaans”, maar juist door de blamage van dit etentje beseft Ruby dat er toch een cultureel verschil bestaat tussen hen en dat het verkeerd is dit volkomen te negeren.

Ruby voelt zich echter ook aangetrokken tot andere mannen en tot vrouwen en geeft, wat de mannen betreft, geregeld toe aan haar gevoelens. Heeft die onzekerheid over haar verhouding met Nick niet veel te maken met haar emotionele afhankelijkheid van haar moeder?

Zeker. In de vier jaar dat ze in Manhattan op kamers woonde, was ze druk bezig het leven te ontdekken, maar had ze voortdurend een onbestemd knagend gevoel, alsof ze iets miste. Als ze terugkeert naar het ouderlijk huis in Queens, weet ze ineens wat dat gevoel was: ze verlangde naar haar moeder. De hele zomer doet ze pogingen haar moeder zover te krijgen dat ze samen op vakantie naar Florida gaan. Eigenlijk zou ze het liefst zien dat haar moeder haar vader verlaat en met haar een appartement betrekt. Maar na de zomer moet ze erkennen dat haar moeder daar in het geheel geen zin in heeft, dat ze integendeel beiden behoefte hebben aan wat afstand. Ruby denkt dat ze vier jaar op eigen benen heeft gestaan, maar ontdekt dat ze de werkelijke stap naar de onafhankelijkheid nog moet zetten. Ze keert terug naar huis, om de moed te verzamelen voorgoed het huis uit te gaan.

Ruby moet aan het eind van het boek toegeven dat ze toch meer Chinese is dan ze dacht. Bent u zelf ook tot zo’n conclusie gekomen?

Ik weet dat het erg modern is op zoek te gaan naar je roots, zeker als Amerikaanse, maar mij is die zoektocht een beetje tegengevallen. Ik ben enkele jaren terug met mijn moeder naar China geweest. Ik vond het boeiend enkele achterneven van mijn vader te ontmoeten die zo sterk op hem leken dat ze wel voor verjongde duplicaten konden doorgaan. Maar ik had tevergeefs gedacht eindelijk niet op te vallen: omdat ik met Amerikaans voedsel ben grootgebracht, stak ik met kop en schouders boven iedereen uit en trok ik juist de aandacht. Bovendien spreek ik nauwelijks Chinees. De talencursus die ik ooit heb gevolgd, heeft me niet veel wijzer gemaakt, zodat ik voortdurend aan mijn moeders kop zeurde: “Wat zeggen ze? Waar hebben ze het over?” Toen ik terugkwam in New York wist ik definitief zeker dat ik geen Chinese ben. En als iemand op mijn uiterlijk wijst en beweert dat ik er toch een ben, antwoord ik tegenwoordig dat ik een Gringo-Chinees ben. Zo noemen wij de Chinese restaurants in de Verenigde Staten. Volgens een blanke Amerikaan serveren ze daar echte Chinese gerechten, maar voor wie is grootgebracht met voedsel zoals dat werkelijk in China wordt klaargemaakt, is het in één oogopslag duidelijk dat het Amerikaans voedsel is dat Chinees oogt. Ikzelf ga nooit in zo’n restaurant eten, omdat ik echt Chinees eten gewend ben, maar ik kijk niet neer op de mensen die dat wel doen. Tenslotte liggen mijn roots niet alleen bij de authentieke Chinese gerechten, maar ook bij de fastfood van McDonald’s.

Mei Ng, Naakt Chinees Eten (vertaald uit het Engels door Sjaak Commandeur), Meulenhoff, 1998, 274 blz., 690 fr.

Jeroen Kuypers & Piet de Moor / Foto’s Klaas Koppe

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content