Nordic walking is meer dan langlaufen zonder latten. Technische vaardigheid en coördinatie zijn noodzakelijk om je efficiënt voort te bewegen met de ‘poles’. Alleen dan werkt 90 procent van je spiermassa optimaal, stimuleer je de hartfunctie en verbeter je de doorbloeding.

Nordic walking ontstond in de jaren dertig in Finland als een conditietraining voor langlaufers tijdens de sneeuwvrije maanden. Begin jaren tachtig kreeg het een meer recreatieve dimensie en werd de buitensport wetenschappelijk onderbouwd. Er werd gezocht naar de ideale lengte van de poles (stokken), de houding en de beste techniek om lenigheid, kracht en coördinatie te trainen. Sindsdien is nordic walking er een druk beoefende sport en gespt één op de zes Finnen minstens eenmaal per week de poles aan. Zoals goede sportbeoefening vereist, kan ook nordic walking niet zonder enige voorbereiding.

dag 1 4°c / 9-10 bft / buien

Chris en Ann van trAck-outdoor in Ninove bewonderen ons : dertien moedigen die het gure weer trotseren voor een initiatiecursus. Een dertiger, wat veertigers en vijftigers en twee tieners hopen even gracieus door het landschap te glijden als Ann het demonstreert. Maar voorlopig stappen wij met de poles even houterig als Pinocchio. Aan Ann Lauwaert, licentiate lichamelijke opvoeding en gediplomeerd instructeur van het Nordic Fitness Institute Benelux, om dat op vier voormiddagen te veranderen. Eerst de pole instellen op twee derde van je lichaamslengte, want met te lange stokken vorder je als een robot. Vervolgens elke pole aan de juiste hand. Linkervoet en rechterarm voorwaarts, rechtervoet en linkerarm achterwaarts. En de stokken moeten volgen, in de rechterhand en parallel met het linkerbeen, in de linkerhand en evenwijdig met het rechterbeen. Eén op de twee deelnemers kampt met ernstige coördinatieproblemen. Dan maar per twee achter elkaar marcheren, onderling verbonden door de poles. Eerst beide poles synchroon, dan alternerend.

Genoeg getraind en klaar om de eerste passen nordic walking te zetten. Aan de rechterzijde lukt het, maar de linkerkant wil niet mee in de pas. Ann moedigt iedereen aan met de regel van vijf : “1. Lange armen. 2. Vlakke poles inplanten op de grond. 3. De pole voor jou met de handgreep omklemmen en achter jou lossen met gespreide vingers. 4. Een kaarsrechte houding nastreven. 5. Eerst de hiel plaatsen en vervolgens de voet ontrollen”. Die regel van vijf mogen wij een week thuis inoefenen. Voor de twee tieners, Jelle (19) en Katrien (14) zal dat wel meevallen, want zij hebben ritme en coördinatie te pakken.

dag 2 11°c / windstil / zon

Van het huiswerk is niet veel in huis gekomen. “De armen blijven laag. Tik je dij aan met de duim, armen laag naar achteren en de poles lossen”, herhaalt Ann onverstoord. Twee aan twee naast elkaar met de middelste voeten en de buitenste armen vooruit komen wij geleidelijk op dreef. De linkerzijde wil niet echt mee. Achter elkaar dan maar en elkaar corrigeren. Armen strekken, hand open, meer op een lijn lopen. In een gezapig tempo, allicht nog wat robotachtig, verlaten wij Ninove, een straatje in, en een veldweg op, richting Pollare. Weg van alle pottenkijkers. Nog wat laatste instructies voor een eerste natuurwandeling. “Rechtop lopen, want nordic walking is rugontlastend”, geeft Ann mee. “Je bekken moet kantelen. Je navel optrekken en beeld je in dat je een briefje van 500 euro hebt gevonden dat je tussen je billen moet knijpen om het niet te verliezen.” Het landschap gaat aan ons voorbij, maar technisch komt het stilaan in orde. Links, rechts, poles juist plaatsen en afduwen, handen ballen, vingers spreiden. Je hiel eerst plaatsen om te vermijden dat je zou wegglijden op de modderige baantjes. Eén been en beide poles moeten telkens evenwijdig aan elkaar staan. De passen worden wat groter en wij vorderen sneller dan verwacht. Bergaf gaat het zelfs te snel. Ann maant aan om kleinere passen te nemen en de poles als steunpijlers te gebruiken. Op de terugweg genieten wij voor het eerst een beetje van nordic walking en voelen wij de zuurstof binnenstromen.

dag 3 9°c / zacht briesje / bewolkt

Rendez-vous aan de Denderbrug in Pollare voor een stevige wandeling, waarbij wij de vallei verlaten, het talud opklimmen en vervolgens weer afdalen. Bij de opwarming laat Ann ons de ‘extra lange armen’ oefenen. “Je moet werken met de rotatie van je romp, van voren naar achteren en dan volgt het automatisch, van links naar rechts.” Het klinkt allemaal ingewikkeld op een zaterdagochtend. Nog even controleren of de dopjes onderaan de poles met de vlakke kant de weg raken, “want dat zal nodig zijn om je bergop te duwen”. Inderdaad, op minder dan een halve kilometer klauteren wij van hooguit tien meter naar iets meer dan zestig meter boven de zeespiegel. Dat lijkt bitter weinig, maar als je het ooit zelf moet doen, zal je wel anders piepen.

“Als je goed doorstapt, de juiste techniek hanteert en de goede paslengte vindt, ervaar je tegen de middag een gelukzalig gevoelen”, voorspelt Ann. “Tweemaal uitademen en eenmaal inademen. Je longen leeg maken en een beetje lucht happen om vlotter bergop te geraken.”

Linkervoet, rechterarm voorwaarts, stokken vlak en naar achteren, lichtjes voorwaarts hellen, bekken kantelen, de arm langs de dij achterwaarts schuren, vingers openen. Wij vatten de beklimming van de Steenberg aan. Gemakkelijk ? Vergeet het, je gewicht wat meer naar achteren, lichtjes buigen, de stokken naar achteren, kleinere passen of je dondert naar beneden. Maar goed, het lukt. Op een vlak stuk asfalt even oefenen om hiel en stokken juist neer te planten en dan… verder bergop. “Duw je voort, durf vooruit te gaan”, moedigt Ann aan. Wij stuwen ons de heuvel op. Eens bovenop het talud volgt een intervaltraining. Traag stappen en van achteraan zigzaggend tussen Katrien, Hugo, Koen en Jelle op topsnelheid naar voren om dan weer te vertragen. Je zult het weten als je de kop trekt…

Op eigen ritme bergafwaarts naar de meanderende Dender. Gelanceerd stuiven wij het jaagpad op, ballen de vuisten om de handgrepen, duwen ons af op het asfalt, en nordicen fluks naar het beginpunt. Opgewekt en enigszins euforisch hebben we de acht kilometer nordic walking achter ons. Gelukzalig, inderdaad Ann, het klopt.

dag 4 7°c / 3-4 Bft / schrale oostenwind

Verzamelen aan het Neigembos, een stukje natuurpracht waarvan Ann ons met volle teugen wil laten genieten. “We letten extra op de armbewegingen en het plaatsen van de voet. Eerst je hiel plaatsen, dan gaat je bekken automatisch kantelen en ga je ook je passen verlengen”, herhaalt Ann de kneepjes. Ter controle moeten wij enkele passen zetten met de ogen dicht en vervolgens stokstijf blijven staan. Tja, die arm nog wat lager en meer naar achteren, de vingers gespreid, de hiel wat nadrukkelijker plaatsen.

Ondertussen gaapt voor ons een fikse heuvelrug. Ieder vordert op eigen tempo op de mulle tot modderige bodem. Op de ‘hoogvlakte’ van de Woestijn schuurt een schrale oostenwind in het gezicht. Wij ronden de Woestijn en nordicen bergafwaarts om langs veldwegeltjes terug te keren naar Neigembos. De vaart zit erin, de techniek moet nog wat bijgeschaafd worden. “Naarmate je meer gaat nordicen komt dat wel in orde. Zolang je maar blijft letten op die lange armen, lage stokken en… grijpen en loslaten”, geeft Ann nog mee.

De smaak hebben wij te pakken. Wekelijks een uurtje zuurstof happen, ontstressen en energie hamsteren voor een volgende werkweek. Wij zien het best zitten.

Door Geert Van Lierde I Foto’s Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content