Hoe begin je als man aan haar handtas, die duistere no-entryzone vol vrouwelijk gevaar ? Hoe ontwerp je juwelen die haar schoonheid doen schitteren ? Of hoe creëer je schoenen met elegante hakken waarop sierlijke vrouwenbenen balanceren ? Vijf dapperen getuigen.

:: www.atelierelf.com

:: www.michaelverheyden.be

:: www.lajoie.be

:: www.stevendewilde.com

Ludovik Colpaert (32) en Flor Janssens (27) van Atelier Elf

Ludovik : ” Atelier Elf bestaat uit drie ontwerpers : Flor, Elke en ik. We studeerden alledrie juweelontwerp aan Sint-Lucas in Antwerpen en besloten nadien om samen een atelier te delen. Dat mondde al snel uit in een eerste gezamenlijke collectie : wash with similar colors. We hebben een vrij conceptuele stijl : veel symboliek, vaak een achterliggend verhaal en vooral veel humor. Of ik nu voor mannen of voor vrouwen ontwerp, voor mij maakt dat echt niet veel verschil. Het is trouwens nog maar met onze nieuwe collectie dat we opsplitsen tussen vrouwen- en mannenjuwelen. Vroeger werkten we altijd uniseks. Nu moesten we ons dus voor de eerste keer afvragen waar de mannelijke fantasie van de vrouwelijke verschilt. En het is onze indruk dat het voor vrouwen nog altijd wat romantischer en sprookjesachtiger mag, met subtiele of knotsgekke foliekes. Voor mannen moeten juwelen nog vooral stoer blijven, letterlijk zwaar en licht heroïsch zijn. Het is leuk om de twee te ontwerpen.”

Flor : “Elk ontwerp is trouwens door de handen van ons drieën gegaan. Anders gezegd : elk juweel draagt iets in zich van elk van ons. En daarbij merken we absoluut geen verschillende aanpak of ander resultaat tussen Elke en ons. Integendeel. Elke zou soms zelfs steviger te werk durven te gaan. Ook ik vind het boeiend om zowel voor mannen als vrouwen te ontwerpen. Al geef ik wel toe dat het voor mannen wat moeilijker ligt. Of dat het toch minder vanzelf gaat. Het concept weegt meer door bij mannenjuwelen, het moet echt sterk zijn. En je mag ook niet zomaar om het even welk symbool gebruiken voor mannen, dat ligt bij hen schijnbaar wat gevoeliger. Wat dan wel weer een voordeel is : als man kan ik makkelijker oordelen of een mannenjuweel werkt of niet. Ik pas het, want een juweel kún je niet los van het lichaam zien, en voel dan al vlug of het goed zit. Ik mag op mijn eigen smaak en aanvoelen vertrouwen. Voor vrouwenjuwelen ligt dat toch wel anders. Ik merk trouwens aan Elke dat zij vlotter oorringen ontwerpt.”

Elke L. Peeters : “Nee, ik hoef geen vrouwelijk tegengewicht te vormen voor de aanpak van Ludovik en Flor. Ik ontwerp trouwens ook graag mannenjuwelen. Die zitten enorm in de lift. Of toch zeker al in het buitenland. Het gaat dan vooral om ringen en halskettingen, armbanden blijven nog wat achter. “

Michaël Verheyden (26)

“Mijn eerste tas ? Geknutseld uit een stuk vijverfolie, toen mijn vader een vijver aanlegde. Ik liep er op school mee rond – ik studeerde vormgeving in Genk – en kreeg ontzettend veel positieve reacties. Of ik ook niet voor hen eens een tas kon maken. En zo ben je weg natuurlijk. Ook door mensen als Raf Simons, voor wie ik ooit nog model gelopen heb, kreeg ik de smaak voor mode te pakken. Samen met studiegenoot Jan Kuppers besloot ik na de studies een bescheiden tassencollectie op te starten, voor vrouwen en mannen. Sinds een klein jaar doe ik het alleen.

Klopt, handtassen lijken nog altijd het voorrecht van de vrouw. En zeggen dat het eeuwenlang een mannenaangelegenheid was, dat zie je ook op oude schilderijen. Uiteraard heeft de verslanking van het vrouwensilhouet veel te maken met de opkomst van de handtas voor vrouwen. Een volle portefeuille in de achterzak van een jeans is niet bijster elegant. Bij mannen is het intussen net omgekeerd : alle zakken volproppen. En wat er niet meer bij kan, dat blijft thuis. Of, jawel, dat droppen ze in de tas van hun vriendin. Bang dat het te vrouwelijk overkomt ? Misschien. Maar ik denk dat mannen gewoon praktisch denken. Zo’n extra tas meezeulen : liever niet. Al zie ik daar binnenkort wel verandering in komen. Ook mannen beginnen meer spullen te verzamelen : gsm, palmtop, laptop, mp3-speler…

Ik probeer in mijn ontwerpen trouw te blijven aan het rechthoekige archetype, en vooral te variëren in de manier van constructie, van patroon. Ik wil niet die gekke ontwerper zijn die zichzelf verliest in zijn fantasie, en de persoon overstijgt die de tas uiteindelijk draagt.

Ik betrek heel wat vrouwen in het ontwerp- en productieproces. En soms vraag ik ze heel concreet uit over hun handtas : wat willen ze, wat vinden ze leuk. Vaak is het ook een vriendin die me concreet komt vragen : waarom doe je niet eens zoiets ? Omdat ik weet dat meisjes liever niet hebben dat bijvoorbeeld hun tampons in het oog springen wanneer ze hun tas opendoen, zorg ik ervoor dat het binnenzakje goed verborgen is.

Elk prototype laat ik een tijdje dragen door mijn vriendin, mijn moeder, mijn zus… de vrouwen uit mijn nabije omgeving. Met hun feedback houd ik nauwgezet rekening. Mijn moeder heeft me trouwens wel al vaker geholpen bij specifieke productieprobleempjes.”

Alex Schrijvers (34)

“La Joie. De vreugde, maar dan wel in het beter klinkende Frans : zo heet mijn collectie juwelen en handtassen. Ik wil de dragers met mijn ontwerpen een goed gevoel geven : ze laten genieten van mooie objecten, en zo de basis leggen voor een leuke tijd. Ambitieus ? Misschien. Maar ik geloof erin. Accessoires zijn belangrijker dan ooit, en kunnen een outfit een heel gerichte uitstraling geven. Mijn stijl omschrijf ik als fashion, maar met een alternatieve ondertoon. Fashion, omdat ik toch absoluut probeer vormen te creëren die niet doordeweeks zijn, vrij uitgesproken zelfs, nieuw. Alternatief, omdat de ontwerpen altijd wel een verdoken, apart randje hebben. Mijn logo naai ik ook altijd aan de binnenkant : mensen moeten de tas kopen omdat ze die graag zien. Snobs hoef ik niet. Ik werk bovendien nog altijd overwegend in het zwart. Een mooie kleur, met een sterke identiteit. Maar vooral : zwart is enorm dankbaar om vormen en ideeën in uit te drukken. Meestal laat ik me trouwens leiden door het materiaal : schaapsleder leidt automatisch tot andere ontwerpen dan bijvoorbeeld struisvogelleder.

Op enkele uitzonderingen na zijn al mijn handtassen en juwelen voor vrouwen bedoeld. Zelf vind ik het moeilijker om voor mannen te ontwerpen. Mannen ervaren juwelen nog altijd vlug als té vrouwelijk. Gevolg : je moet heel bescheiden te werk gaan, en meer down to earth blijven. Voor vrouwenjuwelen kun je je fantasie gerust laten ontsporen. Vrouwen staan open voor creatieve bokkensprongen. Waaraan ligt dat verschil ? Geen idee. Onze westerse cultuur misschien ? Kijk naar zuiderse landen waar mannen zich ongegeneerd met krachtige, zelfs hopen juwelen behangen. Al lijken ook onze mannen aan een inhaalmanoeuvre bezig. Hun cosmeticaproducten zitten toch ook in de lift ?

Hetzelfde geldt voor handtassen : ik heb enkele mannentassen in mijn collectie, maar die verkopen voorlopig maar mondjesmaat.

Dat ik als man voor vrouwen ontwerp, daar sta ik eigenlijk niet bij stil. Ik creëer gewoon objecten die toevallig liever door vrouwen gedragen worden. Meer niet. Ik vind het trouwens een schitterende gedachte dat ik als man de geheime schatkamer van de vrouw ontwerp. Als architect weet ik perfect hoe de kamer eruitziet, maar ik zal nooit weten welke schatten erin zullen verdwijnen. Misschien maar beter zo…”

Steven De Wilde (34)

“Noem wat ik doe gerust ‘couture à la carte’. Ik werk uiterst gepersonaliseerd, en stel bijzonder hoge eisen aan de uiteindelijke uitwerking van het ontwerp. De jurk moet de bruid doen schitteren, dát is het doel. Om ‘Steven De Wilde’ draait het dan al lang niet meer.

Na mijn opleiding grafiek aan Sint-Lucas heb ik één jaar mode gestudeerd in Antwerpen. Maar, en met alle respect, ik voelde me er niet echt thuis. En ik zei het al : het gaat bij mij niet over de status van fashion, over labels of namen… Vraag mij niet naar het laatste supermodel, ik kén het niet. Ik creëer voor mensen, da’s alles.

Intussen had ik de trouwjurk van mijn zus ontworpen en daar heel enthousiaste reacties op gekregen. Én meteen de vraag van andere bruiden in spe om ook voor hen te maken. In die tijd werkte ik bovendien in een schoenenwinkel. Veel vrouwen kwamen er schoenen kopen voor hun huwelijk en lieten zich vaak wanhopig uit over de ‘jurk die ze maar niet vonden’. Ik voelde dat er nood was aan persoonlijke, unieke exemplaren.

Twaalf jaar geleden begon ik zo mijn eigen zaak. Mijn werkwijze is tot nog toe altijd dezelfde gebleven : eerst heb ik enkele uitgebreide gesprekken met de bruid, ik werk een paar voorstellen uit, laat van het uitverkoren model twee prototypes in katoen maken, en zo gaan we stapje voor stapje verder. Het is een heel intense samenwerking. Nee, niemand moet bij mij aankloppen met een foto in de hand van de jurk ‘die ik moet namaken’. Ik ontwerp op maat van de schoonheid, van het karakter van de bruid.

En dus zijn de resultaten enorm uiteenlopend : van romantisch wit tot rood-blauw met Schotse ruiten. Zolang het maar de uitstraling van de bruid weerspiegelt, zelfs onderlijnt. Daarom wil ik ook die intense band. En intussen heb ik wel de gave ontwikkeld om vrouwen snel te doorgronden, om de kleur van het karakter te achterhalen.

Vrouwen voelen zich snel op hun gemak bij mij. Moet ook, want ze moeten me volledig vertrouwen. Ik ben tenslotte een sleutelelement voor die ‘mooiste dag van hun leven’. De sfeer met de klant wordt al snel joviaal. Geen schroom of aarzeling ook om in lingerie voor mij te staan… Het is niet uitzonderlijk dat een klant een vriendin wordt. Om ze dan op haar huwelijksdag te zien stralen in mijn ontwerp, wat een heerlijk intens moment is dat.”

Pol Quadens (45)

“Ik weet het. Een meubelontwerper die plots met vrouwenschoenen uitpakt, er zetten er wel meer grote ogen op. Maar het was een instinctieve keuze. Of beter : het líep gewoon zo. Toen de productie van mijn meubelen naar Italië verschoof, verhuisde ik zelf een beetje mee. Ik werd er onbewust gemarineerd door die trotse, modebewuste Italiaanse cultuur. Het was daar dat ik in contact kwam met de directeur van Swatch Lab, die me introduceerde in de horlogewereld. En van het een kwam het ander : ik zat plots een horloge te ontwerpen voor Hamilton en later een voor Rado. Mijn interesse voor mode en styling was meteen gewekt.

Next ? Een kledinglijn ! Of dat dacht ik toen toch enthousiast. Ietwat overmoedig, bleek achteraf. Ik heb wel een volledige collectie geschetst, maar nooit uitgebracht. Ik ben geen modeontwerper, ik blijf een designer. En toch is er iets blijven hangen van dat avontuur : de schoenen. Want mijn kledingcollectie had eigenlijk op een defilé van Modo Bruxellae geshowd moeten worden. En omdat ik de modellen niet zonder schoenen de catwalk kon opsturen, ben ik toen ook over schoenen beginnen nadenken. En dat is me wél blijven fascineren.

De eerste collectie, La Strada, is sinds vorig najaar echt volledig af en internationaal gelanceerd. De schoenen zijn gemaakt van carbonvezel, een wereldprimeur. Eerst in de Lokerse fabriek van carbonfietsen IPA, nu in een Britse autofabriek. Vederlicht zijn ze, amper 70 gram. Een voortzetting dus van mijn voorliefde voor composietmaterialen, de enige mogelijkheid trouwens om een schoen met een hoge hiel, zonder hak te creëren. Ook mijn volgende collecties tellen uitsluitend vrouwenschoenen. Nee, ik zal nooit voor mannen ontwerpen. Mannenschoenen, da’s een heel ander verhaal. Daar gaat het om patronen, om styling. In vrouwenschoenen kun je design kwijt, het zijn 3D-fantasieën. Mijn ding.

En wat meer is : ik hou van vrouwen. Ik ben verliefd op de vrouwelijke schoonheid. Hun lijn, hun vormen, hun rondingen, die inspireren me als vanzelf. Het liefst benadrukken mijn schoenen die schoonheid, maar verdwijnen ze zelf en gaan ze volledig op in het silhouet. Ik pretendeer niet dat ik perfect weet wat vrouwen willen. Ik maak gewoon waarmee ik als man, maar misschien nog meer als designer denk de vrouwelijke schittering te onderlijnen. Zo sober en zo mooi mogelijk. Én in alle bescheidenheid.”

:: www.poldesign.com

Tekst Guinevere Claeys l Styling Audrey Heselmans l Foto’s Annick Geenen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content