Meer dan 400 jaar buitenlandse handel en kolonialisme hebben van Macao een zeer intrigerende stad gemaakt. Een smeltkroes van Portugese romantiek en Chinees aanpassingsvermogen. Tussen wolkenkrabbers en casino’s liggen Portugese forten, koloniale kerken, boeddhistische tempels, naast sjieke

winkels, straatmarkten en vredige tuinen.

FIONA CAMERON

FOTO’S : PREBEN S. KRISTENSEN

Filmregisseurs of modefotografen op zoek naar een lokatie die Sjanghai in de jaren ’30 moet verbeelden, denken er nog niet aan om naar China te reizen. Ze komen steevast naar Macao, naar de zone tussen het Largo do Senado en de Inner Harbour, ooit het mekka van dokwerkers, matrozen, gokkers en hoeren, bloemenwinkels en straten met namen als Rua da Felicidade.

Terwijl in sommige wijken van Macao het onafgebroken gedreun van pneumatische hamers weerklinkt in een rusteloze race met Hongkong, die andere hektische plek in AziĆ« hoor je in de Inner Harbour het eeuwige gekletter van dominosteentjes, het mah jong spel. Op vele gebieden lijkt de moderne tijd absoluut geen vat te krijgen op deze wijk. Men leeft er dag in dag uit op straat : een permanent spektakel. Je vindt er traditionele Chinese apotekers, opslagplaatsen voor rijst, noedelmakers, kokosschrapers, oude tempels en Chinese teehuizen, die ’s morgens vol zitten met oude mannen en hun vogels.

Er zijn al lang geen bordelen meer in de Rua da Felicidade, een smalle straat met traditionele Chinese winkels, waarvan de gelijkvloerse verdieping helemaal open is op de straat. Daar bevinden zich restaurants of winkels. Men verkoopt er slangewijn, elektrische toestellen, motorfietsen en alles en nog wat. Door het venster van de verdieping kan men een glimp opvangen van de originele houten zolderingen en oude Chinese waaiers. Aan het aantal art-decogebouwen zie je dat de jaren ’30 ook hier een grote bloeitijd waren. In Macao wordt de architekturale erfenis van kerken en gebouwen in koloniale stijl naar waarde geschat. De art-decogebouwen van de stad daarentegen staan er vergeten en verwaarloosd bij. De bekleding verbrokkelt, de verf bladdert af. Maar ook al biedt de straat overdag een vuile, smakeloze en vermoeide aanblik, ’s avonds ziet ze er onder de neonverlichting heel anders uit. In de haven lokken de fonkelende, drijvende casino’s de gokkers met vergulde en kleurrijke faƧades en valse beloftes. Aan de overkant van de straat bevinden zich pandjeshuizen met betraliede ramen en gewapende wachters waar jade, gouden Rolex-horloges en camera’s worden gekocht van wie minder geluk had.

Jaarlijks telt Macao 6 miljoen bezoekers, waarvan zo wordt verteld 5 miljoen gokkers… die een slordige 2500 miljoen Hongkong-dollar “pompen” in de koffers van Stanley Ho’s “Macao Tourism and Amusement Company” (STDM). Sedert 1962 heeft het bedrijf van deze zakenman het monopolie van alle goktenten. Gokken werd toegelaten om Macao te helpen overleven, toen de handel in de helft van vorige eeuw definitief naar Hongkong verhuisde. Nu betekent het 50 procent van de staatsinkomsten. In Macao kan je op vrijwel alles gokken : mah jong, roulette, paarden, honden, vogels en cricket. De meeste mensen stellen zich tevreden met het maniakaal manipuleren van de zogenaamde eenarmige bandieten. Ongeveer een jaar geleden deed de Taiwanese mafia een overnamebod, maar dat mislukte en nu wordt opnieuw zeer streng toegekeken op de veiligheid in de casino’s. In de loop der jaren werden talrijke moorden en zelfmoorden geregistreerd en van een aantal kamers in het nogal slonzige Grand Hotel wordt beweerd dat de geesten van sommige gokkers er nog ronddwalen.

Maar ook wie geen filmregisseur of gokker is, komt in Macao aan z’n trekken. De Portugese enclave heeft voor elk wat wils : koloniale architektuur, oude tempels, Chinese tuinen en teehuizen, bruisende straatmarkten, kleine musea en kunstgaleries. In Macao kan je terecht voor allerlei “uitspattingen”, van zwaar doorzakken tot een (daarbij behorende) late luie lunch, van waanzinnige uitgaven in een Chinese antiekwinkel tot het zich laten verwennen in al even Chinese massagesalons.

Macao ontstond in 1557, in de bloeiperiode van de ontdekkingsreizen, ingezet door de Portugese prins Hendrik de Zeevaarder. De kolonie werd opgericht op een schiereiland langs de zuidoostelijke Chinese kust, als een handelspost voor zijde, specerijen en porselein tussen China en Japan en tussen deze beide landen en Europa. De Kerk gebruikte Macao als een uitvalsbasis voor haar bekeringsexpedities in China. Zoals wel vaker gebeurt, werden ook hier de belangen van Kerk en Staat vermengd. Oorspronkelijk was Macao een kleine, benauwde plek. Maar in de 19de eeuw nam het uitbreiding en omvatte van toen af ook de eilanden Taipa en Coloane die nu met bruggen en met een verhoogde weg verbonden zijn. De totale oppervlakte bedraagt 17,41 vierkante kilometer. Er wonen 370.000 mensen, waarvan 95 procent Chinezen en 5 procent Portugezen.

We beginnen ons bezoek op het Largo do Senado. Aan het ene eind van dit prachtige plein staat de mooieneoklassieke Leal Senado, de zetel van het stadsbestuur. In het gebouw bevindt zich bovendien een mooie biblioteek met Engelse en Portugese boeken over China en op de gelijkvloerse verdieping een galerie. Kaarten en informatie zijn te verkrijgen in het infocentrum voor toeristen op het plein. Te voet gaat het door de (overwegend) autovrije buurt, via de barokke Sao-Domingokerk en de nabijgelegen markt tot aan de Sao-Paolokerk. Die kerk staat in elke brochure afgedrukt : ze werd door brand vernield in 1835. Alleen de voorgevel bleef overeind. Het lijkt wel een decor uit lang vervlogen tijden.

We wandelen door de Rua Sao Paolo, naar links en worden overrompeld door de weelde van antiek- en porseleinwinkels. Dan belanden we in de charmante Camoes Garden met rechts de FundaƧao Oriente. Dit was ooit de residentie van het hoofd van de British East India Company. Nu is het gebouw ingericht als museum, met keramiek, akwarellen van het oude Macao en schilderijen van mandarijnen. Vlakbij ligt de oude protestantse begraafplaats. Een vredige, goed onderhouden plek, waar elke grafsteen een eigen verhaal vertelt : van missionarissen, handelaars, schilders en zeelui, van vrouwen en kinderen…

Maar de begraafplaats van Macao is een open boek, waarin we lezen dat het leven hier niet altijd een pretje was. De enclave heeft inderdaad een turbulente geschiedenis gehad, afhankelijk van de grillen van de Chinezen en de aanvallen van de Nederlanders. Uit angst voor die Nederlanders werd indertijd besloten een uitgebreid verdedigingssysteem op te trekken. Overblijfselen daarvan zijn de forten van Guia, Mong-Ha, Sao Tiago en Monte, waar in 1622 een jezuĆÆet, als kanonnier (!), de stad gered heeft door met een kanonbal de Nederlandse munitievoorraad op te blazen. Vanop die winderige heuveltoppen heeft men een prachtig uitzicht op de stad. Bewaar Sao Tiago voor het laatst en geniet er van een cocktail bij het bewonderen van de zonsondergang over China. Het fort werd namelijk omgebouwd tot een luxehotel met wijnstalletjes in de schildwachthuisjes en een fontein in plaats van de waterput.

De casino’s in Macao zijn wellicht de Ć©chte tempels, maar niet Ć©Ć©n Chinese gokker die eraan denkt zijn kans te wagen in de liefde of op de paarden zonder eerst zijn geluk te testen. Het best kan men hiervoor terecht bij de bewakers van de (religieuze) tempels. Macao barst letterlijk van de Chinese tempels en tradities. In kommunistisch China zijn intussen veel van die gewoonten uitgestorven, maar hier zijn ze bewaard gebleven.

De 16de-eeuwse tempel van A-Ma is een must. Hij is gewijd aan de godin van de zee en staat op de plek waar de Portugezen in 1555 voet aan wal zetten, plek waaraan Macao zijn naam te danken heeft (A-Ma-Gau betekent de baai van A-Ma). De tempel bestaat uit een aantal gebedsruimten, paviljoenen en tuinen, aangelegd rond een met stenen bezaaide heuvel en met elkaar verbonden via kronkelende paden door “maanpoorten” en kleinere tuintjes. De mensen komen hier om waarzeggers te raadplegen, wierookstokjes te branden (tegenwoordig wierookspiralen die twee weken lang meegaan) en om te bidden. Bovenop de heuvel hangen vrouwen gebedsbrieven aan de takken van de bomen om vruchtbaarheid af te smeken. Naast een bezoek aan de tempel loont een ommetje via het Maritiem Museum zeker de moeite. Het staat vol herinneringen aan Chinese en Portugese ontdekkingsreizigers, visgronden, vaartuigen en Chinese festivals die met de zee te maken hebben. In het museum kan men boeken voor een tochtje met een jonk rond de Inner Harbour. In de late namiddag krijg je een fascinerend uitzicht op de dokken. Een uitstekende gelegenheid ook om het leven van de vissers op de jonken en de sampans te bekijken. De schuiten mogen dan wel oud lijken, de watertaxi’s vervoeren moderne schoolgaande kinderen in uniform en tetterende zakenlui-met-mobilofoon. Tijdens de tocht krijg je ook een schitterend uitzicht op het Chinese vasteland, aan de overkant van het water. Het kontrast is frappant. Op Macao zijn de appartementsblokken oud en bedolven onder de klimaatregelingstoestellen en balkonnetjes met wasgoed (wat overigens verboden is). Op de Chinese oever staan moderne, glimmende gebouwen die er de jongste tien jaar opgetrokken werden.

Het bezoek kan u kombineren met een lunch of dineetje in La Lorcha, het beste Portugese visrestaurant in Macao. Een cataplana met schelpen of een zeevruchtenrisotto vergezeld van een licht wit wijntje… Wat moet een mens meer hebben om gelukkig te zijn.

Twee andere fascinerende tempels kan men ook kombineren met andere attrakties. Vroeg in de morgen neemt men een taxi naar de Lou Lim Ieoc Gardens, in de onmiddellijke omgeving van Sao Lazaro. Men komt voorbij de katolieke Sint-Michielskerk en bijbehorend kerkhof en langs een allegaartje van wolkenkrabbers en aftandse koloniale herenhuizen. Maar eenmaal voorbij de maanpoort belandt men in een betonnen “berglandschap” in Suzhou-stijl, “bamboebossen” en een lotusvijver. Interessanter nog is te zien hoe gewone Chinezen hun dag beginnen : ze beoefenen tai chi, leren salondansen, zingen, bespelen vreemde Chinese muziekinstrumenten of gaan uit wandelen met hun vogel… De hele atmosfeer ademt sereniteit uit.

Van Lou Lim Ieoc is het een korte taxirit naar de 13de-eeuwse boeddhistische tempel van Kun Iam Tong. De inkom is versierd met een bas-reliĆ«f met porseleinen figuurtjes. De tempel omvat drie paviljoenen, opgedragen aan de Three Precious Buddhas. De gebouwen zijn van elkaar gescheiden door open velden en tuinterrassen. Op Ć©Ć©n daarvan staat een stenen tafel waarop anno 1844 het eerste Chinees-Amerikaanse verdrag ondertekend werd. Er zijn ook rouwkapellen waar de talrijke boeddhistische rouwplechtigheden plaatsvinden. Als een Chinees sterft, is het de gewoonte papieren versies te verbranden van alles wat hem/haar in het hiernamaals gelukkiger kan maken : papieren geld, huizen, auto’s, radio- en televisietoestellen, waaiers, meiden en butlers… Hoe belangrijker de persoon, hoe groter en uitgebreider de offergaven.

Van hieruit neemt men een andere taxi naar de 17de-eeuwse taoĆÆstische tempel van Lin Fong. Eeuwenlang bood deze tempel onderdak aan mandarijnen op reis tussen Macao en Kanton. Er komen slechts zelden toeristen naar toe, omdat de plek buiten het “klassieke” circuit ligt, maar het interieur met keramieken friezen vol draken en reigers is schitterend. Een deel van de tempel werd ingericht als school. Buiten, op het binnenhof, zitten oude mannen te kaarten.

Wie nog wat energie over heeft, wandelt langs de Avenida da Conselheiro Borja, werpt een blik op de eendenmarkt (het liefst in de vroege uurtjes) of trekt via King’s Cake Shop op het Istmo Ferreira do Amaral naar de Barrier Gate (grenspost met China).

Na zo’n drukke voormiddag hebt u recht op een “lazy lunch” : op naar de veranda van het neoklassieke Hotel Bela Vista, waar de nieuwe Franse chef Pierre Belon zijn stempel drukt op de Portugese keuken. Jammer genoeg wordt de haven recht tegenover het hotel dichtgegooid, waardoor het ooit zo prachtige uitzicht verknald wordt. Maar het is nog altijd een betoverende plek die herinnert aan een glorierijk verleden.

U kan ook een taxi nemen of een auto huren om naar de eilanden Taipa en Coloane te trekken. Eten in een van de familierestaurants in het slaperige Taipa, of zich laten verwennen in de tropische tuinen van het Hyatt Regency Flamingo-restaurant, befaamd om zijn Macanese keuken : een mengeling van Chinese, Portugese, Afrikaanse, Maleisische en Indiase keuken, het resultaat van een eeuwenlange wisselwerking via de Trade Winds. Proef er de sterk gekruide garnalen of krab met curry.

Taipa ontwikkelt zich snel, vooral dank zij de bloeiende handel met China. De nieuwe internationale luchthaven moet volgens plan opengaan in de zomer van 1995. Wacht dus niet te lang meer. Bezoek het charmante Taipa House Museum, met zijn 19de-eeuws interieur en ga daarna naar Coloane met zijn schilderachtig dorpje (niet te missen : de custard tarts in Lord Stow’s Patisserie op het dorpsplein), traditionele scheepswerven, krijtrotsen en stille stranden. Het enige Kantonese restaurant-met-uitzicht bevindt zich in het nieuwe Westin Resort op de Hac SaBeach, maar wie Italiaans wil eten, bestelt een pizza in La Torre (met uitzicht op zee) aan de Cheoc Wan Beach. Wie een paar nachten op de eilanden wil blijven in Macao ben je nooit echt ver weg , kan er tegelijk van het zeezicht genieten en van een rustige vakantie. Men kan zich nauwelijks iets mooiers inbeelden dan het uitzicht op de Zuidchinese Zee.

Macao is berucht om zijn nachtleven. Gokspelen leveren de helft van de staatsinkomsten.

Na een hevige brand bleef alleen de gevelvan de 17de-eeuwse Sao-Paolokerk over.

De tempel van Kun Iam Tong : in 1844 het decor voor het eerste Chinees-Amerikaanse verdrag.

Dansles in de Lou Lim Ieoc Gardens.

De eendenmarkt : voor westerlingen een bezienswaardigheid.

Bergen Portugese lookworst : het aanbod op de markt is overweldigend.

Boven : een deel van de taoĆÆstische Ling Fong (Lotus)-tempel doet dienst als school. Onder : gokken is een nationaal tijdverdrijf.

Dit paviljoen in de Lou Lim Ieoc-tuinen werd gebouwd naar het model van de klassieke Suzhou-tuinen.

Vanaf de binnen- haven krijg je een fas- cinerend uitzicht op het Chinese vasteland.

Een van de vele nog bewaarde gebouwen in typisch 19de-eeuwse koloniale stijl.

Aan eethuizen geen gebrek : in Macao kan je naar hartelust proeven van Portugese, Macanese of Kantonese keuken.

Het Largo do Senado met zijn schitterende mozaĆÆekvloer vormt het hart van de stad.

De balkons van de vele oude gebouwen zijn vaak bedolven onder wasgoed of… vogelkooien.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content