Onze baby dreigt een lezeres te worden. Zij grijpt naar boeken in mijn boekenkast en heeft er al een aantal van ezelsoren voorzien, waaronder De wijsheid van stenen en De kracht van leiderschap. Het doet een beetje hartzeer om de verlangde paperback uit haar handbereik te moeten zetten. Maar ze kan daar maar beter aan wennen, want is het niet dat wat het leven levenslang doet : de dingen die je begeert iets verderop zetten, zodat je er telkens net weer niet bij kan ?

Misschien moet ik zeggen dat je alles kunt bereiken als je maar hard genoeg je best doet – een van die mythes die je als kind krijgt aangesmeerd, zoals ook dat je niet mag liegen en dat wie een put graaft voor een ander, daar zelf invalt. Het is opmerkelijk hoelang je zulke stadslegenden blijft geloven, ondanks wat je elke dag hoort en ziet, zoals mannen die niet beschouwd wensen te worden als de vader van hun dochter. Hoe neofeodaal kan iets klinken ? Als je niet beschouwd wenst te worden, denk ik dan, laat dan een DNA-test toe – waarvan iedereen de uitslag al kent. Toch zijn er velen die dit wangedrag op de een of andere manier verdedigen, uit schrik voor de macht misschien of in de stille hoop een lintje te verwerven. Van dergelijk verlangen heb ik geen last, en wanneer ik passeer langs het parkje Delphine Boël aan de spoorweg, dan voel ik trots voor mijn stadsgenoten, de stropdragers, die toch nog altijd iets van de weerbarstigheid bewaren die zij al hadden in de dagen van keizer Karel. Sluit dat kind toch in je armen, denk ik dan.

Ik heb sympathie voor die jonge vrouw, zoals ik gemakkelijk sympathie voel voor de underdog. Een hinderlijke eigenschap, want zoals wel meer dingen in het leven is het underdogschap een besmettelijke aangelegenheid. De succesvolle houding is je aan te schurken tegen de muskusgeur van het succes, en in een wijde boog te lopen om alles wat riekt naar mislukking en verlies. Ik weet dat, en toch is er iets wat mij verhindert het in de praktijk te brengen, een gen dat gelooft in een wereld waarin mensen veelstemmig de prachtigste symfonieën ten gehore brengen.

Oudste dochter heeft dat gen geërfd, vrees ik. Enkele weken geleden is zij vertrokken naar het eerste leerjaar, met een fuchsiakleurige boekentas waarop staat ‘Love Generation’. Ik vind dat mooi, maar ook een tikje treurig vermits zij het zelf niet kan lezen. Dat zal nu echter snel gebeuren, vrijwel dagelijks moet zij huiswerk maken, i’tjes op een lei kribbelen die mij door hun onhandigheid verbazen. Het eerste woordje wat zij leert lezen is ‘ik’, wat de tijden typeert waarin wij spoorslags zijn terechtgekomen. Waar zijn Aap, Noot, Mies gebleven ?

Soms durven wij al eens over de toekomst spreken. Ik probeer haar dan, schertsend maar met een grondtoon van ernst, aan te praten dat zij maagdokter moet worden, een specialisme dat mij aantrekkelijk voorkomt omdat het niet bestaat en tegelijk down-to-earth is. Zolang er mensen zijn, zal er aan magen geleden worden.

“Mààgdokter ?”, vraagt zij echter, met die àà die ook in haar kààs voorkomt.

“Of een ander soort dokter”, probeer ik. “Long-, hersen-, hart-, voet-, tenen-, wratten-, alvleesklierdokter ?”

“Ik. Wil. Geen. Dokter. Worden. Omdat dokter sàài is. Ik wil danseres worden. Of iets in het circus.”

Welja dan, het circus. Ik ben al blij dat het zo extreem is dat de soep waarschijnlijk zo heet niet gedronken zal worden.

“Je moet vooral doen wat je graag doet”, orakel ik dan. Nog zo’n stadslegende. En ik zie mij al in het publiek zitten, in het aroma van zaagmeel en dromedariskeutels, terwijl zij hoog in de nok adembenemende acrobatieën uitvoert en ik tevergeefs tast naar haar warme handje.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

“Ik. Wil. Geen. Dokter. Worden. Omdat dokter sàài is. Ik wil danseres worden. Of iets in het circus”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content