Steek uw neus in een rijpe camembert. Wat u ruikt is S-methyl thiopropionaat, maar in Frankrijk noemt men dat liefdevol les pieds de Dieu. Met die niet-correcte terminologie kan ik leven, niet alles moet bij zijn meest banale naam worden genoemd. Al krijg ik het keineig op mijn heupen van die te pas en te onpas opgehoeste keineigerigheid, ik ben een fan van jongerenvocabularium à la egoridistje of boemerangpietje. Ik heb een zwak voor dialectwoorden als pipaljoentje of archaïsche termen als grammottig. Een fris, mooi woord, blakend van poëzie of inventiviteit, daar kan ik me echt opgelaten bij voelen. Er mag, wat mij betreft, best gestoeid worden met taal. Graag zelfs.

Maar vals spelen, daar ben ik allergisch aan, en mijn allergie-aanvallen zijn talrijk. De meest recente werd uitgelokt door een schooltje voor buitengewoon onderwijs met hoog migrantengehalte, gelegen in de Antwerpse Seefhoekwijk. Kwetsbare leerlingen, kwetsbare wijk. Goed schooltje, vond de onderwijsinspectie. Slecht schooltje, oordeelde de Commissie Beleidsvoorbereiding Basisscholen, en zij schrapte de Extra Lestijden Onderwijsvoorrang.

Voor gebruikers van gewone mensentaal: de commissie met de onmogelijke naam mag het moeilijke scholen wat makkelijker maken, lestijden met de onmogelijke naam betekenen dan dat er extra leerkrachten aanrukken. Twee zulke leerkrachten had het schooltje in dienst. Om voor die hulp in aanmerking te komen, moest het om de twee jaar een verslag indienen van zijn werking. En daar is het misgelopen, want in dat verslag stond onomwonden wat men daar deed. “Veel uitstappen te voet, waardoor de leerlingen kennismaken met de multiculturele winkels in de omgeving van de school”, bijvoorbeeld. In plaats van, zoals in een verslag van een gelijkaardige en wél goedgekeurde school: “Menselijke diversiteit observeren in ons multicultureel stadsbeeld.”

(En het verslag van het afgekeurde schooltje is niet opgesmukt met organigrammen. En niet geschreven in voetnotenformaat, maar in duidelijk leesbare letters… Verdachte, bezwarende omstandigheden allemaal.) Mij bewijst zo’n verslag net dat het schooltje geknipt is voor zijn taak. Mij is namelijk altijd voorgehouden dat helder taalgebruik een kwaliteit is. Dat wie iets écht begrijpt, dat ook in de meest eenvoudige termen moet kunnen uitleggen. Helaas, de praktijk werkt andersom: verbloemen om niet te zeggen wat je te zeggen hebt, dat is de kunst. Lees er in het woordenboek maar eens de definitie van “mooipraten” op na.

Mooipraten is lelijk praten, mooipraters zijn valsspelers. Zij finaliseren en optimaliseren dat het een lieve lust is. Van een onnozele hoestsiroop beweren ze dat hij een sedatieve en gepotentialiseerde werking heeft. In het ene land voeren ze een readmissiebeleid, in het andere besluiten ze het ijskastbeleid van het moratorium op te heffen, in nog een ander land laten ze licht positieve geluiden horen ten aanzien van de inwilliging van eisen uit weer een ander land. Kortom, het zijn lulleriken.

Want hoezeer de adverteerder zich ook uitput in kernbegrippen voor het profiel van haar functie, een sanitair werkster poetst nog altijd de plee. En als uw dokter wat in u groeit omschrijft als een exotische bloem, kan u er donder op zeggen dat u kanker heeft. Hoe fraai ook verpakt in moeilijke woorden, vroeg of laat staat de werkelijkheid op haar strepen.

Waarom wij dan niet?

Van mooipraters is geweten dat ze hard roepen en heel solidair zijn. Dat moet ook wel, want waar zouden ze staan zonder hun verbale keizerlijke kleren? Maar dat ze afstraffen wie niet met hen meespeelt, dat gaat mij te ver. Nu moet het maar eens uit zijn. Stuur ze op ontwenningskuur! Weer hun troetelwoordjes met de vermelding Wts, Ats, Bds (wetstratees, ambtenarees, bedrijfees)! Trakteer ze op de onverbiddellijke bestseller Zen en de kunst van het simpel spreken! Wie begint?

En voor de hardleerse lulleriken: honderd frank boete bij elke verspreking. De pot gaat naar dat schooltje.

Ingrid Vander Veken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content