Het gebeurt dat je een zanger begrijpt, zonder dat je de woorden verstaat. Het zijn de zeldzame hoogvliegers die het cliché van muziek als internationale taal bevestigen. Van dat gehalte is Lula Pena, een jonge Portugese die in Barcelona woont en in Brussel haar debuut-cd maakte.

Alleen begeleid door haar eigen spaarzame gitaarspel en wars van alle clichés van het genre, zingt Lula Pena (24) indringende versies van de fado, Braziliaanse liederen van Gaetano Veloso en Chico Buarque, en een vleugje morno uit Cabo Verde. Haar stem ligt laag, tussen Amalia Rodrigues en Maria Bethania in. Wat zij laat horen, heeft niets te maken met de geplande hype van de intellectuele, voorspelbare fado van Misia, de op sfeer mikkende meligheid van Madredeus of de pop van Dulce Ponte. Neen, Lula Pena’s zeggingskracht komt recht uit de buik. “Fado heb je in je. In Portugal zingt iedereen nog. Op straat, op pleintjes. Ook mijn moeder liep altijd te zingen. Het is een soort spiritualiteit.”

Lula Pena bracht net haar debuut-cd “Phados” uit en reageert nog wat onwennig op de belangstelling. “Het overkwam me gewoon. Ik had vrienden in Brussel en sinds mijn achttiende kom ik hier regelmatig. Ik woon nu een jaar of twee in Barcelona en ben daar voor het eerst professioneler beginnen zingen. Toen ben ik dat ook in België gaan doen: in bars en ook al eens in de Travers jazzclub. Tot iemand me daar opmerkte en vroeg of ik een cd wou opnemen op zijn label.”

De jonge Portugese verliet Lissabon, “allereerst omdat ik verliefd was op iemand uit Barcelona.” Maar ook de veranderde mentaliteit in het vooruitzicht van de Expo speelde mee. “Er hing een aanstekelijke verwachting in de lucht. In Portugal dromen we vaak van de mooiste dingen, maar we doen niks om ze te bereiken. Ik heb dat ook een beetje. Een soort vertrouwen in het lot. Ik leef van vandaag op morgen, denk niet teveel aan de toekomst. In wezen is dat goed, als je het lot tenminste ziet als een soort energie die de goede dingen uit je zal halen. Maar als je rondom je kijkt, is er eigenlijk niet zoveel om optimistisch over te zijn. Mijn liedjes gaan vaak over dat soort thema’s: liefde natuurlijk, het lot, en afstand, de verte.”

De cd begint met een lied van Gaetano Veloso, en de eerste woorden ” O barco” (de boot) bevatten reeds alles wat nog moet komen: een soort gelatenheid, maar ook het uitzicht op wat nog achter de horizon ligt, verwachtingsvolle weemoed. “Misschien is het dat wat Portugezen onderscheidt van andere volkeren. Wij hebben dat wereldrijk gehad. Als je van Portugal bent, heeft alles met de zee te maken. Ik ga zelf vaak naar de zee, en die heeft me de fado leren zingen. De manier waarop de zee ademt, met de golven die af en aanspoelen, zo ademt de fado ook. Het heeft ook met weg zijn van huis te maken. Als ik in Brussel ben, probeer ik misschien wel een beetje naar huis te gaan door Portugal naar hier te halen.”

Haar roots liggen in de fado, maar het was pas in Barcelona dat Lula Pena haar muziek begon te ontwikkelen. “De ‘versieringen’ die bij fado horen, zijn voor een deel Arabisch van inslag. Als je dat weet, kan je er dieper op ingaan, evolueren. In Lissabon leeft fado nog sterk. Ik denk eraan om concerten te geven op straathoeken, plekken waar geleefd wordt, waar de mensen voorbijkomen en die vaak een prachtige akoestiek hebben.”

Afgelijnde toekomstplannen heeft Lula Pena niet. “Wat nog komt weet ik niet zo goed. Het lot, weet je wel. Maar ik denk er wel over om op een meer visuele manier te gaan werken. Ik heb grafiek gestudeerd en wil daar iets mee doen. Een kleine productie opzetten met video bijvoorbeeld. Muzikaal zal ik wellicht nog verder de fado uitdiepen en mijn eigen liederen gaan zingen. Ik vertrouw er wel op dat eens ik mijn publiek heb, dat met mij mee zal evolueren. Veel van mijn Portugese collega’s zijn in een formule gevallen waar ze niet meer uitkunnen. Mij zal dat niet overkomen.

Het maakt me niet uit of het een succes wordt of niet, of ik in de kleine Travers of in het Paleis voor Schone Kunsten optreedt, zo lang er iemand luistert, heb ik iets te zeggen. Daarom voelde ik mij niet zo goed in een studio. Zingen is voor mij iets geven aan mensen. Maar als er niemand is om het aan te nemen, ja dat is moeilijk. Zingen heeft voor mij ook iets dubbelzinnigs: enerzijds is het iets waardoor je jezelf helemaal kan tonen, maar tegelijk kan je jezelf achter een lied ook wegsteken.”

Lula Pena’s uitstekende debuut [Phados] is uitgebracht op het label Carbon 7. Op 5 februari zingt ze in de Brugse stadsschouwburg, ter gelegenheid van “Brugges Festival”. Info: Tel. (050) 44.30.60.

Gerry De Mol / Foto Guy Kokken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content