Freelancejournalist en -regisseurEind 2005 ben ik in een zwart gat gevallen door de dood van mijn zus, en met enige vertraging ook door de manier waarop ik geliquideerd ben bij het Vlaams Audiovisueel Fonds. Ik pendelde tussen mijn kantoor en het UZ in Gent waar mijn zus lag te sterven. Ik was een gewond dier, zelfs niet geïnteresseerd in het eigen overleven. Ik verdedigde me niet. Ik dacht : “Ik ga naar Gent, ik ga naar mijn zus”, en had niet de energie om op te boksen tegen die kuiperijen, de lafheid van kazakkendraaiers.

Mijn zus is zeven jaar ziek geweest. Kanker. Het laatste jaar van haar leven hadden we een zeer sterke band. Ik ben haar grote broer geworden, hoewel zij vier jaar ouder was. Ze had me de opdracht gegeven om stappen te ondernemen als ze niet meer zichzelf zou zijn. En ik had het haar beloofd.

Uiteraard ben ik voor euthanasie, maar ik had echt gehoopt dat ze vanzelf zou sterven. Daarom heb ik vier dagen gewacht om de procedure te starten. Ik ben duizend procent vóór de wetten die abortus en euthanasie regelen, maar je mag niet onderschatten hoe zwaar het voor nabestaanden is om die beslissing te nemen.

Ik loop over van respect voor de artsen die haar behandelden. Ook de artsen die de euthanasie toepasten. Dat die twee jonge verpleegsters vroegen om erbij te mogen zijn, bij haar levenseinde, vond ik onbeschrijfelijk mooi.

Toen ze nog geen vier jaar oud was, verloor mijn zus haar vader. En ik, ik heb hem nooit gekend. Hij stierf op 37-jarige leeftijd, vóór mijn geboorte. Ik had geen voorbeeld van een vader, maar tegenover mijn dochter heb ik nooit een gebruiksaanwijzing moeten zoeken, dat ging vanzelf. Andere patronen heb ik wél moeten zoeken. Samenleven met een vrouw bijvoorbeeld.

Omdat ik geen vader had, ben ik geworden wie ik ben. Toen ik zeven was, wist ik heel duidelijk : “Ik moet het hier alleen doen.” Ik voelde me als kleine jongen verantwoordelijk, tot in het belachelijke.

Mijn ma werkte voor een advocaat. Ik kende al heel vroeg de betekenis van het woord ‘faillissement’, en dat heeft mijn leven bepaald. Ik moést van mezelf goede schoolresultaten behalen. Ook aan de universiteit. Van schrik begon ik met Kerstmis met de voorbereiding van de examens in juni. Ik heb nooit na zes uur ’s avonds gestudeerd, ook niet tijdens de examens. Ik wou gaan basketballen, want ik kende alle cursussen rats vanbuiten.

Ik moest 48 worden om te beseffen hoe het is om zonder vader op te groeien. Als ik denk aan de tedere momenten met mijn dochter als baby, als kleuter, als klein meisje, dan zie ik wat ik niet heb gehad, wat ik heb gemist.

In één ruk, meteen in versregels, schrijf ik over hem. Voorbije zomer in Sardinië. Buiten is het 41 graden, ik zet de airco aan en heb het koud. Ik begin te schrijven en tegelijk te wenen. Tranen over mijn gezicht, een uur aan een stuk.

Een andere Aalstenaar, Louis Paul Boon, zei over zijn Kapellekensbaan : “Als ik dat lees, denk ik dat iemand toen mijn hand heeft vastgehouden.” Wel, dat denk ik ook bij die song die ik over mijn vader schreef.

Zoals zijn afwezigheid mij maakte tot wie ik ben, zo heeft ook de dood van mijn zus mij gevormd. In mijn theatervoorstelling De zin van het leven zoek ik het antwoord op de vraag die ik haar stelde toen ik haar dode lichaam in mijn armen hield : “Waar ben je nu ?”

Ik ben een overtuigd vrijdenker, ik geloof niet in het leven na de dood. Maar de dood is het grootste mysterie.

Luckas Vander Taelen (48) is freelancejournalist en -regisseur. Tussen 1999 en 2002 washij lid van het Europees Parlement. Tot 2005 stond hij aan het hoofd van het Vlaams Audiovisueel Fonds. Zopas verscheen zijn boek over de dood van zijn enige zus : ‘Waar ben je nu ? Afscheid van mijn zus Anna’, uitgeverij Van Halewyck, ISBN 90-5617-733-8, 15,50 euro. In zijn theatershow ‘De zin van het leven’ vertelt hij verhalen over het leven na de dood en het leven vóór het leven. Info : www.garifuna.be

Door Griet Schrauwen / Foto Charlie De Keersmaecker

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content