Tijdens Expo 2000 in Hannover wordt de wereld van morgen voorgesteld. Die staat vol bomen. De grootste wereldtentoonstelling van de geschiedenis lijkt op alle vorige, skilift incluis.

E xpo 2000, een grijze ochtend in mei. Een tram zoeft geluidloos van het Hauptbahnhof van Hannover naar de wereldtentoonstellingsterreinen. Een jonge arbeider in een donkerblauw uniform met witte verfvlekken neuriet Kraftwerk: Man, Nature, Technology.

De rit met de tram duurt ongeveer twintig minuten, genoeg voor een eerste indruk van de stad. Hannover lag vier decennia genesteld tegen wat in het heetst van de Koude Oorlog de vijand was. Het centrum is driekwart nieuwbouw, 25 procent echo van vroeger (met gereconstrueerde kerken en andere gebouwen in historische stijl). Die balans geldt ook voor Expo 2000: allemaal dezelfde schoenendozen, met hier en daar een imitatie van bijvoorbeeld een paleis uit Duizend-en-één-nacht, of een junglehut.

Tijdens ons bezoek aan de wereldtentoonstelling, drie weken geleden, lag de site er nog verlaten bij. Van enkele paviljoenen was nauwelijks de eerste steen gelegd, en geen enkel gebouw leek echt afgewerkt. Tenzij misschien de souvenirwinkels, waarvan de rekken al waren gevuld met talloze variaties van de mascotte Twipsy.

Terwijl we door de modder ploeterden, zagen we een eenzame timmerman twee planken aan elkaar hameren, of hoorden we het rustige gezoem van boormachines. Een spookdorp van 1,7 miljoen vierkante meter. Niemand van de organisatie leek zich zorgen te maken, althans niet in het openbaar. “Alles komt in orde”, lachte onze gids, een vrolijke Hans die je je zo in Lederhose kon inbeelden.

Het fenomeen wereldtentoonstelling kan nog het best worden vergeleken met het Eurovisiesongfestival. Enerzijds wetenschappelijke en technologische vooruitgang, anderzijds Een Beetje Vrede. Van beide evenementen zijn kitsch, bombast en een zachtjes geforceerd internationalisme de motoren. De invulling, met muziek of gebouwen, is bijna gegarandeerd zoutloos en België huppelt steevast achteraan.

Het gaat in beide gevallen om landen. We verwijzen naar de paviljoenen van wereldtentoonstellingen met de naam van de opdrachtgever. We hebben “Zwitserland” bezocht en zijn daarna naar “Ethiopië” gerend. Voor de liedjeswedstrijd geldt hetzelfde. We spreken niet van Nicole en Hugo, Emly Starr of Micha Marah, maar van België. Niet van Teach Inn, Frizzle Sizzle of Lenny Kuhr, maar van Nederland.

Als we ervan uitgaan dat het concept van de wereldtentoonstelling grotendeels achterhaald is, een anachronisme, dan lijkt het niet meer dan logisch dat Expo 2000 er een is als alle vorige, skiliften incluis. In Hannover hebben 168 landen een paviljoen, stand of snackbar, van Angola tot Zimbabwe. Zestien internationale organisaties zijn eveneens vertegenwoordigd, van de Wereldbank over het Rode Kruis en het European Space Agency tot de YMCA, dat huist in een reusachtige houten walvis. Dertig landen bouwden een eigen optrekje.

De Europese landen staan samen aan de oostelijke zijde van de expositie, de meer exotische naties werden naar het westen verwezen. De overige landen, waaronder Canada, Oostenrijk, Liechtenstein en Rusland, delen bestaande tentoonstellingspaleizen. De Afrikaanse landen, veertig in totaal, kregen een gemeenschappelijk gebouw. Alleen Ethiopië heeft een eigen paviljoen.

Een belangrijk onderdeel van Expo 2000 wordt het zogeheten themapark: 100.000 vierkante meter, of ongeveer, waarin bezoekers een excursie naar de toekomst kunnen maken. Het park bestaat uit elf afzonderlijke exposities, met thema’s als het menselijk lichaam, het overleven in de grote metropool, werkplekken van de 21ste eeuw, menselijke communicatie met behulp van het kunstmatige bewustzijn van computerhersenen.

Een van de tentoonstellingen, Planet of Visions, is ingericht door de Brusselse tekenaar François Schuiten en gaat over de toekomstvoorstellingen van vroeger en nu en hoe die de mensheid altijd hebben beziggehouden en beïnvloed. Bezoekers beginnen hun tijdreis door de opengeslagen pagina’s van een boek. Via De wereld rond het jaar 1000 gaat de trip voorbij Het Paradijs en De Toren van Babel tot een Panorama der Utopieën. Schuiten werkte ook mee aan de inrichting van het Belgisch paviljoen.

Het culturele programma is behoorlijk prestigieus en goed gevuld, met een filmfestival, optredens van onder anderen Kraftwerk, Santana, Al Jarreau, Bobby McFerrin, enkele symfonieorkesten, een dansfestival met voorstellingen van onder meer William Forsythe en Pina Bausch, en een 21 uur durende productie van Goethes Faust I en Faust II geregisseerd door Peter Stein, met Bruno Ganz in de hoofdrol. Bij de kunstprojecten zit een voor de helft ondergronds reuzenrad van Gabriel Orozco, een Huis voor ratten, mensen en duiven van Carsten Höller en Rosemarie Trockel en een chocoladefabriek in de vorm van een soort Pinocchio van Paul McCarthy. Elk land heeft daarnaast zijn eigen cultureel programma.

Het wordt een ecologisch verantwoorde Expo 2000: zo komt er geen traditioneel vuurwerk, wel een lichtshow waarbij een 25 meter hoge muur van water wordt gebruikt als scherm voor films en laser. Energieverbruik wordt ingeperkt en bezoekers worden aangemaand het openbaar vervoer te gebruiken.

De tentoonstellingshallen krijgen na afloop hun oorspronkelijke functie terug. Een aantal paviljoenen wordt verhuisd naar elders, ter plekke gerecycleerd (bijvoorbeeld als kantoorgebouw) of vernietigd. Intussen heeft u ongeveer 153 dagen voor een bezoek aan het beste en het slechtste van Hannover:

1. Bierhallen, woestijnen en tweedehands exotica

Hier torent een heuse bierhal in Beierse traditie. Daar waait het zand van een brok echte woestijn je in de ogen. Songfestivals en wereldtentoonstellingen delen een passie voor kitsch. Het zand werd overgevlogen uit de Verenigde Arabische Emiraten en ligt naast een woestijnfort in fiberglas, een reusachtige tent, een souk en een geodische bioscoop. De Emiraten vliegen ook kamelen over en zestig palmbomen (over bomen later meer). Nepal plakte twee halve tempels aan elkaar. Het paviljoen is gemaakt van kleine stukjes hout waar achthonderd gezinnen gedurende vier jaar aan hebben gewerkt. Het gebouwtje wordt na de Expo naar Hamburg verplaatst.

Het Vaticaan bouwde een schrijn voor het oudste portret van Jezus Christus, en van Hongarije is er een redelijk pathetische Gateway of Love waarin men met enige goede wil twee handen kan herkennen. Ertussen hangt een dak van canvas dat het zeil onderin de Parijse Arche de la Défense evoceert.

2. Bossen en bergtoppen

Dennenbomen op de derde verdieping van het Nederlandse paviljoen, een berkenbos tussen de strakke muren van Finland, een woud op het dak van Estland, zestig palmbomen bij de Verenigde Arabische Emiraten: bomen zijn alomtegenwoordig tijdens deze Expo. Ze symboliseren zuiverheid en zijn de gemakkelijkste, en wellicht ook sterkste uitbeelding van een ecologische boodschap. Bomen vertegenwoordigen hoop: de hoop op een betere toekomst, lucht voor alle mensen. Veel paviljoenen, het Hongaarse en het Zwitserse in het bijzonder, zijn van hout gemaakt. En in de categorie bizar is er de bijdrage van Beieren, dat voor zijn paviljoen de top van de hoogste berg van Duitsland verwijderde en overbracht naar Hannover. Na de Expo krijgt de berg zijn top terug.

3. Blokkendozen en meer blokkendozen

De meeste landen spelen op veilig. Frankrijk huurt zijn gebouw van Decathlon, de keten van sportwinkels. Logisch dat het weggelopen lijkt van een shoppingcenter aan de een of andere Autobahn. Ook Groot-Brittannië en Duitsland stelden zich tevreden met anonieme hokken, het ene komt voort uit de teleurstellende samenwerking van Architektürburo Goldbeckbau en Branson Coates, het andere is van ArtLab Studios, hightech maar ongeïnspireerd.

Het Belgische paviljoen, van de architectuurpraktijk Groep Planning, is nog zo’n doos. Onze vele gemeenschappen kregen er elk een precies berekende stek en veel meer valt er niet over te zeggen. Misschien opmerken dat het restaurant wordt ingericht met de zitobjecten die het meubelbedrijf Durlet in opdracht van Weekend Knack liet ontwerpen door Lowie Vermeersch en Konings/Van Dijk.

Elk land viert een soort nationale feestdag tijdens de Expo, die van België is gepland op 22 juni.

4. En onze favorieten zijn…

Het Nederlandse paviljoen, dat in Duitsland de Big Mac wordt genoemd, is behalve een architectuurlaboratorium ook een monument in wording, met een bos op de derde verdieping en een waterval langs de gevel. De begane grond is overal en nergens. Volgens MVRDV, het Nederlandse architectenbureau, is het een gebouw dat een grote groep mensen moet aanspreken. En dus is het een combinatie van inhoud met massacommunicatie. Nederland heeft een traditie om het gebrek aan ruimte op te lossen in de tweede dimensie, zoals de polders. Dit is ruimte in de derde dimensie. Het paviljoen van Nederland is het enige wat echt tot de verbeelding spreekt, een revelatie.

Het Japanse huis van architect Shigeru Ban is van gerecycleerd en recycleerbaar papier. De plannen moesten worden aangepast om de Duitse bouwreglementen te respecteren, maar het blijft een behoorlijk interessant gebouw. De vorm, als een cocon, werd verkregen door de papieren palen met water te weken en om te buigen. Het licht schijnt door het papier. Bescherming tegen de regen komt van een plastic omhulsel.

Het mooiste paviljoen is ongetwijfeld dat van Zwitserland, van architect Peter Zumthor. Het is een soort tempel van vers gehakt hout dat los op elkaar werd gestapeld, zonder dak of deuren. Het is de bedoeling dat het paviljoen de komende maanden langzaam uitdroogt en krimpt. Binnenin zit een soort doolhof, met grote ronde vaten in het centrum. Een zen-ervaring die nog wordt versterkt door de geur en door de muziek, gespeeld op alpeninstrumenten.

De organisatoren van Expo 2000 verwachten veertig miljoen bezoekers, ongeveer evenveel als Brussel in 1958 of Sevilla in 1992. De grootste tentoonstelling van de vorige eeuw was die van Osaka in 1970. Toen werden 64,2 miljoen kaartjes verkocht. In Duitsland lijkt haast niemand te geloven dat het streefdoel zal worden gehaald, op de perswoordvoerder van Expo 2000 na, maar daar wordt hij dan ook voor betaald. “Een maand voor de opening hadden we al 16 miljoen kaartjes verkocht”, zegt hij.

En hij voegt eraan toe: “We veranderen het imago van Duitsland. De clichés dat we hier alleen maar worst en zuurkool zouden eten en gespeend zijn van elke vorm van humor, daar willen we van af.” Of dat lukt, is nog maar de vraag. We kregen tijdens ons vijfdaags verblijf in Duitsland weliswaar geen enkele worst opgediend, maar werden daarentegen wel op een dieet van varkensvlees, aardappelen en asperges gezet. Afwachten maar.

Jesse Brouns

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content