Met het ambitieuze project Lille3000 wil de Noord-Franse stad volgend jaar doorgaan op het elan van 2004, toen ze Culturele Hoofdstad was. Wij geven u alvast een voorsmaakje, en gingen op zoek naar wat er zoal op stapel staat op het gebied van kunst, architectuur en mode.

De binnenstad

De positieve drive van 2004 voel je zeker in de binnenstad, waar het aantal eethuizen en interieur- en modezaken nog steeds toeneemt. Vieux-Lille is een aardige pleisterplek voor lifestyleshoppers. Of je nu met de wagen komt en dan een plaatsje vindt in een van de talrijke ondergrondse parkings, of met de trein naar de stad reist, overal kom je meteen in een winkelstraat terecht. Richting station Lille-Flandres zijn er veel winkelketens, in de buurt van de Grote Markt ontdek je de kleinhandel. Het oude centrum herken je meteen aan de architectuur : de talrijke met beeldhouwwerk overladen barokgevels van de rue de la Clef, rue Basse, rue Esquermoise en rue de la Monnaie zijn bijzonder pittoresk. Ze zijn net zo Vlaams als de oude beurs op de Grote Markt, zonder twijfel het mooiste antieke monument van Noord-Frankrijk. Op het binnenplein is er een gezellige boekenmarkt, en je vindt er ook talrijke schaakspelers die elkaar in de openlucht bekampen.

In de kathedraal Notre-Dame de la Treille kun je de unieke crypte bezoeken, met het Centre Contemporain d’Art Sacré van collectioneur Gilbert Delaine. Er is onder meer werk te zien van grote tenoren als Georg Baselitz, Lucio Fontana en Andy Warhol. Wie zich in de Vlaamse wortels van de stad wil verdiepen, bezoekt het eeuwenoude Hospice Comtesse (rue de la Monnaie), een oud hospitaal vol antieke kunst.

Kunst en architectuur

Tot in de jaren vijftig en zestig was de oude kern veel groter, maar toen werden hele wijken met prachtige panden van de late middeleeuwen tot de vroege negentiende eeuw gesloopt omdat de lokale overheid dacht dat een moderne stad gezonder en mooier was. Jammer, want veel bouwwerken uit de jaren zestig, onder meer aan de rue de Paris, ten zuiden van Lille Flandres, zijn ronduit oninteressant. Bovendien verouderen ze slecht. Maar via de toeristische dienst (Palais Rihour) en de rue de Béthune wandel je wel door leuke winkelstraten met veel terrasjes naar een van de rijkste musea van Frankrijk : het Palais des Beaux Arts (Place de la République). Daar hangen niet alleen werken van Rafaël, Rubens en Goya, in de kelder is er ook een imposante collectie maquettes van Noord-Franse en Belgische steden. Tot 11 januari 2009 loopt er een subtiele tentoonstelling van Scandinavische kunst.

Ook de omgeving van het museum is interessant qua architectuur, want daar staan de mooiste negentiende-eeuwse gebouwen van de streek. Op enkele uitschieters na is de belle-époquearchitectuur van Lille niet bijster interessant. Omstreeks 1890 was de Rijselse bourgeoisie enkel tuk op eclectische villa’s. De mooiste folies staan langs de avenue de l’Hippodrome in de randgemeente Lambersart. Er zijn ook merkwaardige villa’s uit de jaren twintig en vijftig te zien.

In vergelijking met Gent, Antwerpen of Brussel had de art nouveau geen succes in Lille, maar er staat wel één gevel van topformaat : het Maison Coilliot (14 rue de Fleurus), ontworpen door niemand minder dan Hector Guimard, zeg maar de Franse Horta. Er zijn ook relatief weinig art-decogebouwen. Wel prachtig is de gevel van de viszaak en restaurant A l’huitrière (3, rue des Chats Bossus) in Vieux-Lille, met somptueuze mozaïeken van Mathurin Meheut. Maar ook het stadhuis, dat amper wordt bezocht maar toch toegankelijk is, heeft een mooi art-deco-interieur.

De absolute topper uit de late jaren twintig ontdek je in de rand, de Villa Cavrois uit 1929 (avenue John Kennedy in Croix) van de beroemde avant-gardearchitect Robert Mallet-Stevens. Dit bijzonder monumentale landhuis in pakketbootstijl, een van de belangrijkste gebouwen uit de jaren twintig in Frankrijk, stond vele jaren te verkommeren en werd lang met sloop bedreigd. Op YouTube laten verschillende video’s je de erbarmelijke staat zien. Nu wordt het gebouw gerestaureerd om over enkele jaren dienst te doen als een soort cultureel centrum. Je kunt het momenteel enkel van buitenaf bewonderen.

Hedendaags

Lille heeft ook flink wat hedendaagse architectuur te bieden. In de jaren tachtig mocht Rem Koolhaas de nieuwe stationswijk ontwerpen, waar bekende bouwmeesters als Christian de Portzamparc (Crédit Lyonnais) en Jean Nouvel (winkelcentrum Euralille) torens bouwden. Momenteel trekt ook Jean-Michel Wilmotte er een kantoorgebouw op, en volgend jaar opent het casino La Barrière de deuren, het tweede grootste geldpaleis van Frankrijk, ontworpen door Jean-Paul Viguier.

Mode

De Rijselse cultuurpolitiek fixeert zich niet op het historische centrum en tracht ook mindere wijken op te waarderen, zoals Wazemmes, een arbeidersbuurt met een kleurrijke zondagsmarkt en een rijk volksleven. In de cafés rond het marktplein wordt er nog gedanst op accordeonmuziek. In 2004 werd er een hedendaags cultureel centrum geopend, een Maison Folie, met een uitgesproken moderne architectuur. Iets meer ten zuiden daarvan, net buiten de ring, aan de rue Faubourg des Postes, wordt er ook een belangrijk modeproject opgestart dat tegen volgend jaar op volle toeren moet draaien. In deze nu nog vrij onaantrekkelijke wijk koopt de stad lege panden op om er ateliers en winkels van te maken voor jonge modestylisten. Het project staat onder leiding van ontwerpster Agnès B. Het is de bedoeling de ontwerpers drie jaar tegen gunsttarief te laten werken, nadien ruimen ze de plaats voor een volgende generatie. Enkele van die zaken zijn nu al open en je merkt aan de eethuisjes ernaast dat de wijk zich klaarmaakt voor een herwaardering.

Regio

Samen met Roubaix en Tourcoing vormt Lille één grote agglomeratie die qua grootte best vergelijkbaar is met het Brusselse Gewest. De culturele centra en musea werken er nauw samen, en hun programma is vaak vrij hedendaags van opvatting. In Roubaix is La Piscine (www.roubaix-lapiscine.com) een must, een voormalig zwembad in art-decostijl, vol prachtige schilderijen, beelden, ceramiek, textiel én mode. Er zijn ook regelmatig tentoonstellingen over ontwerpers, volgend jaar is Agatha Ruiz de la Prada er te gast. Daarnaast is er ook het minder bekende Musée des Beaux-Arts in Tourcoing (www.tourcoing.fr), waar de conservator sinds jaren oude meesters met hedendaagse kunst confronteert. Het loont zeker de moeite om daar even halt te houden, want in 2009 komt er een grote tentoonstelling over het dadaïsme uit Oost-Europa. Veel bekender is het Museé d’Art Moderne van Villeneuve d’Ascq, met werk van de grote tenoren van de vorige eeuw : Picasso, Braque, Utrillo, Buffet, Leger en Modigliani. Het museum wordt nu opgeknapt en heropent volgende lente zijn deuren.

Info : www.lilletourism.com.

Door Piet Swimberghe Foto’s Michel Vaerewijck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content