?Als dit land op een dag barst, dan heb ik een goed oog in de wederoprichting van dit prinsbisdom.? Een sterke uitspraak van Albert Vandervelden, de bekendste Luikse antiquair. Maar er moet niet meer achter gezocht worden dan heimwee naar de luister van Luik.

Tekst en foto’s Jean-Pierre Gabriël

Luik werd opgericht in het laatste kwart van het eerste millennium, en bleef overeind tot de Franse revolutionaire troepen er binnenvielen in 1794. Het was eeuwenlang een keurvorstendom met een wereldlijke en een geestelijke macht tegelijk, erkend door de paus, de koning van Frankrijk en de Duitse keizer. Een bijzondere en strategische situatie, waardoor dit een stad werd met een Latijnse cultuur op de drempel van het Germaanse Rijk.

Het waren grote keurvorsten die in Luik bij de dood van een prinsbisschop, een zeer gegeerde post, samenkwamen om zijn opvolger aan te duiden. In 1771 was de bisschop van Bordeaux zelfs bereid zijn eigen bisdom in de steek te laten om in Luik te komen regeren. Luik was na Rome ook de stad met de meeste kerken. Er werden meer missen gelezen dan in Rome. De Saint-Lambert, verwoest tijdens de revolutie, was groter dan de Notre-Dame van Parijs.

Zoals tijdens de meeste Europese monarchieën, was de 18de eeuw ook hier een periode van overvloed en pracht. De rijkgeworden burgerij en de adel die zijn slag had geslagen in de middeleeuwse oorlogen, bezaten de middelen om op het platteland, in Luik zelf of in de andere steden van het prinsbisdom (van Hamont tot Couvin en van Herk-de-Stad tot Verviers) patriciërshuizen en kastelen te bouwen. De inrichting van die woningen deed bloeiende ambachten ontstaan : houtbewerking, glasblaaskunst en zilversmederij. Achttiende-eeuwse gesculpteerde Luikse meubelen uit massief eikenhout werden beschouwd als de mooiste ter wereld. De Luikse edelsmeden staken hun Antwerpse en Brugse collega’s en voorgangers naar de kroon. En Val-Saint-Lambert blonk uit in de glasblaaskunst. De Luikse kroonluchters uit die tijd, met een verguld koepeltje, zijn prachtig gemaakt. Het geheim van dit schitterende ambachtelijke werk komt van de Venetiaanse glasblazers. In Murano worden er nu nog kopieën van gemaakt, die men er ?Luikse luchters? noemt.

Albert Vandervelden verwierf faam op internationale manifestaties als de Biënnale van Parijs of de Beurs van Maastricht. Hij is ook een verwoed verzamelaar. Zijn voorkeur gaat vooral uit naar Lodewijk XIV, de Franse 18de eeuw en vergulde bronzen in empirestijl. Maar daarnaast heeft hij ook een zwak voor alles wat met Luikse kunst en kunstambachten te maken heeft. Zowel in zijn zaak vlakbij de place Saint-Barthélemy als in zijn privé-woning hangen er portretten van prinsbisschoppen. Sommigen van hen lieten zich maar al te graag schilderen, zoals Joseph-Clemens van Beieren (1974-1723), zodat er van hen meer olieverfdoeken zijn dan van anderen.

Albert Vandervelden woont aan de rand van de Ardennen in een geklasseerd huis dat hij kocht toen hij 21 was, iets meer dan twee decennia geleden. Het is langwerpig, en een aaneenschakeling van kleine kamertjes die afgewerkt werden met de zorgvuldigheid van een edelsmid. Aan de structuur werd nauwelijks geraakt. Een van de redenen waarom hij dit huis koos buiten het feit dat hij hier op het platteland zat en toch niet ver van Luik was dat hij achter in de grote tuin de resten vond van een oude marmergroeve.

Beginnen aan een onderneming zoals deze als je 21 bent, doe je niet onvoorbereid. Handelaars en uitdragers die in de jaren ’60 vaak de quai de La Batte aandeden, herinneren zich nog een stille jongen die veel liever op rommelmarkten rondzwierf dan op de schoolbanken zat. Ze weten ook nog goed dat hij smaak had en een neus voor de beste en de kostbaarste stukken. Toen hij 13 of 14 was, kende hij de keurstempels van de belangrijkste edelsmeden en prinsbisschoppen uit het hoofd.

In 1974 opende Albert Vandervelden zijn eerste winkel aan de place Saint-Barthélemy. Het uitstalraam droeg als opschrift La Mésangère, als eerbetoon aan priester de la Mésangère die een van de grondleggers was van de empire, toen zijn favoriete stijl.

Vijftien jaar later verhuisde hij naar de hoek van de straat, naar een groot herenhuis uit de 17de eeuw. Daar kwam zijn talent om de juiste voorwerpen, meubelen en schilderijen te vinden pas echt goed tot zijn recht. Ondanks zijn onwankelbare voorliefde voor de 18de eeuw hij heeft er zolders en magazijnen vol van getuigt hij toch van een zeldzaam eclecticisme. Want de specialiteiten van Albert Vandervelden beletten hem niet de zaken ruimer te zien. Zo is hij ook een fan van de bureaumeubelen van Jules Wabbes, ontwerpen in hout en metaal uit de jaren ’60. Ook kocht hij onlangs een marmeren beeld van Alfred Janniot, de auteur van de bas-reliëfs in het Palais de Chaillot in Parijs. De verklaring is eenvoudig : ?Er bestaan antiquiteiten uit de jaren ’60. Maar om echt van kwaliteit te zijn, moet een voorwerp duidelijk uit die periode afkomstig zijn. Pastiche telt niet. Men moet vandaag geen kopieën maken van meubelen uit de 18de eeuw, maar wel mensen opleiden om met kennis van zaken de originelen te restaureren.?

Zijn privé-woning biedt weinig ruimte voor hedendaagse elementen. Alleen in de keuken staat een ronde tafel in marmer en metaal van Saarinen, omringd door stoelen in gevlochten metaal van Bertoia. In de rest van de woning is het al Luik wat de klok slaat. Zoals alle verzamelaars heeft Albert Vandervelden zijn tijd genomen en is hij selectief te werk gegaan. Sommige stukken zijn uniek, zoals de kleerkast in gesculpteerd eikenhout, met op de binnenkant van de deur het jaartal 1744.

In heel wat kamers zijn de geblazen Luikse luchters in hun oorspronkelijke staat gebleven, dat wil zeggen zonder elektrische bedrading. Maar het zijn vooral de wandschilderingen op muren en houtwerk die de aandacht trekken. Zoals in de 18de eeuw werden heldere kleuren gebruikt : lichtgeel, oranje (in combinatie met hemelsblauw), groen en paars. Diezelfde kleuren zijn ook terug te vinden in de bekledingsstoffen van sommige zitmeubelen : een mooie hemelbank uit Parijs bijvoorbeeld werd helemaal in het geel overtrokken. Hier en daar werden nissen voor beeldjes en onderkanten van muren opgesmukt met namaakmarmer. Zowat overal in het huis staan er gesigneerde stukken : kasten, koffers, staande klokken, penantspiegels, schrijfmeubilair, tafels en consoles, zitmeubelen. Er staan ook enkele prachtige bedden.

Meubelen in bewerkt hout en beschilderd hout wisselen af met inlegwerk op eiken onderbouw. De Luikse ambachtslui uit de 18de eeuw hielden veel van mooie materialen en van grote gepolierde oppervlakken met eenvoudige, bij voorkeur geometrische en vaak stervormige versieringen. Ze verwerkten notelaar, sycomoor, de bruinrode tinten van fruitbomen zoals perelaar, pruimelaar en kerselaar, maar ook ebbenhout, thujawortel en ivoor. Heel wat mooie houten beelden uit verwoeste of verlaten kerken en kapellen vonden een bevoorrecht onderkomen in deze woning, vooral dan engelen in natuurlijk of gepolychromeerd hout.

Het is gewoon onmogelijk alles op te noemen wat je hier ziet. Het enige wat al deze meubelen en voorwerpen gemeen hebben, is dat ze deel uitmaken van het dagelijks leven van de bewoners. Unieke stukken of niet, ze werden niet opgesloten in een museum. Ook het zilverwerk niet, dat bijna uitsluitend uit Belgische creaties bestaat. En hiermee toont antiquair Vandervelden nog eens zijn voorliefde voor het Luikse edelsmeedwerk. Dat was op zijn hoogtepunt in de 18de eeuw (dat hoogtepunt lag in de 16de en de 17de eeuw eerder in Antwerpen en in Brugge).

?Voor niets ter wereld zou ik elders willen wonen dan in Luik. Het is veruit de mooiste stad van België. Ze bezit een reusachtig patrimonium : het prinsbisschoppelijk paleis, het Palais Curtius, het wapenmuseum… En fonteinen ! Zoveel prachtige fonteinen !? Hoofdschuddend voegt Vandervelden eraan toe : ?Maar in plaats van ze water te laten sproeien, zet men er tegenwoordig liever geraniums in.?

Prachtige kast in Luikse marquetterie, met typisch sober motief. Rechts : vormzuiverheid is een van de selectiecriteria van Albert Vandervelden. Kijk maar naar deze Duitse beelden.

Boven : monumentale eiken trap ; Vandervelden verzamelt ook boeken. Onder : 18de-eeuwse kleuren.

Albert Vandervelden koos ervoor te wonen op het platteland. Daar vatte hij ook de liefde op voor oude tuinmeubels en historische tuinen.

Dit bed werd gemaakt voor het bezoek van Lodewijk XIV aan Luik, maar hij heeft er nooit in geslapen. Onder : engel van Luikse origine in gepoly- chromeerd hout.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content