Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

Abraham-Louis Breguet was de meest creatieve van alle uurwerkmakers. In de horlogerie wordt hij de Leonardo da Vinci van het vak genoemd. We keken naar zijn exclusieve producten en lazen zijn notitieboekjes.

De geschiedenis van de pogingen om de tijd in een overzichtelijk kader te vatten, is fascinerend mooi en opwindend. Duizenden jaren geleden werden wel al monumenten opgericht waarop men zich richtte om het korter of langer worden van de dagen te verwachten. Gedurende meer dan vijfduizend jaar piekerden de meest pientere geesten over een gebruiksvriendelijk systeem dat de hemelbewegingen kon vatten.

De eerste tijdmeters maakten gebruik van de meest uiteenlopende principes. Iedereen kent de zonnewijzer, maar weinigen weten dat de Chinezen het vuur als klok gebruikten. Ze ontwierpen lange, spiraalvormige figuren die langzaam opbrandden, soms pas na maanden. Om de tijd onder te verdelen, werden op nauwkeurige afstand metalen bolletjes vastgemaakt die op gezette tijden in welklinkende schalen vielen. In het Midden-Oosten waren wateruurwerken populair: tijd werd gemeten aan de hand van de hoeveelheid water die passeerde. En dan waren er nog de zandlopers.

De behoefte aan precisie deed de voorlopers van de moderne horloges ontstaan, waarvan een slinger de loop regulariseerde. Alleen ging die theorie alleen op voor omvangrijke tijdmeters. Het gebruik van een opgewonden veer liet toe om de horloges te verkleinen. De rest van de geschiedenis van de mechanische horloges is er een van verfijning. Alhoewel mechanische horloges zo hun beperkingen hebben en in het kader van de nauwkeurige tijdmeting strikt gesproken ouderwets zijn (eerst kwartsklokken en later atoomklokken hebben een precisie van 0,000.000.000.000.001 seconde), blijven ze de echte amateur nog altijd in vervoering brengen. Exacte tijdmeting is geen punt voor de collectioneur, complicaties ( complications, functies) en finesses wel.

Er valt een stilte in de luxueuze kamer op de zesde verdieping van het gebouw aan de Parijse Place Vendôme als Emmanuel Breguet de manshoge brandkast opent. Binnenin bevinden zich een paar tientallen in groen leder ingebonden boekwerken – de archieven met de namen van alle klanten die sinds 1775 een Breguet-uurwerk hebben gekocht. Onze gastheer behoort tot de zevende generatie nazaten van Abraham-Louis Breguet, die onder de uurwerkmakers een heel bijzondere plaats inneemt. De in 1747 in Neuchâtel geboren wetenschapper, estheet en fijnmechanicus, die het grootste deel van zijn leven in Parijs doorbracht, heeft zowat driekwart van alle belangrijke vindingen op zijn naam staan. Emmanuel Breguet schreef twee jaar geleden een lijvig werk over het beroemde uurwerkmakersgeslacht. Hij plooit een van de registers open op een bladzijde met een minutieuze beschrijving van een horloge voor een van zijn vele koninklijke klanten – compleet met tekening. Later bekijken we samen het schriftje dat zijn beroemde voorvader volpende met krabbels en schetsen, en met onuitgewerkte ideeën. Geobsedeerd als hij was door de zucht naar perfectie en complicaties.

Het speurwerk van Emmanuel Breguet, dat uiteindelijk tot het lijvige Breguet, horloger depuis 1775 heeft geleid, legde de firma geen windeieren. Gaandeweg ontdekte de historicus hoezeer zijn beroemde voorvader onderschat werd. Een concurrerende firma probeerde sinds jaren de wereld ervan te overtuigen dat ze in 1840 het eerste polshorloge had gebouwd. Maar uit zijn archieven, waarin stond dat de koningin van Napels al in 1812 een polshorloge bestelde én geleverd kreeg, wist Emmanuel dat dat niet klopte. Alleen was innovator Breguet wat te vroeg met zijn vondst. Het polshorloge kwam pas enkele tientallen jaren later in de mode. “Weinigen realiseren zich dat het polsuurwerk pas tussen de twee wereldoorlogen écht populair is geworden.”

Dat Abraham-Louis Breguet niet over één nacht ijs ging, moge blijken uit zijn reactie op de bestelling van de laatste Franse koningin, Marie-Antoinette. Die behoorde tot zijn vroegste klanten. Breguet kreeg in 1783 van een onbekend gebleven lid van de koninklijke garde de opdracht om voor de koningin een uurwerk te bouwen met alle toen bestaande complicaties. Om die gigantische uitdaging van de montre numéro 160met negen complicaties tot een goed einde te brengen, was er een eeuwigheid nodig. Het meest beroemde Breguet-uurwerk werd pas veertig jaar na de onthoofding van de koningin afgewerkt.

De strijd om het grootste aantal complicaties beheerst overigens nog altijd de uurwerkwereld, met als voorlopig hoogtepunt de Calibre 89 van Patek Philippe, die in 1989 werd voorgesteld en 33 complicaties telt. En waarin één radertje 400 jaar nodig heeft om een volledige omwenteling te maken.

Zijn hele leven zocht Abraham-Louis Breguet naar nieuwe of verbeterde oplossingen voor technische problemen. Tot zijn meest belangrijke uitvindingen behoren o.a. het perpétuel, het eeuwiglopende automatische uurwerk dat zichzelf door een beweging van de pols of van het lichaam opwindt, het natuurlijk échappement dat zonder olie werkt, de par-à-chute, een schokdempende inrichting die haar definitieve vorm kreeg in 1806, het échappement met constante kracht en de klokveer voor repetitiehorloges.

Meestal was het de horlogemaker om betrouwbaarheid of om precisie te doen. Dat zoeken leidde onder meer tot het uurwerk met tijdsvergelijking: een wijzer geeft aan hoe groot het verschil is tussen de universele tijd die een etmaal conventioneel op 24 uren heeft vastgesteld, en de echte of zonnetijd (het tijdsinterval tussen twee opeenvolgende passages van de zon aan een meridiaan). Die verschillen tussen beide zijn niet gering, bedragen rond 12 februari plus 14 minuten en rond 3 november min 16 minuten. Die uitvinding werd vooral geïnspireerd door de marine: voor haar was de exacte tijd van levensbelang voor de juiste plaatsbepaling op zee.

Toch wordt Abraham-Louis vooral gerespecteerd voor de uitvinding van het tourbillon, zonder twijfel zijn grootste uitdaging en het ultieme resultaat in de beheersing van de uurwerkkunst. “Het tourbillon is zowat de kwadratuur van de cirkel,” zegt Emmanuel Breguet, “omdat het de effecten van de zwaartekracht op het fijne mechanisme van een uurwerk neutraliseert. Het is uiteraard een minuscuul staaltje van techniek en vergelijkbaar met een buitengewoon kleine planisfeer die voortdurend om zichzelf draait. Ik zou het een technisch maar ook een poëtisch meesterwerkje noemen, onwaarschijnlijk mooi en levend. Strikt technisch gesproken kan men met de moderne legeringen en lubricatiemethodes van moderne uurwerken eenzelfde resultaat bereiken, maar het tourbillon is dermate mooi en verfijnd dat een kleine groep klanten ernaar blijft vragen. Ook al omdat het zo vergroeid is met de faam van het merk, en elke andere horlogemaker zich erdoor heeft laten inspireren. On fait le tourbillon pour la beauté de l’exercice de style. We maken er een paar tientallen per jaar van.”

Breguet was niet alleen een bijzonder begenadigde technieker en uitvinder, hij was ook een verfijnd estheet. Toen hij begon met het maken van uurwerken, waren de horlogekasten rijkelijk versierd, zelfs barok van uitzicht. Dankzij zijn vondsten konden de uurwerken niet alleen veel kleiner worden, hij opteerde ook voor een duidelijk soberder stijl die vandaag niets van zijn schoonheid en aantrekkingskracht verloren heeft. Zijn meest opmerkelijke esthetische bijdrage is de cadran guilloché. De gouden of zilveren wijzerplaat wordt van een soort zeer regelmatig ruitvormig of golvend patroon voorzien dat voor een uniek effect zorgt, en bovendien – in de beste Breguet-traditie – zeer functioneel is: het vergemakkelijkt ook het aflezen.

“Het guillocheren wordt met een soort geperfectioneerd mechanisch mes uitgevoerd, dat door de mensenhand wordt bediend en er daardoor als het ware een verlengstuk van is. Een kunst die slechts door een paar ambachtslui ter wereld wordt beheerst. De guillochage is kenmerkend voor de productie van de Breguet, evenals de gekartelde rand van de kast en de typische Breguet-wijzers met excentrische halve maantjes.”

Soms combineerde hij verschillende kwaliteiten of bedacht hij ongewone oplossingen, zoals bij de montre à tact, zeg maar het aanrakingshorloge, dat aan de achterzijde van een extra, uitwendige wijzer was voorzien zodat de gebruiker de tijd kon aflezen zonder het horloge uit zijn gilet te halen.

“De traditionele luxehorlogerie kent een enorme vlucht,” zegt onze gastheer, “terwijl een kwartsklokje toch veel nauwkeuriger werkt. Dat komt omdat mensen gevoelig zijn voor de poëtische en mechanische kant van het klassieke uurwerk, houden van de menselijke, levende kant ervan. Ze kopen een product dat door mensenhanden is gekoesterd en bewerkt, en ook op gezette tijden enig onderhoud vergt.”

In het aanpalend atelier zitten twee van ’s werelds grootste specialisten over een paar Breguets gebogen. We kijken mee door een soort microscoop en er wordt ons een driedimensionele blik gegund in de intimiteit van een horloge dat ooit aan Pauline Borghese, de tweede zus van Napoleon, heeft toebehoord. Op de minuscule radertjes liggen een soort van dikke klodders.

“Stof en olie uit het begin van de vorige eeuw”, merkt een van de specialisten op.

Dan bladeren we door de archieven, intact sinds de begindagen van Breguets productie en ononderbroken bijgehouden. Onder de eerste klanten vinden we Lodewijk XVI, later koningin Victoria en ook Sir Winston Churchill. “De productie van uurwerken is nooit gestopt, tot in de jaren veertig van deze eeuw was elk stuk zelfs uniek. Mijn voorvader hield er niet van twee keer hetzelfde klokje te monteren. Maar het meest uitzonderlijke is wel dat de archieven alle woelige tijden hebben doorstaan. We gebruiken ze nog dagelijks om klanten van dienst te zijn die een horloge op de kop getikt hebben en de exacte herkomst ervan willen kennen. Of de authenticiteit ervan willen laten verifiëren.”

Op de vraag naar het profiel van de moderne klant die iets meer dan een kwart miljoen neertelt voor de goedkoopste Breguet, komt een afwijkend antwoord. “Veel zakenlui, des fortunes anciennes et récentes. Mensen die een geraffineerd voorwerp zoeken, met een groot hart voor cultuur. In alle discretie welteverstaan, de soberheid van het werk staat daar garant voor. Soms komen klanten met speciale wensen aan en in de mate van het mogelijke proberen we daaraan te voldoen. Maar nooit als verlangd wordt dat we de stijl of de werkwijze van Abraham-Louis Breguet geweld aandoen.”

De meest hardnekkige klanten zijn de verzamelaars, die vaak te allen prijze een uniek stuk achterna gaan. Toen het befaamde horloge nr. 160 van Marie Antoinette in 1983 uit het Museum voor Islamitische Kunst in Jerusalem werd gestolen, stond de wereld versteld. Het meest beroemde Breguet-horloge is sindsdien niet meer opgedoken, maar echt verwonderd waren de amateurs niet. Ingewijden gaan ervan uit dat een verzamelaar achter de coup zat, en dat het uurwerk sindsdien met de beste zorgen wordt omringd – zij het ver van de publieke belangstelling.

Maar geregeld duiken ook nieuwe klanten op, en zelfs de zakhorloges worden nog besteld – ook door jonge klanten. “Het toppunt van elegantie”, fluistert Emmanuel Breguet, “waarnaar nog een kleine vraag bestaat. Elk jaar produceren we er een paar van. Maar het klopt dat het zakhorloge door velen een beetje vergeten is. Dat komt mede door het verdwijnen van het vest. Als het vest terugkomt, krijgt het misschien een nieuwe kans.”

“Breguet, horloger depuis 1775” van Emmanuel Breguet is een uitzonderlijk document dat in een fraaie cassette wordt aangeboden. Het boek is een uitgave van Alain de Gourcuff, kost 5980 frank en is bij de betere boekhandel of bij de invoerder te vinden. Voor een nieuwe Breguet uit de klassieke reeks moet men tegenwoordig minstens 265.000 fr. neertellen, voor een topexemplaar met vele complicaties 4.850.000 fr. Info en documentatie bij de invoerder, Vincent Gaye Company NV, Tel. (02) 772.25.50.

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content