De kerstbomen-met-kluit zijn nog maar net van de stoep of de etalages van parfumerieën en lingeriezaken zitten al onder de rode harten. Valentijn is in aantocht en dat zullen we geweten hebben. Maar wat hebben kasteelweekends en kaarsjes op de badkuiprand in hemelsnaam met échte liefde te maken ?

Zo gaat het er in een reclamespotje voor parfum aan toe : zij schrijdt de slaapkamer binnen in een avondjurk van goudlamé. Haar weelderige, honingkleurige haar golft over gladde, licht gebronsde schouders, de split in haar jurk reveleert een lang, slank been en een wuft, hooggehakt sandaaltje dat ze betekenisvol uitschopt als hij haar een glas sprankelende champagne aanbiedt. Hij, dat is zo’n hunk uit de Vogue Uomo, met gesculpteerde trekken en een haarlijn als een Engels gazon. Hij begraaft zijn neus in haar hals, hun lippen zoeken elkaar…

En dit is de realiteit : ze strompelt de huiskamer binnen gebukt onder het gewicht van haar laptoptas en een twee volle herbruikbare Delhaizezakken. Er zit een ladder in haar linkerkous (nog maar eens aan die stomme bureaustoel blijven hangen) en ze had vanmorgen haar haar willen wassen, maar dat is er wegens die ontbijtvergadering niet van gekomen. Nog voor ze hem ziet, hoort ze hoe hij zijn neus ophaalt : een zenuwtrek ten gevolge van latente sinusitis. “Heb je de loodgieter nog gebeld voor de boiler, schat ?”, vraagt ze, als ze hem vluchtig op de wang zoent. “Verrek nee, niet aan gedacht.” En hij lacht met een grapje van Ben Crabbé in Blokken.

Hoge verwachtingen

Hoe ze in hemelsnaam in dat kitchen sink-drama à la Mike Leigh terechtkwam ? Zij, ooit een vrije, onafhankelijke vrouw die een tikkeltje geringschattend haar hoofd schudde als haar ouders voor de elfendertigste keer dezelfde ruzie hadden ? Simpel : ze werd verliefd. Nu ja, dat was ze al een paar keer geweest, maar dat ging weer over. Omdat Bert zwijgzaam was als de toendra en Piet niet voor de middag uit zijn bed te krijgen was. Omdat Wim niet alleen van haar maar van alle vrouwen hield en Johan na een paar maanden een schampere toon tegen haar aansloeg. Ze zou wel gek zijn om dat te pikken. Vrouwen van de generatie van haar grootmoeder en ouders hadden zo veel praat niet. Die waren al lang blij dat ze een man met een vast inkomen aan de haak konden slaan. Als die hen vervolgens braaf van huishoudgeld voorzag, niet zoop als een vis, geen te losse handjes had en niet openlijk vreemdging, hadden ze geen reden tot klagen. Hoogstens verdoofden ze hun frustraties met poeders van het Wit Kruis. Valentijn ? Nooit van gehoord. Die kwam pas op de proppen na de uitvinding van de pil en de toegankelijkheid van hogere studies voor vrouwen. Zodat die moderne jonge meiden niet alleen een grote bek kregen, maar ook nog eens romantische verwachtingen gingen koesteren.

Dus toen zij – ik zal haar Sarah noemen – Bert in haar hart sloot, wilde ze maar al te graag geloven dat hij de laatste was, dat ze samen minstens een zilveren bruiloft tegemoet gingen. En ja, daar hoorden kaarsjes op de badkuiprand bij, intieme dineetjes, samen met de hond en een frisbee dollen in het park en hand in hand wandelen over een verlaten strand. De hele reutemeteut van romantische clichés, kijk er When Harry met Sally en het verzamelde oeuvre van Nora Ephron maar op na. En ja, de eerste jaren ging het goed. Uit verliefdheid groeide genegenheid. Maar af en toe waren er ergernissen. Van die pietluttigheden die toch schrijnden, als grint in een schoen. Zijn domme stopwoordjes, zijn vergeetachtigheid (“Stuur hem om drie dingen naar de supermarkt en hij vergeet er twee”), zijn brallerige “Toen heb ik het hem eens goed gezegd”-verhalen. En ja, dat neus ophalen.

Zoals gezegd, niets fundamenteels. In geval van serieuze relationele twijfel is er altijd de diagnostische vraag van de Amerikaanse relatietherapeute Mira Kirshenbaum om op terug te vallen : “Kun je zeggen dat je partner in principe aardig, redelijk intelligent en niet al te neurotisch is, er aanvaardbaar uitziet en doorgaans niet onprettig ruikt ?” Dat laatste onderdeel van de vraag mag misschien verbazen, maar het antwoord schijnt indicatief te zijn voor de mogelijkheid tot samengaan op animaal niveau. Als je vindt dat je partner van zichzelf niet lekker ruikt, dan schijnt er – ahem – wel degelijk stront aan de knikker te zijn. Bert doorstond de test met vlag en wimpel : Sarah kon in eer en geweten zeggen dat ze hem niet eng, dom, gekker dan de meeste mensen, lelijk of onwelriekend vond. Sterker nog, hij was toegewijd, betrouwbaar, een prettige, aantrekkelijke vent die veel vrouwen haar benijdden. Waarom werkte hij dan soms zo verschrikkelijk op haar zenuwen ?

Ik wil de zaag niet zijn

Hoezeer kleine ergernissen een relatie kunnen ondermijnen, bleek uit een onderzoek van de universiteit van Louisville, nota bene gefinancierd door de Amerikaanse overheid. Tot de belangrijkste akkefietjes die dodelijk bleken voor de romantiek binnen een relatie hoorden onder andere : snurken, neuspeuteren, nagels knippen aan tafel, het laten rondslingeren van onfris ondergoed, het toilet vies achterlaten, rare geluiden maken tijdens een orgasme, te hard lachen om flauwe eigen grappen, te veel tijd op Facebook doorbrengen en onnozele koosnaampjes gebruiken in het openbaar.

Mannen schijnen zich overigens minder gemakkelijk te ergeren aan de idiosyncrasieën van hun partner dan omgekeerd. Schuilt er dan toch waarheid in het cliché : “Een man ziet een vrouw en hoopt dat ze blijft zoals ze is. Een vrouw ziet een man en hoopt dat ze hem kan kneden tot het ideaalbeeld in haar hoofd.” Een bewering die een vriend, laat ik hem Dirk noemen, maar al te graag onderschrijft. “Ik heb in mijn rijke relatieleven met op het eerste zicht zeer uiteenlopende vrouwen te maken gehad, maar ze veranderden telkens in dezelfde. Op een dag begonnen ze allemaal met de krant op te ruimen die ik op tafel had laten liggen, of mijn sokken naast het bed. En even later heette ik niet meer Dirk, maar Woefke.”

“Ik wil de zaag niet zijn”, snikt Els Dottermans in een sleutelscène in Oud België, een uitspraak die haar Willy vervolgens niet bepaald fijngevoelig in een sketch verwerkt. En ja, dat is waar mannen zich het vaakst aan ergeren in een relatie : een vrouw die zeurt, zaagt, altijd op hetzelfde aambeeld hamert. Maar in de meeste gevallen is zij het dan ook die de hele logistiek van het huishouden regelt. Als zij hem er niet aan herinnert dat het vuilnis buiten moet en de kinderen naar de tandarts, loopt de boel in het honderd.

Groeien in verschil

Kleine irritaties in een relatie kunnen veel schade berokkenen. Waar het op aan komt, is er iets aan te doen vóór ze zich opstapelen en het je moeilijk maken elkaars fundamentele kwaliteiten nog te appreciëren. Auteurs van zelfhulpboeken verzinnen de meest ingenieuze manieren om partners te helpen hun frustraties op een niet al te confronterende manier te uiten. Maar laten we ernstig zijn : een klachtenbus, of een armbandje dat je van pols moet verwisselen als je jezelf op zeuren betrapt, welke nuchtere mens wil zich daarmee bezighouden ? Een stille wenk, op een niet-agressieve toon geuit, kan al wonderen doen. De geadresseerde kan er alleen maar zijn voordeel mee doen. Want als jij, toch zijn grootste fan, al niet om zijn flauwe grappen kunt lachen, dan kunnen de collega’s op het werk dat waarschijnlijk ook niet.

En van een diplomatische correctie van enigszins afwijkende tafelmanieren is ook nog niemand doodgegaan. Maar dan hebben we het over simpele gewoonten. Iets anders is het als het om gedrag gaat dat een uitdrukking is van iemands persoonlijkheid, iets waar hij wellicht zelfs prat op gaat. Is hij Clint Eastwood in ’t diepst van zijn gedachten, dan kun je wachten tot je honderd gram weegt vóór hij zijn norse machohouding laat varen.

Hoe ook is groeien in een relatie leren omgaan met verschil. “Allemaal anders, ieder zijn wereld”, zingt Ronny Mosuse : “Jij houdt van zeker, ik hou van min of meer.” En zo is het maar net. Naast een gevoel van eenheid, moet er in elke relatie plaats zijn voor individualiteit. Wat maakt het uit dat hij van films met Vin Diesel houdt en zij van Vijf TV rom coms ? Elke partner heeft zijn eigen background en opvoeding en daaruit voortvloeiend eigenschappen die we niet noodzakelijk fijn vinden, maar waarmee we moeten leren leven. Zolang je een manier vindt om je ergernis te ventileren zonder dat ze je relatie verzuurt, is samenleven mogelijk.

Humor en flexibiliteit zijn zoals steeds een pluspunt. Volgens Mira Kirshenbaum – zij weer – is de ultieme test of je op een aangename manier met zijn tweeën niets kunt doen, zonder de afleiding van kinderen, vrienden, uitstapjes of bioscoop. Misschien is een Valentijnweekend samen lummelen dus toch niet zo’n slecht idee : laat alvast de bubbels aanrukken, en de kaarsjes voor rond de badkuip.

DOOR LINDA ASSELBERGS – ILLUSTRATIE rienk michielsen

VAN DIE PIETLUTTIGHEDEN DIE SCHRIJNEN ALS GRINT IN EEN SCHOEN : “STUUR HEM OM DRIE DINGEN NAAR DE SUPERMARKT EN HIJ VERGEET ER TWEE.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content