Enkele weken geleden trouwde Mie met haar grote liefde, de zes jaar jongere, Turkse Yusuf. Er moesten heel wat ambtelijke watertjes doorzwommen worden voor het zover was. Ook het commentaar op haar keuze was niet altijd even vleiend. MIE (50)

Ik ben altijd een bezige bij geweest. Dat heb ik van thuis meegekregen : met hard werken verdien je de hemel. Op een gegeven moment had ik drie jobs tegelijk. Ik stond fulltime in het onderwijs, gaf ’s avonds kooklessen en in het weekend verzorgde ik de catering op feesten. Wat relaties betreft : om nu te zeggen dat ze in de rij stonden is misschien overdreven, maar ik had toch wel keuze genoeg. Ik had dus weleens een vriend, maar als hij me meer energie kostte dan opleverde, had ik er genoeg van en maakte ik een einde aan de relatie. De ware had zich eigenlijk nog niet aangediend.

En toen, twaalf jaar geleden, ging plots het licht uit, van het ene moment op het andere. Als gevolg van vermageringspillen die ik toen nam, kreeg ik een hersenbloeding. Ik heb vijf dagen tussen leven en dood gezweefd en ben door het oog van de naald gekropen. Toen ik hersteld was, veel sneller dan de artsen hadden voorspeld, heb ik goede voornemens gemaakt. Ik besefte dat er meer op de wereld was dan alleen maar werken, en om te beginnen trakteerde ik mezelf in de paasvakantie op een reisje naar Egypte. In de grote vakantie zou ik wel thuisblijven. Maar het was zo’n slecht weer dat ik meteen weer een reis boekte, last minute naar Turkije waar ik nog nooit eerder geweest was. Het land beviel me meteen. Ik logeerde in een klein hotel en omdat ik een joviaal en sociaal type ben, maakte ik er al snel contact.

“Kom nog eens terug”, zeiden de mensen met wie ik bevriend was geraakt. En dat heb ik gedaan, zo’n acht of negen keer in totaal. Ze zagen me graag komen, de blonde Vlaamse die pralines meebracht en al snel een woordje Turks sprak.

HARTKLOPPINGEN

Yusuf werkte als chef-kok in het hotel naast het mijne. Hij was vrijgezel, oudste van acht kinderen en een bijzonder knappe en hartelijke man. We maakten wel eens een praatje, als buren zeg maar, maar later biechtte hij op dat hij al vanaf het begin lichte hartkloppingen had bij onze ontmoetingen. Ik voelde ook wel wat voor hem, maar misschien kwam dat omdat ik me in Turkije helemaal in mijn element voelde. Ik had met plezier alles hier willen achterlaten om voorgoed te verkassen. Maar daar kon geen sprake van zijn: ik ben enige dochter en mijn beide ouders waren op dat moment ziek. Mijn moeder had kanker en mijn vader leed aan dementie. Ik moet bekennen dat ik ook een beetje bang was. Voor mezelf wist ik dat Yusuf mijn partner zou kunnen zijn, dat hij alles had waar ik naar verlangde, maar ik besefte natuurlijk ook dat een relatie niet eenvoudig zou zijn met een man die in een ander land woont.

In de herfstvakantie, vier jaar geleden, vertelde Yusuf me dat hij in de daaropvolgende maand december een maand naar Antwerpen zou komen. Hij zou een vriend bezoeken die er een restaurant uitbaat. Ik beloofde hem dat ik hem de stad zou laten zien en samen wat uitstapjes wilde maken. Toen hij me belde vanuit Antwerpen, klopte mijn hart in mijn keel. Hij vroeg me wanneer we elkaar konden zien. “Nu,” zei ik, “nu meteen.” Ik sprong in mijn auto, reed naar hem toe, en tijdens de avond en nacht die volgden, wist ik het honderd procent zeker : dit wordt mijn man. Daar heeft niemand me van kunnen afhouden, ook mijn ouders niet die het toch wel een bedenkelijke keuze vonden. Ik had vroeger rijke mannen ‘van hier’ kunnen krijgen, en nu koos ik voor een arme vreemdeling zonder job. Dat konden ze maar moeilijk aanvaarden en verkroppen. Want toen Yusuf de volgende zomer met een toeristenvisum naar ons land kwam en bij me introk, mocht hij natuurlijk niet werken. Hij zat thuis en voelde zich een beetje nutteloos. In zijn land is het andersom : daar gaan de mannen uit werken en blijven de vrouwen thuis.

Vooral mijn moeder had het moeilijk met mijn partner en dat heeft ze niet onder stoelen of banken gestoken. “Wat doet je schoonzoon ?” vroegen vrienden en familieleden haar. “Op de kap van mijn dochter leven”, zei ze dan zonder omwegen. Ze heeft me een aantal keren vreselijk op mijn hart getrapt. Sinds Yusuf een Belgisch paspoort en werk heeft, is hij in haar achting gestegen, terwijl hij toch nog steeds dezelfde man is : altijd attent en vriendelijk voor haar. Kort nadat hij hier voorgoed aankwam, op 21 december 2010, zijn we een weekje samen met mijn ouders naar Istanbul geweest om hun gouden bruiloft te vieren. Toen hebben ze hun schoonzoon beter leren kennen. Ze hebben van de reis genoten, want door Yusuf gingen er veel deuren open die anders gesloten zouden zijn gebleven.

VAN STRAAT

Ik had zo graag willen trouwen net voor ik vijftig werd, in april van dit jaar. Een mens moet toch voor zijn vijftigste van straat zijn, nietwaar. Maar dat is niet gelukt omdat de cel schijnhuwelijken nog een grondig onderzoek instelde naar Yusuf, een herhaling van wat ze al eerder uitgebreid onderzocht hadden voor hij hiernaartoe kwam : of hij niet nog ergens een vrouw en vijf kinderen had rondlopen bijvoorbeeld, of hij niet in de gevangenis heeft gezeten, of ik draagkrachtig genoeg ben om voor hem in te staan. Ik heb de instanties ervan proberen te overtuigen dat ik gewoon van deze man hou, dat we gelukkig zijn en dat ik met hem samen wil zijn. Niet meer en niet minder. Ze hebben ons uiteindelijk geloofd en we zijn dus met een paar maanden vertraging begin juni getrouwd. Yusuf voelt zich na de eerste aanpassing en wat heimwee ook steeds beter. Hij werkt in een Turkse snackbar en spreekt steeds vlotter Nederlands. Ik spreek ondertussen vloeiend Turks, wat vaak voor verrassingen zorgt in Turkse milieus, want ze verwachten niet dat een struise blonde plots een gesprek in het Turks begint. We genieten van kleine dingen, van samen thuis zijn of van het gezelschap van onze vrienden met vaak ook gemengde huwelijken.

Ik weet na mijn hersenbloeding als geen ander dat je van ieder moment moet genieten, want dat het leven aan een zijden draad hangt. Mijn vader is ondertussen overleden, en mijn moeder is gelukkig een beetje bijgedraaid. “Als ons Mie maar gelukkig is”, zei ze vele malen op onze huwelijksdag. Dat is al een hele stap vooruit. Voor haar maak ik de keuze om hier te blijven, maar als ze er ooit niet meer is, dan verkoop ik mijn hele boel en verhuis onmiddellijk naar Turkije, het land van mijn man dat mijn hart gestolen heeft. Wat ik daar dan ga doen ? Niets ! Luieren en in de zon zitten, terwijl Yusuf werkt.

OMWILLE VAN DE PRIVACY WORDEN NAMEN SOMS VERANDERD IN DEZE RUBRIEK.

DOOR DIANE BROECKHOVEN

‘ ‘Ik kom nu, meteen’, zei ik toen Yusuf me belde. Ik wist plots zeker dat hij mijn man zou worden’

‘Ik spreek ondertussen vloeiend Turks, wat vaak voor verrassingen zorgt, want ze verwachten niet dat een struise blonde plots een gesprek in het Turks begint’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content