Toen Jaguar twee jaar geleden zijn XJ lanceerde, leek die als twee druppels water op zijn voorganger omdat de klassieke, elegante stijl helemaal behouden bleef. Daardoor ontsnapten tal van innovaties aan het oog van het grote publiek, dat de indruk kreeg dat het alleen om een facelift ging. Toch was de wagen 14 cm langer geworden, de wielbasis zelfs 16 cm, waardoor de passagiers achterin meer ruimte kregen. Significanter was echter dat de XJ nagenoeg volledig uit aluminium werd opgebouwd, een idee dat eerder alleen op de Audi A8 werd toegepast, waardoor hij een flink stuk lichter werd.

Met zijn turbodiesel, ontwikkeld in samenwerking met PSA en eerder al gepresenteerd in de Range Rover Sport en de Peugeot 607 en straks in de C6 te zien, zet hij 1660 kg op de weegschaal. Daardoor is hij niet alleen 130 kg lichter dan de ‘kleinere’ S-Type, maar laat hij zijn concurrenten, zoals de A8, de BMW 730d en de Mercedes S, ver achter zich. De XJ krijgt ook standaard luchtvering met gestuurde schokdemping mee en kan daardoor qua comfort met de allerbeste wedijveren.

De V6 dieselmotor, voorzien van twee kleine, variabele turbo’s, is een bijzonder gesofisticeerd geheel dat tot vijf verstuivingen per arbeidsslag kan verzorgen en standaard een partikelfilter meekrijgt. Gekoppeld aan een zestrapsautomaat, en met een vermogen van 207 pk en een trekkracht van 435 Nm (beschikbaar vanaf 1900 toeren/minuut) ontpopt de XJ zich als een snelle, soepele en vooral geruisloze berline die nauwelijks hoeft onder te doen voor de Duitse concurrentie. Daarbovenop wacht nog een aardige en ecologische verrassing aan de pomp. De XJ turbodiesel komt zelfs in een gezwinde rijstijl rond met ongeveer 9 liter/100 km, waardoor zijn autonomie meer dan 900 kilometer bedraagt.

Ondanks zijn lengte van 5,09 meter komt hij bijzonder lichtvoetig voor de dag, terwijl hij ook op een bochtig parcours perfect zijn mannetje weet te staan. De XJ laat zich precies insturen, heeft nauwelijks last van rolneigingen en wordt door het DSC-stabiliteitssysteem perfect in toom gehouden. Dat laatste kan door de echt sportieve rijder zelfs worden uitgeschakeld, al lijkt dat een beetje zonde voor een auto die in de eerste plaats voor snelheid én comfort kiest.

Tot de schoonheidsfoutjes rekenen we het lage kofferdeksel en de lage vloer en een laadvolume dat niet bijzonder groot uitvalt. Aan de andere kant zijn het leren interieur en de luchtvering standaard, de parkeerhulp vooraan dan weer niet.

JAGUAR XJ6 2.7D

Motor : V6-turbodiesel met een slagvolume van 2722 cm3, die via een zestrapsautomaat de achterwielen aandrijft.

Potentieel : maximumvermogen van 207 pk/152 kW bij 4000 toeren/minuut en maximaal koppel van 435 Nm bij 1900 toeren/minuut.

Afmetingen : 509 cm (l), 186 cm (br), 144,8 cm (h) en 303,4 cm (wielbasis).

Koffervolume : 470 liter.

Verbruik in liter/100 km : 10,8 (stad), 6,5 (buiten stad), 8,1 (mix).

CO2-uitstoot : 214 gr/km.

Prijs, inclusief btw : 67.500 euro, vermeerderd met 2478 euro BIV.

Jaarlijkse autobelasting : 969,86 euro.

Andere versies : XJ6 3.0 (67.500 euro), XJ8 3.5 (73.900 euro), XJ8 4.2 (78.280 euro).

Retromobile

Van 10 tot 19 februari loopt in Parijs de oldtimersalon Retromobile. Onder de talloze evenementen noteren we het eeuwfeest van Lancia, de viering van de Darracq V8, die in 1906 als allereerste auto sneller reed dan 200 km/uur en de herdenking van La Course contre le Rail. Woolf Barnato verwedde er in 1930 zo’n 200 pond op dat hij sneller dan de toenmalige hogesnelheidstrein, de Train Bleu, van Cannes naar Calais zou rijden. Beide voertuigen vertrokken om 17.45 uur in Zuid-Frankrijk en ’s anderendaags stond de Engelse gentleman al om 10.30 uur in Calais. De trein liep pas om 15.24 uur binnen, vier minuten nadat Barnato al goed en wel in Londen arriveerde.

Retromobile, Paris Expo, Porte

de Versailles, www.retromobile.fr, +33 149 53 27 10

Pierre Darge