LICHT IN DE TOREN VAN LABEL

Zwart geschilderde OSB-panelen en een helwitte trapkoker vormen de nieuwe kern van dit herenhuis.

In de buitenwijken van Brussel verrast Label Architecture met een gedurfd lichtspel. Tussen de klassieke woonkamers van een statig pand werd een fascinerende, lichtgevende tunnel geschoven.

Hun kantoorlogo verwijst wat pesterig naar de grens van België en hun naam klinkt in het Frans als ” La belle architecture”, maar ondanks die laconieke knipogen wijst het arsenaal maquettes en de vele architectuurboeken in het kantoor van Label Architecture, bij de Brusselse Hallepoort, op een vastberaden zoeken naar die ene, gevatte invalshoek die al hun projecten kenmerkt.

Ook Fiat Lux (“Laat er licht zijn”) is het resultaat van zo’n zoektocht : een ingreep in een vier etages tellende rijwoning vol moulures en metershoge plafonds. Thibaut Rome toont enthousiast de opengewerkte maquette : één huizenhoge kolom die zich door de hele woning boort en alle ruimten met elkaar verbindt. De bestaande stenen trap verdween en werd vanaf de tweede verdieping vervangen door een nieuwe, zijwaarts geplaatste spiltrap. De koker kreeg een matglazen deksel en werd ritmisch opengewerkt naar de omliggende kamers. Het resultaat is een futuristisch Fremdkörper tussen voor- en achterhuis. Door de minutieuze positionering van identieke elementen, de precieze inzet van monochrome tinten en het slim gebruik van proporties geeft de ingreep een hedendaags antwoord op de vraag die zich in binnensteden altijd al stelde : “Hoe krijg ik voldoende daglicht in het midden van een rijwoning ?”

Victor Horta boog zich over diezelfde vraag rond 1900, en voorzag een reeks Brusselse stadspaleizen van zijn antwoord. De woning Van Eetvelde uit 1895 was daarbij het meest vooruitstrevend. Van in de hal liet Horta een diagonaal wandelpad vertrekken dat zich rondom een achthoekige ontvangstruimte met glazen baldakijndak kronkelt. Het enorme herenhuis (voor de staatssecretaris van de Onafhankelijke Congostaat) werd een Gesamtkunstwerk vol doorkijkjes en parallelle circulatieroutes. Het daglicht drong feilloos door tot in het hart van de woning. Maar alsof Horta aanvoelde dat zijn weelderige ornamenten en metalen plantenmotieven niet realiseerbaar zouden blijven, schreef hij enkele jaren later : “De moderne tijd laat die sculptuur achterwege. Dat wordt de periode van de kleur : elektrisch licht, glasramen, enzovoorts.” Die voorspelling blijkt van toepassing op Fiat Lux.

In plaats van een harmonisch geheel ontwierp Label Architecture een contrasterende lichtcarrousel, en trouw aan hun publicatie The beauty of the ordinary (uitgebracht toen ze in 2006 curator waren van het Belgische paviljoen op de Biënnale van Venetië) gebruikten ze daarbij bricolagemateriaal, zoals spaanplaat en spiegelglas. Maar net als bij Horta leidde hun zoektocht naar licht ook tot een uitgekiende ruimtelijke installatie. Fiat Lux evolueerde van koker naar een drie etages tellende waterval vol kleine belevenissen. Tongue in cheek, maar smaakvol en afgemeten.

Langs onderen ziet die schacht eruit als een zacht glimmende gang waarin op regelmatige afstanden een gesmolten uurwerk van Salvador Dalí lijkt te hangen : grote, geplooide rechthoeken op elke verdieping. Die opengeklapte kaders blijken nu eens spiegels dan weer een deurgat of een semireflecterend binnenraam te zijn. Een vreemde gewaarwording waarbij men zich bekeken voelt, maar tegelijkertijd opgenomen in het intieme hart van de woning. Op verzoek van de bewoners werd de lichtschacht trouwens opgewaardeerd tot een echt communicatieapparaat : in de glaswanden die de kamers van de trapruimte scheidt, maakte men ronde gaten, zodat ouders en kinderen elkaar bij hoge nood (“Het ijs staat klaar !”) kunnen verwittigen. Enkele openingen zijn net groot genoeg om er het hoofd door te steken en via de spiegels een babbeltje te slaan met zichzelf.

Rond de witte verticale koker hingen de ontwerpers een zwart horizontaal volume, een ingetogen grotachtige ruimte, die op de eerste verdieping als schakel dient tussen keuken en leefruimte – ze herbergt hier ook een toilet en kleine berging. Langs glas en spiegels meandert de ‘grot’ mee naar boven. In dat zwarte blok zitten badkamertjes, zodat elke etage autonoom zou kunnen functioneren. Nog belangrijker is de manier waarop deze bufferzone door haar vorm en kleur zowel de centrale lichtschacht als de aanpalende kamers beïnvloedt. Vanuit de relatieve duisternis komt men telkens weer in een lichtere of hogere kamer terecht. Fiat Lux reanimeert daarmee de bestaande woning van binnenuit, de strenge zwart-witlook werkt structurerend.

Vanuit de ouderslaapkamer bovenaan, begeleid door het rumoer van de parkieten in de keuken en het zachte licht uit de nok van het dak, voert een onderhoudende wandeling in één beweging naar de benedenverdieping. En omdat ze het knipogen blijkbaar niet konden laten, bouwden de jonge archtecten van Label daar, in een mooie ruimte met uitzicht op de tuin, een podium dat als bureau kan dienen en de vorm kreeg van een kamerbrede cirkel. “Want de cirkel is de meest simpele vorm”, doceert Thibaut Rom.

www.labelarchitecture.be

DOOR BJORN HOUTTEKIER – FOTO’S TIM VAN DE VELDE / OWI

Victor Horta wist het al : “De moderne tijd wordt de periode van de kleur, elektrisch licht, glasramen, enzovoorts.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content