Pierre Darge
Pierre Darge Freelancejournalist

De heruitgave van de biografie van Lee Miller door haar zoon Antony Penrose werpt een nieuw licht op haar complexe leven als fotomodel, als muze van de surrealisten en als oorlogsfotografe en -verslaggeefster met uitzonderlijk talent. Een gesprek met de biograaf.

De weg naar Farley Farm leidt doorheen tunnels van groen, langs heggen en 14de-eeuwse cottages vanuit Dover door het landelijke Kent en het rustige Sussex. De plaats waar Lee Miller haar laatste 28 levensjaren doorbracht, is meer dan het boerengat dat de naam laat vermoeden. Het is een legende waar de familie een halve eeuw heeft gewoond, waar nu het Lee Miller Archief is gevestigd en waar haar zoon Antony Penrose sinds haar dood de puzzel ineenlegt waarop hij als kind geen zicht had.

“Toen Lee ons in 1977 vertelde dat ze aan pancreaskanker leed, keek niemand daarvan op. Tenslotte waren we door de jaren heen gewend geraakt aan haar hypochondrie. Niemand uit haar naaste omgeving kon een ziekte doormaken of ze meende een paar dagen later bij zichzelf dezelfde symptomen te ontwaren. Ze verzamelde ziektes zoals anderen schelpen of postzegels. Haar huisdokter, die wist dat het om een mentale zaak ging, liep daarin een flink eind met haar mee, tot in het belachelijke toe. Elke ochtend bij het ontbijt was haar bord gevuld met pillen en medicijnen, en spullen die ze zichzelf inspoot. Toen ze een jaar later stierf, nam ik afscheid van een onbekende.”

Antony Penrose is van het rustige type, lijkt op de fotograaf Peter Beard, en gaat schijnbaar zonder veel emoties door het leven. Zijn moeder had wel degelijk kanker, en stierf na een getourmenteerd leven dat haar toen dertigjarige zoon grotendeels was ontgaan. Antony wist zo goed als niets van de zelfbewuste vrouw die onophoudelijk voor zichzelf had gevochten, eerst als fotomodel, later als muze van de surrealisten, en tenslotte als moedige oorlogsfotografe en -verslaggeefster met uitzonderlijk talent. Dat die oorlogsverslaggeving in het chique Vogue verscheen, was ook al buitengewoon. Alleen als moeder leek ze tekort te schieten. Toen Antony Penrose als kind aan de trein van kostschool moest worden afgehaald, schreef hij het kindermeisje om te vragen of zij dat alsjeblief zelf kon doen: hij was er niet zo zeker van dat hij zijn moeder wel zou herkennen.

“Dat verhaal klopt, ik ervoer mijn moeder als een afwezige. Als kind had ik geen enkel besef van de alcoholverslaving die haar ten gronde richtte. Ik kon maar niet begrijpen dat dezelfde persoon van het ene op het andere moment zo verschillend reageerde. Soms kon ze affectueus en geestig zijn, dan opeens weer agressief, slechtgezind en stuitend. Ik wist nooit welk masker ze droeg, met welk van de vele karakters ik het volgende moment zou worden geconfronteerd. Dus bleef ik vaak uit haar buurt, waardoor er een vicieuze cirkel ontstond. Ik wilde niet bij haar zijn omdat ik bang van haar werd, en omdat ik niet vaak bij haar was, slaagde ik er nooit in haar te begrijpen.

En als ik bij mensen informeerde of het klopte dat mijn moeder een bekende fotografe was tijdens de oorlog, ontkenden ze dat. Ze antwoordden me dat ze foto’s had genomen die van generlei belang waren, dat ze alleen een beetje rondgetoerd had in een of andere jeep. Ook mijn vader negeerde haar rol tijdens de oorlog, misschien omdat het zo moeilijk was voor iemand die een niet-strijdbare opdracht vervulde om te begrijpen wat er in een vrouw omging die tegenover geweren en kogels had gestaan.”

Anderhalf jaar na haar dood ontdekte Antony Penrose onder impuls van zijn vrouw Suzanna een deel van het werk van zijn moeder. Hij kwam niet meteen oog in oog met de foto’s, maar wel met de teksten.

De gastheer rommelt in een van de vele laden van het archief dat hij beheert, komt terug met een stapeltje getikte vellen, elk blad bovenaan bekroond met een stempel van de censor.

“Ik liep op willekeurige wijze door het pak en las, op vel 24 over de bezetting van Saint-Malo. Machine gun fire belched from the end pillbox – the men fell flat – stumbling and crawling into the shelter of shell holes… Ik kon niet geloven dat de vrouw die dit geschreven had en mijn moeder dezelfde waren. Ik kon niet meer ophouden met lezen, zat daar op de trap met dat bundeltje op mijn knieën. Steeds opnieuw werd ik geroepen voor de lunch, en altijd maar antwoordde ik later. Ik kon me niet meer losmaken van dit intrigerende geschrijf over de landing in Normandië.”

De plotse ontdekking van zijn moeders onvermoede verleden gooide het leven van Antony Penrose ondersteboven. Alsof hij de verloren tijd wilde inhalen, ging hij her en der op zoek naar alles wat haar betrof.

“Er waren al wat schrijvers aangesproken voor een biografie, en niet de minste. Maar naarmate ik me verder in de documentatie vastbeet, raakte ik er steeds meer van overtuigd dat ik die zelf moest schrijven, ook al had ik geenszins een duidelijk beeld van hoe dat praktisch in zijn werk moest gaan. Ik wist alleen dat ik wilde begrijpen wie die vrouw geweest was, I wanted to understand the person. En van dat moment af ben ik op een lange ontdekkingsreis vertrokken, die uiteindelijk niet veel minder werd dan een obsessie.”

Farley Farm is een gezellig nest met vele kamers en vele trappen. Kleurrijk ook, met muren in donkerblauw, verzamelde voorwerpen en schilderijen. Een deel van het huis wordt ingenomen door het archief, kasten vol negatieven, en de werkplaats annex donkere kamer van Carole Callow, die sinds achttien jaar op aanvraag prints maakt van het werk van Lee Miller. Een deel van de biografie ontstond in deze ruimte, waar Antony Penrose het leven ontdekte van een getourmenteerde vrouw met een opvallend grote nood aan kicks.

“Veel mensen zijn wat voorbarig op de conclusie gesprongen dat Lee alleen een adrenalinejunkie was omdat ze alleen met dat aspect werden geconfronteerd. En het was zo gemakkelijk om dat als de enige dimensie te zien.

Natuurlijk was het probleem complexer, en dan denk ik in de eerste plaats aan de dramatische gebeurtenissen in haar jeugd. Ondanks haar grote schoonheid had ze een zeer lage dunk van zichzelf en van haar eigenwaarde. Ik heb een vermoeden, dat niet op materiële feiten is gebaseerd maar louter op intuïtie, dat er een incestueuze relatie met haar vader is geweest waardoor ze zich slecht in haar vel voelde. En dat dit gevoel haar haar hele leven is blijven volgen. De verkrachting op haar zevende door een familielid vergrootte dat onbehagen, en ik sluit niet uit dat ze meer gemolesteerd werd dan we vermoeden. Ik geloof dat er iets nog extremers dan die verkrachting heeft plaatsgevonden, een dramatische gebeurtenis waar ze met niemand over heeft kunnen spreken.

Het resultaat van die kwetsuren was dan wel dat ze een voortdurende behoefte had om te bewijzen dat ze aanvaardbaar was, dat ze iets kon bereiken, en vooral dat ze haar eigen lot kon bepalen. Als een kind vroeg een slachtoffer wordt, is een van de mogelijke reacties dat het zich nooit meer in een positie wil voelen waar het opnieuw slachtoffer dreigt te worden. Dat soort kinderen wil ontsnappen, zelf voortdurend de touwtjes in handen nemen, zowel in relaties, in seks als in ambitie, in alles eigenlijk. En ik vermoed dat zij in dat geval was. Ik wil vooral niet de indruk geven dat ze een nietsontziende ambitieuze vrouw was, want dat was ze niet. Er was alleen een obsessionele behoefte aan compensatie, die altijd is blijven bestaan en waarmee ze die trauma’s wilde overtroeven.”

Er is weleens gezegd dat ze alleen opwinding wilde maar geen verantwoordelijkheid.

Da’s een beetje misleidend. Tenslotte had ze een verantwoordelijkheid als journaliste, een abstracte verantwoordelijkheid voor de waarheid, en ook nog een morele verantwoordelijkheid. Maar het klopt dat ze zich heel weinig verantwoordelijk voelde tegenover mensen of bij zakelijke afspraken. Zoals in het geval van haar fotostudio in New York, die ze haatte omdat die haar beperkte in haar vrijheid. En dus doekte ze die onverhoeds op. Op die momenten bleek ze zeer onberekenbaar. Soms gaf ze weinig om mensen, en dat kwetste veel van haar vrienden. Mensen die haar hadden ontmoet, dachten dat ze dicht bij haar stonden, dat ze haar beste vrienden waren. Maar van zodra ze uit het zicht waren, vergat ze hen te bellen of te schrijven. Ze leefde voor het moment en had een vreselijke angst om afgewezen te worden, terwijl ze tezelfdertijd die natuurlijke behoefte had om voortdurend haar grenzen te verleggen. She was a natural risk taker.

Toch ontbrak het Lee Miller niet aan belangstelling. Ze werd voortdurend omringd door minnaars en bewonderaars, van Man Ray tot Picasso. Wat maakte haar in hun ogen zo bijzonder?

Haar vitaliteit vooral en haar intelligentie. Ze heeft altijd een hoop energie gehad, was prettig gezelschap, ondeugend en amusant. Ze was vooral een warme, levendige persoonlijkheid en bovendien uitzondelijk mooi. Iedereen was dol op haar bruisende natuur – toch zeer uitzonderlijk voor een vrouw. Toen ik op zoek gegaan ben naar haar leven, heb ik de meest boeiende en verscheiden mensen ontmoet, onder wie David Scherman, een vriendelijke, kleine, grappige New Yorkse jood, met wie ze bij de bevrijding optrok en in wie ik een buitengewone kerel en vriend heb ontdekt. Scherman was ongelooflijk open tegenover mij, is een van de belangrijkste mensen uit mijn leven geworden. Hij vertelde me dat mijn moeder nooit over intieme aangelegenheden uit haar jeugd sprak, alleen over wat mensen konden bevatten. Ze had een immense schrik om verkeerd begrepen te worden.

Scherman heeft me ook ontzettend goed geholpen. We telefoneerden elkaar lang en uitvoerig, hij kwam hier op bezoek. Soms ging ik naar New York en dan zat hij tegenover me met een telefoonboek en probeerde hij alle mensen te bereiken die me informatie konden verschaffen over haar. Als er weer een hoofdstuk klaar was, stuurde ik het hem op en hij retourneerde het met in de rand zijn opmerkingen in potlood. Ooit ben ik met hem in de buurt van Broadway in een theater beland bij Alfred De Liagre, een producer van shows. Die ontving me in een donker kantoortje met muren vol posters van zijn producties, en op de achtergrond de muziek van een repetitie. De man keek me aan, sloot me in zijn armen en zei ” You are the son I almost had. I loved your mother, she was the passion of my life.” Een wonderlijk compliment van een verfijnde kerel die in 1926 of in 1927 verliefd was geweest op Lee.

Het wonderlijke leven van Lee Miller, die zowel de invasie in Normandië versloeg als de bevrijding van het concentratiekamp van Dachau, en in München in Hitlers leegstaande villa binnensloop en er een bad nam in zijn eigenste badkuip, nam een abrupte wending met de wapenstilstand. De opwinding ging liggen van de ene op de andere dag toen ze een brief kreeg van Roland Penrose, waarin hij haar een laatste keer vroeg naar huis te komen. Toen keerde ze het Europese vasteland de rug toe en reisde ze af naar Engeland. Waar ze prompt in een diepe depressie viel.

Het is de tragedie van haar leven geweest dat ze dat vacuüm nooit meer echt heeft kunnen opvullen. Ze probeerde nog wel interesse op te brengen voor het werk van Roland die veel met Picasso optrok en later zijn biograaf zou worden, maar dat lukte niet echt. De vonk was verdwenen, ze was een freewheelende fietser die rondreed met die gigantische hoeveelheid energie die geen uitlaatklep meer vond. De stap naar alcohol was vlakbij, de hypochondrie nam toe. Ze kreeg haast alle bekende ziektes, volgens specialisten niets meer dan een behoefte aan aandacht. Eigenlijk was ze zo sterk als een paard, anders had ze die bergen medicijnen nooit overleefd. Toch wel opmerkelijk, als je weet dat ze zich in het heetst van de oorlog nooit een moment ziek heeft gevoeld. Maar zodra de actie ophield, viel ze in een gat.

Op Farley Farm ontdekte ze uiteindelijk de kookkunst. Ze kocht in geen tijd 2000 kookboeken, ging naar Japan, en keerde gefascineerd door de Japanse gastronomie terug. Wekenlang werd er niets anders dan Japans voedsel geserveerd op de farm. In latere periodes kwamen de Afrikaanse en de Spaanse keuken aan bod.

“Ze nam die kookkunst vreselijk serieus en stortte er zich op met haar oude enthousiasme. Doordat ze behoorlijk goed was in chemie, begreep ze uitstekend de wisselwerkingen tussen de verschillende grondstoffen en hun eigenschappen.”

Niet alleen Antony Penrose ontdekte zijn moeder postuum. Hij deelde die ervaring met zijn vader (” he died at chapter five“), aan wie hij gaandeweg over zijn ontdekkingen vertelde. Die vader had ooit een schilderij gemaakt dat hij Night and Day noemde en waarop Lee te zien is met een vurig hoofd, een romp van wolken en benen van aarde. Alleen het element water, dat de gevoelens symboliseert, ontbreekt. Volgens Antony omdat zijn vader zo moeilijk overweg kon met Lee’s gevoelens.

“Roland Penrose kreeg vreselijke schuldgevoelens toen hij geconfronteerd werd met het feit dat hij zo weinig van zijn vrouw afwist en zo weinig begrip voor haar problemen had getoond. Dat lag gedeeltelijk aan de mentaliteit van de surrealisten, die ervan uitgingen dat vrouwen als kunstenaar weinig te bieden hadden. Being beautiful and liberated seemed more important. Mijn vader was nogal op zichzelf gericht, had veel moeite met het begrijpen van andermans emoties, leefde het leven van een intellectueel. (cynisch) En die intelligente mensen hadden het behoorlijk moeilijk met het begrijpen van eenvoudige dingen.

Er was ook iets merkwaardigs aan de houding van de surrealisten als het om hun geloof in de vrije liefde ging. In de praktijk liep dat niet zo vanzelfsprekend, stonden de principes de realiteit wat in weg. Hoe moest het bijvoorbeeld concreet lopen toen mijn vader en David Scherman mijn moeders gunsten deelden? Ik vroeg het aan Roland. Sliepen ze dan met drie in één bed? Hij legde me uit dat Lee en Sherman daar discreet over bleven. Als hij op reis was, leefde Lee met Scherman en andersom. Maar eenvoudig was het niet. Vooral toen hij ’s avonds soms op Schermans pyjama onder het hoofdkussen stootte.

Toen Lee ouder en minder aantrekkelijk werd, had mijn vader steeds meer vriendinnen en dat zat haar behoorlijk dwars. Toen hij aan één vrouw in het bijzonder gehecht raakte, maakte dat haar halfgek, en ook daar bleek hij totaal geen begrip voor te hebben.”

Toen de biografie af was, had Antony Penrose een compleet beeld van zijn moeder, maar postuum bleek ze ook nog een geweldige invloed op zijn eigen leven te hebben.

“Dat is een bijzonder hoofdstuk, dat nog steeds niet is afgesloten. Haar invloed gaat bovendien in verschillende richtingen. Enerzijds is er een negatief luik, dat vooral in relaties speelt. Omwille van haar ben ik vaak te tolerant tegenover mensen. Als een van je ouders afhankelijk is van alcohol, word je er vaak door misbruikt, en later kan je niet zo precies dat onderscheid maken tussen mensen die je wel en niet misbruiken. Emotioneel misbruik wordt dan een natuurlijke zaak.

Anderzijds is er ook een positieve kant. Dankzij Lee ben ik niet bang om nieuwe uitdagingen aan te gaan. Ik ben op verschillende terreinen bezig en geniet daar telkens weer van. Ik heb grote persoonlijkheden ontmoet en voel me daar perfect op mijn gemak bij, hun status heeft me nooit afgeschrikt. Ik ben een fervent fotograaf, hou van technische spullen, van mooie werktuigen en computers die me kunnen verderhelpen. En van vernieuwing, ik ben een great guy for gadgets.

Verheugend is ook dat het boek zovele anderen heeft beroerd en geïnspireerd. Vooral vrouwen, schrijvers en fotografen hebben kracht en inspiratie uit haar werk gehaald. Het idee bijvoorbeeld dat alles mogelijk is: she did it, I can do it. Ik kan ervan genieten dat iemand die zo hard voor haar eigen vrijheid heeft moeten vechten, nu zoveel navolging krijgt.”

Toch is er ook een bittere noot: het besef dat Antony Penrose veel heeft moeten missen.

Het klopt dat de afstand tussen ons groot was toen ze nog leefde. Ik kon niet begrijpen dat mijn vriendjes haar zo’n geweldige vrouw vonden, dat ze aan hen verhalen vertelde die ik nooit had gehoord. Het lijkt er nu op dat ik de goede momenten soms uit de weg ben gegaan omdat ik vreesde dat ze gevolgd zouden worden door slechte. Maar er waren ook leuke ogenblikken, al kan ik niet van een echte intimiteit spreken. Tenminste niet op de manier waarop mijn eerste vrouw met onze dochters omging, of zoals die tussen mijn kleine zoon en mij openbloeide toen mijn Suzanna gestorven was. Ook de relatie tussen mijn tweede vrouw en haar dochter is zo wonderlijk, er is zoveel communicatie tussen hen. De wereld zou er beter een voorbeeld aan nemen.

De beste herinnering dat u aan uw moeder heeft overgehouden, is wat laat gekomen en was een complete verrassing.

Ze heeft me zo vaak vernederd, alsof ik vervelend was en tot niets in staat. Maar toen ze bijna dood was, vertelde ze me opeens dat ze me erg intelligent vond en ik veel talent had meegekregen. Ze vroeg me of ik dat niet wilde weggooien. Ze zei letterlijk: You have a happy life ahead of you, be careful and enjoy it.

Antony Penrose over zijn moeder:

– “The Lives of Lee Miller”, heruitgegeven biografie, Thames and Hudson, 216 p., 16,95 pond (paperback).

– “Lee Miller’s War”, haar teksten en foto’s, uitgegeven in eigen beheer, met een voorwoord van David E. Scherman, 208 p., 30 pond, (hardcover).

– “The legendary Lee Miller”, brochure, uitgegeven door The Lee Miller Archives, 28 p., 6,50 pond.

– “The Lives of Lee Miller”, televisiedocumentaire, 55 min., ook als video te koop.

Fotografe Carole Callow maakt prints van Millers werk op geplastificeerd of barietpapier.

Info over prints, boeken en videofilm: Tel. (0044) 1825.872.691, fax (0044) 1825.872.733. E-mail: archives@leemiller.co.uk

Pierre Darge

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content