Een van de mooiste dingen van onze samenleving is de vrijheid van meningsuiting.

Ik had het in mijn hoofd gehaald om van die vrijheid gebruik te maken en voor de website een meningske te schrijven. Over gepersonaliseerde nummerplaten. U kent het systeem intussen : voor duizend euro kun je je auto aan voor- en achterkant opleuken met fijne humor, zoals BOERKE of COWBOY69. Met een beetje geluk ontsnap je zo in één moeite door aan boetes wegens overdreven snelheid.

Sta me toe dat niet helemaal correct te vinden. En ook niet altijd even smaakvol. Daar had ik dus mijn meningske over geschreven, eerlijk en in zorgvuldig gekozen bewoordingen. Velen reageerden, met een heftigheid en een verbale verkeersagressie die mij verbaasden. Blijkbaar had ik niet op tijd gezien dat de gepersonaliseerde nummerplaat de navel van de wereld is, waar al de rest omheen wentelt.

Dat ik jaloers was, kreeg ik te horen : “Afgunst is een vies beestje.”

Nu heb ik, als ik alle rosse muntstukjes bijeenschraap, nog wel voldoende zakgeld om mij een dergelijk kenteken aan te schaffen. Maar als ‘allerindividueelste expressie van mijn allerindividueelste emotie’ ken ik leukere dingen dan een nummerplaat waarin FCUKOFF gestanst is. Ook voel ik niet zo de nood om aan snelheidscontroles te ontsnappen – tenzij dan door de toegelaten snelheid te respecteren, wat de gemakkelijkste weg is. U moet het ook eens proberen.

“Is de PVDA nog niet komen aankloppen ?”, wilde iemand weten. Tegenwoordig ben je al communist als je vindt dat de wet er voor iedereen is.

“Kom van je lamme kont af en ga ook eens werken”, schreef een andere elegante pennenvoerder. Blijkbaar zitten sommigen zo vastgeroest in een retoriek van profiteurs en klaplopers dat ze daar gemakshalve ook het schrijvende volkje bij indelen. Ik dacht al mijn hele volwassen leven aan het werk te zijn, maar misschien telt het niet als je het graag doet.

Voorts was ik een bleiter, een idioot, een achterlijke aap en een pretentieuze debiel zonder talent. Allemaal waar natuurlijk. Iemand met een subtielere gedachtegang schreef dat “zene (de mijne dus) kop al zien oversteken reden genoeg is om planché te geven”.

Blijkbaar loopt er een heleboel volk rond met ongelooflijk lange tenen, dat al wie een beetje anders denkt nog het liefst van de weg zou rijden. Dat is een akelige vaststelling. “Als vrijheid iets betekent”, vond lang geleden een schrijver die tegen de barbaren had gestreden, “dan wel het recht om mensen te zeggen wat ze niet willen horen.”

Die vrijheid is ontspoord op het internet en in de sociale media, waar de toon van de reactie vaak niet meer in verhouding staat met datgene waarop er gereageerd wordt. Zo kun je een mening de wereld insturen, beleefd en zonder scheldwoorden, om daaronder een lange lintworm aan te treffen van onwelriekende reacties, variërend van schuttingtaal tot al dan niet verkapte doodsbedreigingen.

We hebben het nog, dat recht op vrije meningsuiting, maar je moet masochistisch zijn om er gebruik van te maken. Je beklimt uit vrije wil het schavot op het marktplein, waar het al vol is gelopen met gemaskerde lieden die je dapper uitjouwen. Argumenten hebben ze niet meegebracht. Prettiger om mee te gooien zijn beurse tomaten, rotte eieren en een keur aan taalfouten. En dan betrof mijn meningske nog maar zoiets onbelangrijks als nummerplaten. Wie durft nog zijn oordeel te geven over slachtvoorschriften, maagringen of gekroonde hoofden ?

Een van de mooiste dingen van onze samenleving is de vrijheid van meningsuiting. Het klinkt sarcastisch na het bovenstaande. Achter één ding ben ik inmiddels gekomen : niet de censuur is de grootste vijand van het recht op vrije meningsuiting, maar de ongewassen, kwaadaardige, anderhalve-zin-lange ‘reactie’ die elk beschaafd debat onderuithaalt.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

We hebben het nog, dat recht op vrije meningsuiting, maar je moet masochistisch zijn om er gebruik van te maken

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content