Stijn (24) en Maaike (23) leerden elkaar kennen op persreis. Ze waren niet in de mood voor een relatie, en toch werden ze stapelverliefd. Hoe jong hun relatie ook is, binnenkort trekt Maaike voor een jaar naar het buitenland. En daarna ?

Een pijnlijk vroege ochtend op de luchthaven : een allegaartje journalisten, onder wie Maaike en ik, troepten samen voor een persreis. Ik was nerveus, had slecht geslapen. Maaike sukkelde met paperassen aan de incheckbalie. Geen van ons twee vermoedde toen wat er de komende vier dagen zou gebeuren. We hadden elkaar nog nooit gezien. Maar helemaal wildvreemd was Maaike niet. Want uit curiositeit had ik haar naam van de deelnemerslijst geplukt en die stiekem gegoogled. Zonder veel resultaat. Zij had net hetzelfde gedaan, vertelde ze me later. Nieuwsgierigheid hadden we alvast gemeen. En het bleek niet het enige. Op het vliegtuig zaten we toevallig naast elkaar. We babbelden over koetjes en kalfjes, zoals dat bij een eerste voorzichtige kennismaking gaat. Toen we ’s avonds met de groep in het hotel aankwamen, ging iedereen uitgeput slapen. Toevallig lag Maaikes kamer vlak naast de mijne. Ze vroeg : “Geen zin om nog wat te babbelen ?” Ik schrok, twijfelde, maar ging toch op haar onverwachte invitatie in. Samen op haar bed vertelden we honderduit over ons leven. En wat bleek ? We hadden dezelfde idealen en ambities in het leven.”

“Die eerste avond hing er een bijzondere sfeer in haar kamer. Onzichtbaar vonkte het. Het werd laat, zij dommelde in, ik slenterde naar mijn kamer. We sliepen op enkele centimeters van elkaar. Door de muur tussen ons voelde ik een soort verbondenheid. Ik was graag bij haar gebleven, die eerste nacht. En zij ook bij mij, vertelde ze nadien. Ferm verliefd ben ik die nacht in slaap gevallen. Lang geleden was het dat ik het van meet af aan zo goed kon vinden met een onbekend iemand. De volgende dagen gingen we volledig op in de groep. We genoten van elkaars gezelschap, zonder asociaal te doen. Maar elke avond spraken wij tweetjes stiekem af. We deden een nachtwandeling, filosofeerden en sliepen uiteindelijk wel in elkaars kamer. God, wat waren we graag bij elkaar !”

“Op reis waren we nog geen koppel. Gewoon goede vrienden, die elkaar wel snel weer zouden vergeten. Na de reis bleef Maaike nog drie dagen plakken op mijn appartement. Twee dolverliefde mussen waren we, al beseften we het zelf niet. We wisten niet wat er zou worden van ons vriendschap. Onze band groeide, we werden closer. Wat hield er ons dan tegen ? We vonden het idee van een relatie onwennig. Twee onafhankelijke zielen, allebei erg gesteld op bewegingsvrijheid. Misschien is die vrijheid wel net wat de band zo sterk maakt : we willen allebei nog van alles ontdekken. En we willen het allebei maken in de media.”

“Samenwonen, trouwen, kinderen, daar denk ik voorlopig niet aan. Maaike trekt nu voor een jaar naar het buitenland. Ik vind het echt fantastisch dat ze dat doet, ik kan haar zeker loslaten. Maar hoe zal het lopen over een jaar ? Zal de verliefdheid voorbij zijn ? Komt er liefde in de plaats ? Of kruist iemand anders nog ons pad ? Geen idee. Ik hoop dat de relatie blijft duren, want ze maakt me gelukkiger dan ooit.”

Dat ik Stijn heb leren kennen, was puur toeval. Hoe groot was de kans dat we allebei in dat kleine groepje journalisten op persreis zouden terechtkomen ? Evengoed hadden we elkaar nooit ontmoet. Ik ben echt gelukkig dat ik op hem ben gebotst. Het klikte meteen op alle vlakken, en dat is uniek. Lange tijd dacht ik dat ik niemand nodig had. Dat niemand bij mij past. Dat ik voor niemand hoef thuis te blijven, dat de wereld klaarligt om te ontdekken. Er is nog zoveel te zien en te doen, er zijn nog zoveel avonturen te beleven. ‘Ik red het wel in mijn eentje’ was mijn levensvisie.”

“Misschien kan je mij egoĆÆstisch noemen omdat ik zelfontplooiing zo belangrijk vind. Het lijkt alsof de andere op de tweede plaats komt. Maar dat belet me niet om open te blijven voor alles wat op me afkomt. Ook voor ‘de liefde’. Zo gebeurde het ook : zomaar uit het niets overkwam Stijn me. Hij kwam, zag – met zijn blauwe kijkers – en overwon mij. Puur toevallig kruisten onze wegen elkaar, totaal onvoorzien en onberedeneerd. Ik bleef ontredderd en sprakeloos achter. Een tijdlang heb ik getwijfeld of het wel een goed idee was om een koppel te worden. Maar we waagden de sprong, hoewel we allebei niet op zoek waren naar een relatie. En mijn idealen en dromen ? Die blijf ik nog steeds gretig najagen. Maar nu met tweeĆ«n.”

“Stijn en ik zijn zielsverwanten. Er is niemand die me zo omhelzen kan. Niemand die dwars door mijn blik kan zien wat er diep vanbinnen schort. Geen man die me zo boeien kan, ook al is het leven op zich al mateloos boeiend. Wij zijn als twee kameraden met het hart op dezelfde plaats. Vol respect en begrip. We lachen en maken plezier, maar kunnen ook erg goed praten. En niet onbelangrijk : ik voel me niet beklemd. De vrijheid die ik bij hem voel, ervaar ik als ‘houden van’. Omdat we weten hoe gevoelig die vrijheid ligt, laten we elkaar stapje voor stapje toe in elkaars leven. Ik laat hem zijn wie hij is, hij laat mij zijn hoe ik ben.”

“Een relatie is, denk ik, samenleven met iemand die een stukje met jou wil meestappen in je leven. Het komt erop aan iemand te vinden die bij je past, in die bepaalde fase van je leven. Dat betekent ook dat je iemand kan ‘ontgroeien’. Wij groeien samen in het leven en in onze relatie. We horen bij elkaar, bij Stijn voel ik me veilig, met hem kan ik de wereld aan. Voorlopig.”

“Nu verloopt alles nog prima, binnenkort staat ons een immense uitdaging te wachten. Dan trek ik voor een jaar de wereld in : een droom die realiteit wordt. Wat dat betekent voor onze relatie, weet ik niet. Misschien worden we er sterker door. Misschien groeien we uiteen. Hoe ik eruit zal komen ? Volwassener, hoop ik. Veranderd alvast. Zal ik nog verliefd zijn op diezelfde man ? Ach, het is belangrijker om nĆŗ te leven. We genieten ten volle van elkaar, we voelen ons Ć©Ć©n. En afstanden zijn overbrugbaar, dat weet ik ook wel. Vertrekken blijft een vrije keuze. En hoeft onze relatie niet in de weg te staan. Ik hunker naar een eigen leven. Maar het gemis zal zich opstapelen. Ik denk altijd : ‘Liefde laat op zich wachten’. On verra. Waar ik ook ga, ik zie Stijn graag.”

Door Thijs Demeulemeester I Illustratie Sanny Winters

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content