In zeldzame momenten van hoogmoed mag ik mijzelf graag als bereisd beschouwen : been there, done that, een paar keer per jaar de aardkloot omcirkelen, ik draai er mijn hand niet voor om. Maar ach, hoe weinig is er nodig om die wereldwijsheid de das om te doen. Neem nu 6 november laatstleden. Toegegeven, je moet een beetje gek zijn om voor een verblijf van twee nachten naar Los Angeles te vliegen. Drie nachten oorspronkelijk, maar bon, voor de filmdistributeurs is het ook crisis. En Gus Van Sant, de regisseur van Milk, is nu eenmaal niet de eerste de beste, voor zo’n klepper wil een mens zich al eens verplaatsen. Koffertje gepakt, klokradio geprogrammeerd, desondanks bitter weinig geslapen uit angst niet tijdig wakker te worden. En ja, de dag begint slecht. Een omgevallen truck blokkeert de E19. Met de tram naar Antwerpen-Centraal dan maar, in mijn universum is een taxi enkel geoorloofd als er levens in gevaar zijn.

In Brussel-Noord blijkt de Airport Express van 9 uur om onbekende reden afgelast te zijn. “Why are you late ?” snauwt de zwarte veiligheidsagente van American Airlines als ik eindelijk hijgend en met een voortdurend omkieperend koffertje achter me aan tot bij de balie struikel. Lap, ik ben nog niet eens in de States en het begint al. “Als Obama president wordt, gaan wij zwarten een ongelooflijke dikke nek krijgen”, had de komiek Chris Rock in zijn laatste show gewaarschuwd. “Wees maar bijzonder aardig tegen je zwarte loodgieter, want hij weet nu dat hij president kan worden als hij er zijn zinnen op zet.” Ik bid, ik smeek, ik maak nog net geen knieval. The Lord has mercy, omdat ik enkel handbagage bij me heb, mag ik nog mee.

Een hardnekkig misverstand wil dat vliegen glamoureus is. In werkelijkheid zijn Amerikaanse stewardessen knorrige oma’s in een slechtzittende uniformbroek. De chicken is op, ik zal het met beef moeten stellen. “Don’t worry, you won’t notice the difference”, zegt de oma van dienst sardonisch.

Vijftien uur later ben ik in LA. Na een tussenstop in Chicago, waar mijn deodorant in beslag genomen wordt en ik een favoriete sjaal kwijtspeel en vier uur naast een praatgraag besje uit Arkansas zit dat telkens ik in slaap weet te dommelen een rammelend doosje dropjes onder mijn neus steekt. In LA zit het verkeer muurvast door een betoging van lesbiennes die kwaad zijn omdat Californië tegen het homohuwelijk gestemd heeft. Zonder te douchen naar de screening van Milk dan maar, een film die heel toepasselijk over gay rights gaat. Niet in slaap gevallen, wegens een verbluffende Sean Penn in de hoofdrol en hard op de binnenkant van mijn wangen gebeten. Over LA kan ik kort zijn : het was er mooi weer en Gus Van Sant is een slimme mens. En bijna moest ik er blijven wonen omdat mijn naam verkeerd gespeld was op de passagierslijst van de retourvlucht. Na veel palaveren en dertien slapeloze uren weer thuis, waar buurman van het lange weekend gebruikmaakt om met een Black & Decker een betonnen vloer op te breken. “Wat een spannend leven heb jij toch”, zeggen mensen soms. Mij hoor je niet klagen.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content