De ijstijd getrotseerd om naar Lyle Lovett en John Hiatt te gaan in de AB. Twee oude Amerikaanse peten met een gitaar en liedjes over de Buffalo River, Thunderbirds en my homeis where my horse is. Het publiek bestond voor negentig procent uit vijftigers en zestigers, als de tent ingestort was, hadden ze meteen het hele Zilverfonds kunnen opdoeken. Nu, zo spetterend was het concert ook weer niet, maar wel aangenaam, ook al door de geestige repartie tussen de heren. Die ik maar half kon verstaan door het geleuter van twee Hollanders naast me. U kent het type wel : Armani-jeans, Theobril, zo’n grijze haarpol onder de onderlip. God weet waarom dat laatste als hip en sexy geldt. Als Gabriel Rios 55 is, ja dan misschien.

Bon, ieder z’n meug, maar waarom konden die kerels nu eens geen vijf minuten hun klep houden ? Dat ging maar door, over de opwarming van de aarde – zie je wel dat het allemaal fel overdreven is – en over alle vorige concerten van Lovett en Hiatt, die natuurlijk veel beter waren geweest. Nu mag ik mijzelf graag als tolerant beschouwen, zelfs tegen Hollanders, maar als ik 36 euro voor een ticket betaald heb, wil ik wel ten volle van het aanbod kunnen genieten.

Maar wat mij ook op Gent Jazz en Jazz Middelheim al was opgevallen : veel mensen gaan niet naar een concert voor de muziek, maar voor de gezelligheid. En daar hoort een leuke babbel bij, zelfs tijdens de optredens. En Joop, kun je voor mij ook meteen een pilsje meebrengen ? Geloof me, ik ben geen kaaskoppenbasher, op veel gebieden vind ik Nederlanders opener en socialer dan wij, maar qua verbale geluidsoverlast spannen ze echt wel de kroon.

Er wordt sowieso veel te veel gekwekt in deze wereld. Voor veel lui geldt : ik praat, dus ik ben. Of het ook ergens over gaat, doet er niet toe. Als je het mij vraagt, bestaat tachtig procent van het gsm-verkeer uit gelul in het ijle. In de bioscoop ga ik altijd in de meest verlaten hoek zitten, bij voorkeur ergens vooraan. Maar je zult dat altijd zien, volk trekt volk aan en dus krijg je pal achter je twee dikke vriendinnen die de hele film door hun huiselijke besognes met elkaar bespreken. Of nog erger, zo’n wiseguy van een jaar of zestien die zijn vriendinnetje van zijn coolheid wil overtuigen door te pas en vooral te onpas lollige commentaar te geven. Vroeger probeerde ik zo’n kletsmajoor door middel van sarcasme of een nijdig shhht tot betere gedachten te brengen, tegenwoordig zoek ik bij het minste gerucht meteen een andere plek op.

Nu ik toch bezig ben : waarom zeggen mensen zo vaak het tegengestelde van wat ze bedoelen ? “Ik wil niet arrogant klinken”, zegt zo iemand dan, waarna hij / zij geweldig gaat zitten opscheppen. Of “met alle respect”, en dan volgt er iets regelrecht onbeschofts. Misschien komt het doordat ik in mijn beroep zoveel moet kletsen, maar privé ben ik eigenlijk niet zo’n prater. Op het ongezellige af zelfs : geef ik een collega een lift naar huis, dan moet ik me altijd inspannen om een gesprek gaande te houden. Niet dat ik meteen aanstalten maak om me in een slotklooster terug te trekken, maar stilte, er valt veel voor te zeggen. En al helemaal stilte met twee. Af en toe een blik van verstandhouding, een vluchtige, maar nooit toevallige aanraking, meer moet dat niet zijn.

Linda Asselbergs

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content