GALERIE S&H DE BUCK Achter de gevel van de Gentse galerie van Siegfried en Hermine De Buck schuilen kamers vol kostbaarheden, herinneringen en ontdekkingen. De rode draad door de verzameling : schoonheid en emotie.

Achter de gevel van de Gentse galerie van Siegfried en Hermine De Buck schuilen kamers vol kostbaarheden, herinneringen en ontdekkingen. De rode draad door de verzameling : schoonheid en emotie.

Dit is de tweede locatie van de galerie S&H De Buck, het gezamenlijke project van de bekende juwelenontwerper en zijn vrouw, Hermine De Groeve, die beeldende kunst aanbiedt. Ooit zaten ze vijftien jaar lang op de Kuiperskaai. “Toen niet zo’n leuke buurt, maar we hebben er geweldige tijden beleefd”, lacht Hermine. “Elke opening ging gepaard met memorabele feesten met de kliek van de Hotsy Totsy, onder wie Hugo Claus. We maakten eens een affiche voor een opening met twee blote poepen erop, tot de politie me erop wees dat ik een proces riskeerde voor publieke zedenschennis. Dat kon toen nog absoluut niet, in de jaren zeventig.” De galerie op de huidige locatie, in de Zuidstationstraat, opende in 1986 met onder meer Wim Delvoye tijdens Initiatief ’86, een tentoonstelling in de schaduw van Chambres d’Amis, waarbij Jan Hoet actuele kunst presenteerde in particuliere Gentse huizen.

BONBONNIÈRE

Het monumentale pand uit 1830 huisvest verder de woning, het atelier en een zonnig gastenappartement, in het vroegere koetshuis van het huis. “We komen van ver. Het huis zag er niet uit in het begin, er zaten geen deuren meer in, op het parket lag beton, het dak was in erbarmelijke staat, er was geen plaats om buiten te zitten. Elk jaar hebben we er iets aan verbeterd”, vertelt Siegfried.

Boven de galerie zijn de privévertrekken : een ruime living, eetplaats, keuken en terras. Met de dubbele houten deuren, hoge plafonds met inlegwerk en kroonlijsten met moulures ademt het pand weer de grandeur van vroeger. Maar het zijn vooral de meubelen en de schilderijen die de aandacht trekken. In de living prijkt een origineel exemplaar van de iconische plastic lounge chair van Charles & Ray Eames. “Die hadden we al lang voor er weer interesse was voor dat soort meubelen.” Een zitbank van Mariscal, een tafeltje van Hoffmann, kasten uit de art deco of uit het empire- en Lodewijk XVI-tijdperk, stoelen van Olivier Mourgue of van Montis, alles staat vrolijk bij elkaar. Op de grond oosterse tapijten en koeienvellen, aan het plafond rijkelijke kroonluchters. “Het is hier in de loop der jaren een bonbonnière geworden, heel eclectisch. Wat nu zo in is, de vintage, staat bij ons op zolder”, lacht Siegfried. “Dat hebben we wel gehad.”

PORTA PORTESE

Hier is een duo aan het werk dat het snuffelen niet laten kan. “We zijn net terug uit Frankrijk, waar we een prachtige oude kast zagen, we konden ze kopen voor een appel en een ei, het transport kostte meer dan de kast.” In Rome gaan ze soms naar Porta Portese, of naar rommelmarkten in Parijs, Gent en Brussel. Hedendaagse ontwerpen komen vaak rechtstreeks van bij jonge ontwerpers waar ze in geloven. En vroeger ruilden ze ook dingen.

Aan de muren hangen talloze werken van de vele kunstenaars die al in de galerie werden tentoongesteld, onder wie Frans Labath, Johan Clarysse en Sven Verhaeghe. “Ik volg mijn buikgevoel en dat resulteert altijd in kunst die iets gevoeligs of iets poëtisch uitstraalt.” Het zijn zachte, ietwat unheimliche werken, dromerig, in vergrijsde tinten, veel schilderkunst. “Het was Jan Hoet die me zei dat ik een richting moest kiezen op een gegeven moment. En het werd die gevoelige poëtische wereld,” aldus Hermine.

Na zowat veertig jaar pionierswerk in de Gentse kunstscene is de passie voor kunst nog niet verminderd en volgen de twee de huidige situatie met argusogen. “Het lijkt wel of we op een soort nulpunt zijn aangekomen, niet het maken, maar het discours is vandaag belangrijker. Het zal wel weer veranderen.”

GOUD IS ONSTERFELIJK

Siegfried volgde een opleiding tot zilversmid, en was een van de voortrekkers van de jewellery redefined-beweging uit de jaren zeventig, waarbij er een platform ontstond voor hedendaagse juweelkunst. Zijn lievelingsmateriaal is goud, “omdat je met een minimum aan materiaal het maximum uit je vorm kunt halen”. Meestal combineert hij het goud met een beetje niet-edel materiaal, zoals rubber of olifantenhaar, omdat die combinatie het goud nog naar een hoger niveau lijkt te tillen. “Goud is duur, maar het is onsterfelijk. In de vakantie heb ik een museum bezocht met Etruskische kunst, alles is vergaan, maar die gouden juwelen liggen er nog altijd mooi.”

Siegfried werkt als in de haute couture, in een-op-eenrelatie met zijn klanten. “Een juweel is iets persoonlijks.” Voor een klant maakte hij ook een zilveren beeld van zeven meter hoog. In serie ontwierp hij daarnaast een tafel, die in de collectie zit bij Colect, een pralinedoos, en wandelstokken, voorzien van bijvoorbeeld een ingebouwde camera. “Ik zie mezelf al altijd als een maker/ontwerper. Dat is voor mij toch iets helemaal anders dan vanuit een bureau op de computer een massaproduct ontwerpen en dan laten uitvoeren.”

Siegfried (63) stopt vanaf dit jaar met lesgeven omdat hij nog vol plannen zit. Hij wil “iets doen met kleur”. Ook de 3D-wereld lonkt. “Zo’n nieuwe technologie prikkelt me, ik wil me dat eigen maken en er dan iets helemaal anders mee doen.”

Info : http://galeriedebuck.be

DOOR SOETKIN BULCKE & FOTO’S LIESBET GOETSCHALCKX

“Wat nu zo in is, de vintage, staat bij ons op zolder,” lacht Siegfried, “dat hebben we wel gehad”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content