Lange tijd zagen computerkunstenaars zich gekonfronteerd met de beperkingen van de tekenprogramma’s. Nu maken ze zich sterk dat hun grafisch werk zal doorbreken. De apparatuur mag nog steeds een investering zijn, de prijzen werden inmiddels haalbaar. En dan is er natuurlijk ook Internet. Toch is de diskussie of digitale kunst wel ‘kunst’ is nog lang niet verstomd. Getuige het verhaal van vijf baanbrekers.

BART VANDERGETEN FOTO’S : LIEVE BLANCQUAERT

Aan de klassieke kunstopleiding zal veel moeten veranderen.

In een oud snoepfabriekje in Borgerhout, dat ze met haar partner Danny Devos bezigt als gezamenlijk atelier, toont Annemie Van Kerckhoven ons een digitale animatie. Op het computerscherm trekken gekleurde gezichten met tekstfragmenten voorbij. ?De gezichten komen uit een medisch boek, het zijn hartlijders”, verduidelijkt Van Kerckhoven. ?De woorden heb ik uit een uiteenzetting over artificiële intelligentie gehaald. Waar ik het dus over heb, is een soort beschavingsziekte : de mens heerst over de aarde, onder andere omdat hij in staat is alles op te delen in strukturen en systemen. Van de invloed van het denken, maar ook de invloeden op het denken ben ik me altijd heel bewust geweest.” De tema’s van haar werken en de technologische middelen die Van Kerckhoven aanwendt om ze uit te drukken, lijken naadloos op mekaar aan te sluiten. Al van in het begin hielden de raakpunten tussen kunst en wetenschap haar bezig, legde ze verbanden tussen die twee. Met als bijna logisch gevolg dat ze in de jaren ’80 als artist in residence door de VUB werd uitgenodigd op het labo voor artificiële intelligentie.

?Maar de tekenprogramma’s waren toen nog niet zo goed ontwikkeld. De meeste bewerkingen kon je nog altijd beter met de hand uitvoeren. Toch heb ik nooit spijt gehad van die periode. Ik had het gewoon nodig. De kunstwereld, vooral toen, heb ik altijd nogal steriel gevonden. Op de VUB probeerden ze artificiële intelligentie ook kreatief te maken. Maar ja, kreativiteit heeft veel met toeval te maken en stop dat maar eens in een machine.”

Met de hierboven vernoemde animatie is ze vorig jaar naar Hongkong gegaan, naar de eerste tentoonstelling van elektronische kunst in Oost-Azië. ?Zo heeft dat werk toch iets opgeleverd”, zegt ze, ?want uit de kunstwereld hier kwam weinig respons.” Het tere punt is aangeraakt : de aanvaarding van digitale kunst. Volgens Van Kerckhoven zal er aan de klassieke kunstopleiding veel moeten veranderen. ?Laat een kunstenaar met een klassieke opleiding met nieuwe media werken en het resultaat is altijd leeg. Ze vergapen zich aan de technologie. Gelukkig treden er nu toch mensen naar voor, die ermee zijn opgegroeid en die er op een vrije manier mee om kunnen gaan.” Zij geeft echter toe dat het ook haar tijd en moeite kost om de softwareprogramma’s onder de knie te krijgen. Twee jaar geleden kon ze zich met haar vriend na jaren sparen een eigen Power PC aanschaffen. ?In het begin werkte dat paralyzerend, al die mogelijkheden. Ik begin ze nu pas wat te kennen. Het is absoluut niet te vergelijken met de computers waarmee ik in de jaren ’80 werkte. Natuurlijk zijn er bedrijven die met nog veel betere apparatuur werken, maar wat dan nog ? Voor mij telt het experiment, niet zozeer de output.” Momenteel werkt de kunstenares aan een nieuw projekt rond het gedicht De Lorelei. Daarvoor schilderde ze gedurende drie jaar 54 portretten van mensen die haar toevallig bezochten. De ingescande beeltenissen onderwerpt ze nu aan een aantal bewerkingen, die ze vervolgens op mekaar laat inwerken.

?Ik laat de computer de overgangen maken, maar ga daar dan zelf aan morrelen, zodat het toch niet helemaal voorspelbaar wordt… Pas na enkele weken krijg je een resultaat waarvan je zegt : dit kon ik niet alleen uitvinden, hiervoor had ik een computer nodig. Want dat is belangrijk, anders doe je het beter met 16 millimeter. Da’s veel gemakkelijker.”

Het verschil tussen origineel en kopie bestaat niet meer.

Hugo Heyrman is langer dan vandaag een nieuwlichter in de kunst. In de jaren ’60 organizeerde hij samen met Panamarenko geruchtmakende happenings. Vandaag heeft hij zich op de digitale kunst gestort. Mede door zijn werkzaamheid als docent aan het Antwerpse Hoger Instituut voor Schone Kunsten heeft hij een uitgesproken visie ontwikkeld op de nieuwe expressievorm.

?In de digitale kunst wordt het verschil tussen het origineel en de kopie opgeheven. Zo vroeg ik onlangs een kunstenaar naar de afmetingen van zijn originelen. Hij antwoordde dat zijn origineel de file was, de diskette. Maar het is complexer dan dat. Toen ik een van mijn werken liet uitprinten, werd me gezegd dat het onmogelijk was om drie keer dezelfde afdruk te bekomen. De verschillen zijn weliswaar subtiel, maar lucht, temperatuur en vochtigheid beïnvloeden de printer. Dus heb je in zekere zin wel een origineel, omdat je tweede uitprint nooit identiek is.”

Op het voorbije Salon d’Artistes in de Mechelse Nekkerhal stelde Heyrman een hele reeks kleine uitprints tentoon. Zijn grafisch computerwerk kenmerkt zich door de zware pixels waarmee hij ze opbouwt, de punten die de bouwstenen uitmaken van de elektronische tekening.

?Er zitten vervormingen in, maar als basis respekteer ik de taal van de computer zelf. Terwijl de technologie steeds verder verfijnt, ga ik precies de andere richting uit. Het puur digitale interesseert me. Daarom zal ik ook geen videobeelden invoeren of een scanner gebruiken.”

Sommige figuren, in profiel getekend (kàn dat woord nog ?), herinneren aan de oud-Egyptische hiërogliefen. ?Dat komt omdat ik mijn tekeningen herleid tot basiselementen”, aldus Heyrman. ?Primitief, rudimentair.” Terzelfder tijd gebruikt hij toch de technologische middelen om subtiele kleurschakeringen weer te geven. Vooral de omgeving waarin de afgebeelde figuren zich bevinden, lijkt zich daartoe te lenen. Een figuur aan het strand, bijvoorbeeld. De arabesken van de golven zijn herleid tot kalligrafische tekens, de schelpvormen zijn een patroon geworden. Daartussen voel je de openheid van het strand en de zee in de lopende, kinetische figuur. Een andere afbeelding toont een ouder koppel, dat mekaar als twee stukken uit een puzzel omarmt. Heyrman : ?Het drukt iets uit van bij mekaar passen. Niet alleen door die puzzelvormen, maar ook door de nostalgie die de verbleekte kleuren oproepen.” Je kan Heyrman zeker niet verwijten om uit te pakken met de spectaculaire mogelijkheden van de computer. ?Als kunstenaar moet je niet in effekten blijven hangen. Er zijn er zoveel, je hoeft maar te toetsen en je hebt weer een ander. In principe zou je alles kunnen uitprinten en duizend prints per dag maken. De kracht van de beperking is belangrijk, zeker nu de mogelijkheden zo groot worden. Het heeft weinig zin om mekaar te gaan overbluffen in formaten, grootten en kleuren.”

Heyrman is nu ook bezig met de eerste aanzet tot interaktieve kunst op Internet. Volledig in HTML, HyperTextMarkerLanguage, een systeem waarbij je zelfs niet meer het gevoel hebt te tekenen of te schilderen, maar zuiver programmeert.

Trouwens, interaktief en kunst : is dat niet met mekaar in tegenspraak ? ?Interaktief is alleen in tegenspraak met het begrip kunst zoals we het nu kennen”, vindt Heyrman. ?Een schilderij of een beeld, daar blijf je passief bij, terwijl je met interaktieve kunst zelf nog iets doet.” En de visie van de kunstenaar dan ? Moeten we echt in alles onze zin krijgen ? ?De kunstenaar geeft zijn visie ààn. Hij toont je het hele parkoers, het labyrint waaraan je zelf kunt werken. Je krijgt iets aangeboden, maar het is geen dood punt.”

Aan iets dat uit een printer komt gerold, geven de mensen geen geld.

Michel Decoster heeft altijd al, ook toen hij nog niet aan de muis van zijnMacintosh hing, fantastische taferelen gecreëerd in zijn tekeningen en schilderijen. ?Vroeger had ik altijd het verlangen om in mijn tekeningen te kunnen treden, met de computer wordt dat echt mogelijk. Jecreëert een driedimensionaal landschap, je beweegt je daarin, je verandert het gezichtspunt, de kleur, de lichtinval, noem maar op. De tekening is hanteerbaar geworden, je verliest geen tijd meer met het maken van verschillende versies.”

Decoster toont één van de eerste werken die hij maakte met behulp van een computer. Een geelkleurig, kubistisch landschap. Het oogt nogal primair. ?Mijn tekeningen zijn altijd fantastisch geweest. Alleen waren ze in die tijd eenvoudiger, gewoon omdat de techniek me die beperking oplegde.” Opvallend is ook dat het niet om een uitprint gaat, maar om een tekening. Decoster is daar principieel in : ?Aan een druksel dat uit een printer komt gerold, gaan de mensen geen geld uitgeven. Het is geen kunstwerk. Wèl als je dat gebruikt om tot een schilderij te komen, iets handgemaakt.” Ondanks dit standpunt kon Decoster niet altijd op begrip rekenen voor zijn bekering tot de wereld van de bytes. ?Tien jaar geleden vonden ze het dwaasheid dat ik met een computer aan de slag ging. Kinderspel, riepen ze. Waar blijft het artistieke zoekwerk, de kunstenaar ? Nu zijn velen bijgedraaid, maar toch.” Decoster troont ons mee naar zijn atelier, een echt rommelkot waarin een viertal terminals staan opgesteld. Een kleine demonstratie leert dat de mogelijkheden van de software schier eindeloos zijn. Ook de kunstenaar zelf heeft nog niet alles doorgrond. Veel van zijn werken, in wording, zijn opgeslagen op schijven.

?Op grafisch gebied brengen de huidige ontwikkelingen mee dat je als kunstenaar geen landschap of model meer nodig hebt. Je schept ze zelf. En wat gaat volgen, zijn driedimensionale, voorgemaakte objekten die je in eender welk programma kunt onderbrengen en waaraan je dan naar eigen goeddunken verderwerkt.” Of die voorgefabriceerde voorwerpen en landschappen dan geen afbreuk zullen doen aan de originaliteit ? ?Maar nee. Hoeveel artiesten hebben er niet gebruik gemaakt van houten modellen ? Het werk begint pas daarna. Laat je vindingrijkheid spelen. Maak er een bizar type van. Half mens, half boom, weet ik veel. Kunst betekent in de eerste plaats dat je je amuseert. Toen ik op de akademie zat, kregen we in onze eerste les ‘perspektief’ de opdracht een kubus te tekenen. Iedereen tekende een kubus. Ik tekende een kubus met vensters, een deur en ernaast een kaktus… voilà. En ik kreeg de punten.”

Een kunstwerk is nooit meer af, de print is slechts een tijdsmoment.

Toon Diepstraten, Sibolt Hulsbergen en Lucy de Haas openden enkele maanden geleden met Digital Art Distribution misschien wel de eerste galerie voor digitale kunst in België en Nederland. Via Internet worden kunstwerken visueel voorgesteld en geeft de geïnteresseerde opdracht tot uitprinten. Dat het bij Digital Art Distribution om een virtuele voorraad gaat bijna 2000 werken, zegt Hulsbergen , bespaart de kunstenaar een hoop onnodige produktiekosten.

Diepstraten : ?Het probleem met computertekeningen, tot nu toe, is dat ze veel moeilijker aan de man te brengen waren. Een schilderij kon je meteen tonen, maar als je met een diskette kwam aandraven…”

Hulsbergen : ?Pas nu begint het begrip virtualiteit tot het algemeen gedachtengoed te horen. De mensen ontwikkelen een abstraherend vermogen. En het idee dat een tekening op een schijfje staat, is daarbij toch één van de allersimpelste ?”

Als computerfanaat heeft Diepstraten zelf ervaren hoe moeilijk het was om digitale kunst te doen accepteren. Het begon al in zijn akademietijd een aantal jaren geleden. Op de kunstschool van Den Bosch moest hij aandringen op een computer. ?Belachelijk vond ik dat. Je zit in een akademie en de enige apparatuur die er is, wordt gebruikt om rekeningen mee uit te schrijven !” Daarna moest Diepstraten heel Nederland afreizen eer hij een docent vond, die hem kon begeleiden. ?Ze begrepen nergens waar ik mee bezig was.” De weerstand hield aan toen hij zijn eindwerk moest prezenteren en vervolgens ging solliciteren om als beginnend kunstenaar een toelage te krijgen. ?Het ging nooit zozeer om mij of mijn werk, nee, er werd een flinke diskussie gevoerd of je computers kon gebruiken om kunst te maken. Ik moest pleiten voor een heel medium !”

Vreest hij dan nooit dat de techniek het overneemt van de kunstenaar ? ?Nee, want je bedenkt het nog altijd zelf.” Diepstraten haalt een uitprint boven. ?Kijk, deze tekening heb ik volledig met de muis gemaakt. Daarna heb ik de computer de opdracht gegeven ze over een bol heen te kleven. Zo heeft een computer wel meer mogelijkheden. Het komt erop neer dat je in objekten gaat denken. Je maakt een tekening en die zeilt door de software heen. Alleen het domme werk laat je aan de computer over. Wat ik zo revolutionair vind aan digitale kunst, is dat je je werk op diskette kunt bewaren en er over tien jaar weer verder aan werkt. Of met een andere module laat interfereren. Zo heb ik een hele kast aan modules. Af bestaat eigenlijk niet meer. De print is een tijdsmoment, dat je eruit plukt.”

Hulsbergen pikt terug in. ?In onze galerie maakt de kunstenaar volledig zelf uit wat er met zijn kunstwerk gebeurt. Als hij wil dat er maar één eksemplaar van wordt afgedrukt, krijgt de koper een autenticiteitsverklaring en worden de diskettes met de bestanden effektief vernietigd.” Is dat dan geen kunstmatige manier om de uniciteit van een werk te bewerkstelligen ? Het is toch eigen aan een printer dat hij kan reproduceren, het is eigen aan een computer dat je er gebruikte elementen makkelijk mee kunt recycleren. Maar Hulsbergen is vasthoudend : ?Als de kunstenaar beslist dat er eindeloos mag gereproduceerd worden, dan kan dat evengoed. Of hij laat het aan de klant over. Ook de afmetingen kan hij vooraf bepalen of nog veranderen. Het grootste uitprintformaat op gewapend vinyl dat we tot nu toe hebben gevonden, heeft een breedte van vijf meter en een bijna ongelimiteerde lengte.”

Diepstraten : ?Met zo’n initiatief als onze Internet-galerie denk ik dat computerkunst levensvatbaar kan worden. Vroeger moest ik dure uitprints maken, een galerie betalen en hoeveel mensen komen daar uiteindelijk kijken ? Nu zijn er via Internet, in een maand tijd, al drieduizend bezoekers geweest. Dat is toch onwijs ?”

Annemie Van Kerckhoven : Al die mogelijkheden ! In het begin werkte dat paralyzerend.

De hartlijders van Van Kerckhoven : raakpunten tussen kunst en wetenschap.

Hugo Heyrman (hiernaast) : Je moet niet in effekten blijven hangen. Michel Decoster (midden) : Je beweegt in je tekeningen.

Lucy de Haas, medeoprichtster van de eerste galerie voor digitale kunst in België en Nederland.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content