Een zetel als een man, die tenslotte een vrouw bleek te worden. Eentje als een worstenpartij. En nog een waarbij men in hennepzaad wegzinken kan. Dat zijn de laureaten van de eerste editie van “Laudatio”, een tweejaarlijkse ontwerpwedstrijd voor laatstejaarsstudenten productontwikkeling uit Vlaanderen en Nederland, waarvan de resultaten op Interieur ’98 worden bekendgemaakt. Initiatiefnemers zijn de Nederlandse meubelfabrikant Leolux, Weekend Knack en het Nederlandse weekblad Elsevier.

Ontwerp een relaxzetel, luidde de opdracht. Niet meteen de makkelijkste opgave, technisch dan, maar ook omdat het begrip relaxzetel zo vastzit aan stereotiepen. Al onmiddellijk nadat de achtkoppige jury in april jongstleden de paar tientallen maquettes in een fabriekshal van Leolux aan een eerste keuring onderworpen had, leek over het winnende ontwerp nog weinig twijfel te bestaan. De vooralsnog voor de jury onbekende ontwerper van een relaxfauteuil die Cantu heette, leek met kop en schouders boven de rest van het deelnemersveld uit te steken. In tegenstelling tot zowat alle dossiers, die soms niet eens het niveau van een kattebel overschreden, bleek dit dossier immers volmaakt te beantwoorden aan zowat alle vereisten die bij het uitschrijven van de wedstrijd waren vooropgezet. Zelfs technisch bleek het ontwerp tot in de kleinste details te zijn uitgetekend.

Maar toen klonk hier en daar al een eerste bezwaar. Sprak één jurylid zich uit voor een andere zetel, waarvan zelfs de maquette ietwat onhandig was uitgewerkt, en waarvan niet eens zeker leek of hij ooit wel helemaal kon worden gerealiseerd. En toen sprak er nog één. En nog één. En werd La Mama na een nek-aan-nekrace uiteindelijk uitgeroepen tot winnaar. Cantu tot verdienstelijke tweede.

Waar Leolux aanvankelijk slechts één maquette als prototype wilde realiseren, werden uiteindelijk zowel La Mama als Cantu gebouwd en zullen ze allebei, samen met een selectie uit de ingezonden maquettes van andere studenten, te zien zijn op de Laudatio-stand gelegen aan de Ramblas van de Interieurbiënnale in Kortrijk, en in november in de club Baby in Amsterdam.

La Mama” bleek door drie studenten van het departement productontwikkeling van het Hoger Instituut voor Architectuur en Productontwikkeling van het Gemeenschapsonderwijs in Antwerpen ontworpen: Thierry Tollenboom, Lieven Verdin en Jan Van Coppenolle. Drie jongeheren die, toen de klas door de docent met het oog op de wedstrijd in groepjes was opgedeeld, een fauteuil voor een vrouwelijke doelgroep hadden willen creëren. “We hadden aanvankelijk een alleenstaande moeder op het oog”, zegt Thierry Tollenboom. “En die zetel had dan zo’n beetje het surrogaat voor een man moeten wezen. Maar die doelgroep was te klein, en we hebben het concept dan opengetrokken naar moeders in het algemeen.”

Ze verbleven in het kader van de Erasmus-uitwisseling een aantal maanden in Portugal. Hebben daar uit eerste hand van die typische zuiderse aanpak geleerd, om ook emotioneel in een product te investeren. En hebben op die strategie ook “La Mama” geënt. Ik zeg: “Die zetel heeft iets van een beeld van Christus van het Heilig Hart, die tot een zetel geplooid werd. Met wijd open armen. Heel genereus.” Maar zo had het drietal het nog niet bekeken. “We hadden wel een beetje een troon op het oog. Voor de moeder. En een bloem die zich open en dicht plooit”, zegt Thierry Tollenboom. “Wat we in Portugal hebben geleerd, is dat het uiterst belangrijk is een meubel in functie van een idee te profileren. Niet zomaar een zetel ontwerpen. Hoe sterker het concept, hoe sterker het meubel.”

Het idee achter La Mama zit hem vooral in de gebogen armleuningen, die door een duwtje naar buiten geklapt kunnen worden, zodat de eenzit zich in een tweezit transformeert, waarin een moeder met haar kinderen kan plaatsnemen. Maar of dat idee ook daadwerkelijk kon worden gerealiseerd? “We hadden niet echt de tijd om alles in detail uit te werken”, zegt Tollenboom. “Tien dagen, niet meer.” “En binnen onze studies worden we op dit soort zaken niet echt voorbereid”, zegt Jan Van Coppenolle. “Nu we de wedstrijd gewonnen hebben, en bij wijze van hoofdprijs de maquette door Leolux in een prototype op ware grootte wordt uitgewerkt, is dit voor elk van ons de allereerste keer dat we ook een ontwerp op ware schaal te zien krijgen. Ik bedoel maar: op school krijg je nooit de kans om de draagkracht van je ideeën te verifiëren.”

Naarmate het prototype ook daadwerkelijk vorm kreeg in de ateliers van Leolux, oogde het overigens ietsje anders dan ze het zich gedroomd hadden. Maar, belangrijk, het klapsysteem voor de armleuningen blijkt wel degelijk te functioneren. “Het interessante aan dit alles is onder meer dat wijzelf, als bedrijf, niet makkelijk zouden opteren voor zo’n beperkte doelgroep”, zegt Hugo de Ruiter, hoofd design van Leolux, die namens zijn bedrijf in de jury zetelde. “Je kan je dat met het oog op de omzet niet echt permitteren. En daardoor kom je natuurlijk ook niet zo snel op een idee als die uitklapbare armleuningen.”

Het wedstrijdreglement bepaalde niet alleen dat de prijswinnaar op de ontwikkeling van een prototype zou kunnen rekenen, maar voorzag ook de mogelijkheid dat Leolux het product in serie zou kunnen uitbrengen, als het daar tenminste brood in zag. De Ruiter wil nog even in het midden laten of dat ook daadwerkelijk met La Mama zal gebeuren: “Ik zie La Mama momenteel nog in de eerste plaats als een statement, en een aanzet tot een meubel. Maar we moeten het nog hebben over de vraag: wat kan hier allemaal mee gebeuren? En we zullen natuurlijk ook eerst het systeem met de armleuningen zodanig op punt moeten stellen dat er in serieproductie niks fout kan gaan. Want zo’n meubel is natuurlijk niet als een auto die je op geregelde tijdstippen voor onderhoud naar de garage brengt. Een mechanisme moet bij een meubel jaren blijven functioneren, zonder dat het hoeft bijgesteld.”

De eerste editie van de Laudatio-wedstrijd richtte zich exclusief tot de studenten van de laatste twee jaren van de afdeling productontwikkeling van een aantal scholen in Vlaanderen en in Nederland. Zij werden hierover gebriefd aan het eind van het academiejaar 1996-97. Voor Vlaanderen waren dat, naast het Hoger Instituut in Antwerpen, het Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Communicatie en Vormgeving in Genk, het Hoger Instituut Coloma in Mechelen, en het Hoger Architectuurinstituut in Gent. In Nederland werden naast de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam ook de Academie Industriële Vormgeving in Eindhoven en de Technische Universiteit Delft aangeschreven. Voorzitter van de jury was Marc Dubois, Commissaris van Interieur, dat de resultaten bekendmaakt. Aan Vlaamse kant werd hij bijgestaan door design-publiciste Moniek Bucquoye, Arnold Vandenbussche, directeur van de interieurzaak Intoplan Brugge, en Axel Enthoven, directeur van Enthoven Associates.

Voor Nederland zetelden, naast Hugo de Ruiter, Hans Hulshof, directeur van Hulshof Interieur in Den Haag in de jury, de Amsterdamse architect Sjoerd Soeters en Stefano Marzano, Hoofd Design van Philips. Haast stuk voor stuk figuren die dag aan dag met de harde praktijk van fabricatie en verkoop worden geconfronteerd.

En die wat banale realiteit stond naast originaliteit ook centraal in de criteria van waaruit zij de ontwerpen moesten beoordelen: comfort, duurzaamheid, de verhouding prijs/kwaliteit, het ergonomische, het ecologische. Het technische dossier moest tot in de kleinste details zijn uitgewerkt.

Voorts werd door het wedstrijdreglement ook nog voorschreven dat de kandidaten bij het ontwerpen de reeds bestaande collectie van Leolux in gedachten moesten hebben, en dat het ontwerp conform aan de huisstijl moest blijven. Naast de hoofdprijs, konden ook nog twee andere laureaten op een aanmoedingspremie rekenen: een stage van minimaal zes weken bij Leolux.

Dat dit soort premies voor het onderwijs een allesbehalve overbodige luxe zijn, werd al snel bevestigd toen de jury de ingeleverde dossiers mocht inkijken. Die bleken, op enkele uitzonderingen na, nauwelijks te voldoen aan de eisen. Zodat er tijdens de jurering behoorlijk wat gezucht werd over de kwaliteit van dat onderwijs. Moeten fabrikanten het in de toekomst met dit soort mensen stellen?

De namen van de deelnemers moesten in een gesloten omslag bij de maquette gevoegd worden, die pas geopend werd na de jurering. Een derde prijs ging naar de NOR, of Non-Obvious Relax, die Bregt Ectors had gecreëerd, een vrij futuristisch ontwerp dat als een ringworst op pootjes in de living kan worden gezet.

De Cantu, het enige dossier dat op zowat alle niveaus op het vragenpakket wist in te spelen, en veel gedetailleerder dan dat bij La Mama het geval was, bleek achteraf door Sonny Lim te zijn getekend. “Als ik in de spiegel kijk”, zegt hij, “kan ik er niet omheen dat mijn ouders uit Singapore komen. Maar voor het overige voel ik mij op en top Nederlander. Ik ben hier ook geboren.” Hij studeert in Delft, voor industrieel ontwerper, en Cantu is een term die hij uit de muziekwereld heeft. “Een Cantus firmus is in de middeleeuwse muziek een bestaande melodie waarrond een nieuwe, meerstemmige compositie is gebouwd. Zo heb ik ook deze opdracht geïnterpreteerd. Er bestaan reeds talloze zitmeubelen, en ze hebben natuurlijk allemaal dezelfde basis, omdat ze uiteindelijk aan het menselijke lichaam en zijn beperkingen gebonden zijn. Maar je kan rond die eeuwige terugkeer van hetzelfde wel een heel nieuwe compositie weven. Het geheel een muzikaliteit meegeven. En tegelijk ook ecologisch, ergonomisch, en zuiver functioneel de kwaliteit verbeteren. Bestaande ontwerpen van relaxfauteuils zijn bijvoorbeeld vrijwel allemaal voorzien van een uitschuifbare of uitklapbare voetensteun. Het doet me altijd weer aan een tandartsstoel denken. Zo eng. En ik vind: dat kan niet echt de bedoeling zijn van design. Ik ben bij mijn model van een soort chaise longue vertrokken, een ligzetel, met een ruggensteun die je door het ontgrendelen van een knop naar voor en achter kan schuiven. Een beetje zoals in een auto. Ik had trouwens ook de streamline van een sportwagen in gedachten, toen ik de Cantu ontwierp. Van een vliegtuig. Of van dolfijnen.”

Vanuit ecologisch oogpunt opteerde Lim voor een heel nieuw materiaal, dat pas dit jaar op de markt wordt gelanceerd. De romp wilde hij met Zelfo bouwen, dat met lage energie kan worden geperst en hennepzaden als grondstof heeft. Daarnaast streefde hij er, binnen de mogelijkheden van Leolux, ook naar om een zo recycleerbaar mogelijk meubel te creëren. “Maar we moeten ons natuurlijk geen illusies maken”, zegt Lim. “De term milieuvriendelijk is een leugen. En elk product is er één teveel. Je kan alleen maar pogen om die overbelasting in te perken tot een minimum. Zonder daarbij ook op andere fronten in te boeten aan kwaliteit. Dat was trouwens mijn belangrijkste opzet: aantonen dat ecologisch verantwoorde producten toch met een hoge levensstandaard te combineren zijn.”

Bij Leolux waren ze alvast zo door dit propect begeesterd, dat Lim, net als de winnaars van de hoofdprijs, ook de mogelijkheid kreeg om alsnog een prototype te creëren dat op Interieur wordt geëxposeerd. Dat deed hij zelf tijdens zijn stage in het bedrijf. “In zekere zin heeft hij dus toch de hoofdprijs gekregen”, zegt Hugo De Ruiter. “Want de stage heeft hem de kans gegeven om dat prototype samen met ons uit te werken. Wat bij La Mama niet het geval is geweest. Daar werd het werk door mijn team geleverd. En wat met Lim is gebeurd, is voor een jonge ontwerper natuurlijk veel leerrijker. Op school wordt gezegd: voor dit of dat probleem zijn er drie of vier mogelijkheden. Maar dan kom je in een fabriek als Leolux, met een machinepark dat zijn beperkingen heeft. En wordt het aantal oplossingen herleid tot één.”

En of die winnaars nu ook verder willen in de meubelen? “Ik wil me nog niet echt vastpinnen op één enkel product”, zegt Lim. “Ik ben vooral met multimedia bezig, internet en dergelijke”, zegt Jan Van Coppenolle. “Ik zoek het eerder in een onderzoek naar de tactiele eigenschappen van producten”, antwoordt Thierry Tollenboom. En Lieven Verdin: “Wat ik later wil doen wil? Geen idee.” De jongens zeggen het wat argwanend. Onwennig . Schuchter. En bedeesd. Alsof ze zonet op een tandartsstoel waren gezet. En zo vlug mogelijk weer naar La Mama willen rennen.

Max Borka

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content