Na het recente overlijden van de erotisch ambigue Helmut Newton, de finale afleveringen van Sex and the City, de commotie rond Nipplegate en het adieu van playboy / designer Tom Ford, lijkt het pornochictijdperk ten einde. Een nieuwe zedelijkheid dient zich aan.

Dat is althans de algemene indruk na de recente modeweken in Parijs en Milaan. Terwijl de collecties voor komende zomer nog uitnodigen tot een streepje naakt, belooft volgende winter heel wat meer vlees te bedekken. Denk damesachtige tailleurs en keurige jurken. Een modebeeld dat herinneringen aan de jaren vijftig oproept. Michael Kors orakelt niet voor niets Audrey Hepburn als muze voor zijn laatste collectie bij het luxehuis Celine. En bij Balenciaga dook Nicolas GhesquiĆØre voor het eerst in de archieven van de oude meester, alwaar hij ballonrokken en korte bolero’s vond. Andere stijlkenmerken uit die periode : een potloodrok, gecombineerd met een Hitchcockiaanse twinset, het gilet bij voorkeur los over de schouders gedragen en een broche aan de hals ( Versace), knielange cirkelrokken, gecombineerd met korte jasjes en handschoenen ( JilSander en Prada) en natuurlijk de capemantel, de hit voor volgend seizoen en bij haast elk merk terug te vinden ( Louis Vuitton, Hussein Chalayan).

Kortom, een silhouet waarvan de eerste contouren deze zomer al te zien zijn bij Rochas. De jonge Belg Olivier Theyskens kan daarmee rustig op zijn elan doorgaan. Maar ook andere Belgische ontwerpers schijnen zichtbaar opgelucht door wat beschouwd kan worden als een einde van het pornochictijdperk. Zo mag Branquinho eindelijk terugkeren naar het voor haar zo eigen onderkoelde vrouwbeeld, terwijl AF Vandevorst weer naar hartelust experimenteert met emblemen, dit keer militaire insignes. En de amazones van Ann Demeulemeester winnen met brio en stijl van de HermĆØs-jonkvrouwen, voor het eerst gedresseerd door Jean Paul Gaultier.

Maar het is uiteindelijk Dries Van Noten die de essentie nog het best lijkt samen te vatten. Hij laat zich inspireren door de feministische beweging van de jaren twintig en dertig en brengt een ode aan een zelfverzekerde vrouwelijkheid. In modetaal betekent dat art-decoprints en rustieke tweed, kuitlange broekpakken en mantels in pyjamazijde. Een progressief vrouwbeeld in vergelijking met de secretaresselook uit de jaren vijftig. Maar uiteindelijk dwingen beide silhouetten wel een zeker vestimentair respect af op de werkvloer. En daarmee bedoelen we niet alleen het podium van paaldanseressen. Op zich niets fout met dat laatste, maar dames die niet zo lenig zijn, moeten ook aan de kost komen. En met een decolletĆ© tot op de navel is dat nu eenmaal niet zo voor de hand liggend. Of toch ? Janet Jackson moet gedacht hebben van wel. Er was maar Ć©Ć©n tepel nodig om haar carriĆØre uit het slop te helpen. En plots kreeg Nipplegate, alleen al door de benaming, evenveel relevantie als die andere mijlpalen uit de Amerikaanse politieke geschiedenis.

EĆ©n borst te ver

Uit die overdrijving zou men twee zaken kunnen afleiden. EĆ©n : er zijn geen vettige politieke schandalen meer zoals in de goede oude tijd. En twee : Bush is een koorknaapje in vergelijking met de schurk Nixon. Geen van beide stellingen lijken valabel en dus is het veilig te veronderstellen dat de mode- en showbizzlui iets te ver zijn gegaan in hun extravagant hedonisme. Met als resultaat deze recente storm in een glas water. Beschouw het als Ć©Ć©n blote borst te ver. Zeker in de States, waar eerder dit jaar ook al een schandaal was rond Abercrombie & Fitch. Hun catalogi met naakte jonge mensen veroorzaakten zoveel protest van verontwaardigde ouders dat het modemerk dan maar wijselijk besloot de boel weer uit de handel te nemen. Conclusie ? Terry Richardson, u weet wel, de penisminnende fotograaf van de Sisley-catalogi, kan best zijn snor en baard laten groeien als hij nog eens voorbij de douane wil geraken (hypocriet, dat wel, aangezien het land ’s werelds grootste pornoproducent is). En twee : de economische recessie brengt zoals eerder al in het verleden een conservatieve terughoudendheid met zich mee. Ook in Europa, waar analisten een verrechtsing van het politieke landschap signaleren.

En dus verschenen Sarah Jessica Parker en haar vriendinnetjes begin maart in kuise jurken op de rode loper voor de beeldjesuitreikingen, zoals daar zijn de Oscars en Golden Globes. Tegelijkertijd berekenden de cijferventjes van de grote luxeconglomeraten dat bimbo’s en babes toch maar een beperkt kapitaal vertegenwoordigen en dat het grote geld gezocht moet worden bij de carriĆØrevrouwen en / of babyboomers, die nu eenmaal geen zin en / of tijd hebben om de godganse dag aan hun minirok te trekken, kwestie van hun strings en jarretelles toch nog enigszins bedekt te houden.

Tijdens de recente Parijse modeweken leek zelfs John Galliano dat begrepen te hebben. Meer nog : het enfant terrible katapulteert komende winter het huis Dior terug naar het begin van vorige eeuw, door monumentale kragen aan mantels te zetten. Naast deze Poiret-achtige silhouetten defileren vetkuiven uit de jaren vijftig, een knipoog naar de Teddy Boys, die op hun beurt geĆÆnspireerd werden door het Edwardiaanse erfgoed. Ook andere ontwerpers zoeken inspiratie in kuisere tijden. Zo naait Helmut Lang Victoriaanse kanten kragen aan hoge knielaarzen. En Giorgio Armani is naar eigen zeggen in de ban van de belle epoque. Terwijl Rei Kawakubo, uitgerekend in het Lido, met Comme des GarƧons op zoek gaat naar het evenwicht tussen mannelijk en vrouwelijk. Idem dito bij Chanel, waar jongens en meisjes uit elkanders kleerkast stelen. Dezelfde tweeslachtigheid bij het anders zo multo sexy ontwerpersduo Dolce & Gabbana. Avondjurken met stroken kant suggereren een ingehouden seksualiteit en worden afgewisseld met androgene smokings. Volgens Stefano Gabbana een ode aan de erotische ambiguĆÆteit van de onlangs overleden Helmut Newton.

Wat ons uiteindelijk bij de man brengt om wiens afscheid het de afgelopen weken allemaal te doen was : Tom Ford. Want ook hij verklaarde aan de Amerikaanse pers beĆÆnvloed te zijn door Newton. En dan vooral door “zijn glamoureuze, lichtjes verdraaide seksuele beelden, tegelijkertijd shockerend en aantrekkelijk”. Ziedaar ook de wereld van Gucci, dat sinds Tom Fords aantreden, medio jaren negentig, evolueerde van een oud Florentijns ledermerk tot een luxelabel “for an urban customer : bronzed, wet and oily”, om het met de woorden van de designer zelf te zeggen.

Sex out of the City

14 januari 2004 – Milaan, mannenmode herfst / winter 2004 / 2005 : met een glas whisky in hand loopt Tom Ford nonchalant de catwalk af, geflankeerd door meisjes in het tenue van paaldanseressen. Wit hemd geopend en geknoopt tot onder de blote borsten, gecombineerd met een glitterstring. Naast hen lijken de mannelijke modellen wel abdijpaters, in hun witte katoenen boxershorts en knielange zwarte kousen. Als een onvervalste Hugh Hefner neemt Ford afscheid. Een zelfgenoegzame glimlach rond de lippen. Een zwoele Marlon Brando-blik naar de camera’s. Het witte smokinghemd geopend zodat een gebronsde torso en wat viriel borsthaar zichtbaar blijven. Ford is niet voor niets kindmodel en acteur geweest in zijn geboorteland. Hij weet als geen ander een imago op te bouwen. Hij denkt aan modeshows zoals Steven Spielberg aan films. Later moet hij backstage verklaard hebben dat dit voor hem de essentie van tien jaar mannenmode is geweest : “De Gucci-man is een glamoureuze, chique en goed geklede playboy en dat wou ik tonen. Deze gasten roken, drinken, gaan uit, en slapen met vrouwen of mannen. Ze genieten van het leven, en daar gaat het uiteindelijk om.”

Anderhalve maand later herhaalt ongeveer hetzelfde tafereel zich tijdens de modeweek voor vrouwen. Weliswaar op meer gesofisticeerde wijze. In de finale verschijnen de modellen als stralende godinnen in elegante, witte Halston-jurken, een knipoog naar de collectie in 1998. En dan komt een bevrijde designer onder een regen van rozenblaadjes afscheid nemen van een tot tranen ontroerd publiek. Alle aanwezigen beseffen dat hier geschiedenis wordt geschreven. Dat een hoofdstuk van losbandig genot en glamour wordt afgesloten door dezelfde man die de eerste paragrafen ervan heeft geschreven.

Samen met de postfeministische beweging doorbrak Tom Ford het clichĆ© dat sterke vrouwen zich moesten kleden als manwijven. In plaats van het aseksuele minimalisme stelde hij een uitdagend zandlopersilhouet voor. Een sensuele vrouw met het perfecte figuur, gladde haren, smokey eyes en sexy stiletto’s. Een vrouw in controle, die met haar look de boodschap gaf dat ze zelf kon beslissen waar, wanneer en met wie ze seks wou hebben. Kortom, plots konden vrouwen geĆ«mancipeerd zijn zonder het haar onder de oksels te laten groeien. Fantastisch ! Maar gaandeweg kreeg deze seksuele bevrijding een ranzig kantje. Modellen werden vrijwel naakt de catwalk opgestuurd, in transparante onderbroekjes en wijd geopende kimono’s. Borsten puilden uit korsetjurkjes die nog net een bilspleet lieten zien. In het straatbeeld verschenen reclamepanelen waarin de aandacht van de argeloze voorbijganger meer naar het suggestieve pijpen en beffen ging, dan wel naar het lorretje stof dat te koop werd geĆ«taleerd. In die erotisch geladen beeldcultuur zagen rappers en andere zingende macho’s hun kans schoon om vrouwen opnieuw te degraderen tot een statussymbool annex lustobject. Het even zo berijdbare accessoire bij hun hagelwitte CLK Mercedes Benz. Getuige daarvan de talloze videoclips op MTV.

Seks als goedkoop verkoopmiddeltje. Ook Tom Ford is wat dat betreft herhaaldelijk uit de bocht gegaan. Vooral met zijn collecties voor Yves Saint Laurent, het iconische couturehuis van de gelijknamige ontwerper die in de jaren zeventig ook al eens een seksuele revolutie ontketende. Saint Laurent was niet voor niets goede maatjes met, jawel daar is hij weer… Helmut Newton. Alleen was Laurents erotiek veeleer die van Catherine Deneuve in Belle de Jour. Een stijlvolle ietwat bourgeois vrouw met een dubbelleven als prostituee. Een soort ambiguĆÆteit die niets te maken heeft met de expliciete penishangers en paars geverfde tepels die Tom Ford enkele seizoenen geleden op de catwalk voorstelde.

Tot dat besef is laatstgenoemde blijkbaar zelf ook gekomen. Zijn afscheidscollectie was volledig gebaseerd op Saint Laurents Chinese collectie uit 1977, het jaar waarin niet toevallig ook Opium werd gelanceerd. De moderne versie was voor Ć©Ć©n keer geen pistache van het origineel. Zo kregen Mao-jasjes hoge kragen om vervolgens gecombineerd te worden met knielange kokerrokken. Of hoe Tom Ford met een kuise kus afscheid nam van de mode. Ondertussen is al bekendgemaakt dat hij bij Yves Saint Laurent opgevolgd zal worden door zijn assistent Stefano Pilati. En bij Gucci door Alessandra Facchinetti voor de damescollectie, John Ray voor de herencollectie en Alfreda Giannini voor de accessoires. Stuk voor stuk illustere onbekenden, waarmee het luxeconglomeraat PRP een einde lijkt te willen maken aan de sterrenstatus van modeontwerpers. Een contradictie met het showelement dat toch inherent is aan mode… Het belooft een saaie winter te worden. Gelukkig mogen we eerst nog genieten van een zwoele zomer. n

Tekst Pascale Baelden l Foto’s Reporters

In de erotisch geladen beeldcultuur van de laatste jaren zagen zingende macho’s hun kans schoon om vrouwen opnieuw te degraderen tot status-symbool annex lustobject.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content