Niet elke skiër is gebaat met een flitsend pak en supersnelle schuivers. Aangepast en goed onderhouden materiaal is belangrijker dan modesnufjes.

Een praktische wegwijzer.

PASCAL BAETENS

Bij het begin van elk skiseizoen steekt het aanbod van nieuw materiaal skiërs de ogen uit : nog stabielere en meer wendbare ski’s, nog veiliger bindingen, nog beter regelbare schoenen, outfits die nog beter tegen extreme kou beschermen. En dat alles in de laatste modekleurtjes.

Veel belangrijker echter dan de aanschaf van de recentste technologische snufjes is, dat het materiaal aangepast is aan de eigen skimogelijkheden. Een blitse sportcar met een motor van 300 pk beantwoordt ook niet aan de behoefte van de doorsnee chauffeur, en een auto is niet per se versleten als hij vijf jaar of ouder is.

Skiën met een betrouwbare en vertrouwde uitrusting is veiliger, leidt tot betere prestaties en verschaft op elk skiniveau meer plezier.

Daarom geven we hier een overzicht van een aantal basiseigenschappen waaraan skimateriaal moet beantwoorden.

SKI’S

Ski’s kunnen in vier kategorieën worden ingedeeld : ski’s voor beginnelingen, voor gemiddelde skiërs, kompetitieski’s en speciale ski’s.

Ski’s voor beginnelingen zijn korter dan die voor betere skiërs. Ze zijn zeer wendbaar bij lagere snelheid en dus ideaal voor de eerste skilessen, maar missen grip en gaan flabberen bij hoge snelheid. Na 1 à 2 weken skiën, voldoen ze niet meer aan de behoeften. Daarom is het voor beginnelingen aangeraden ski’s te huren.

Sportski’s zijn geschikt voor de gemiddelde skiër (blauwe en rode pistes). Ze zijn stabiel en wendbaar bij gemiddelde snelheid. De lengte wordt gekozen in funktie van de technische mogelijkheden, de lengte en het gewicht van de skiër (meestal een tiental centimeter boven de lichaamslengte). Aankoop of huur zijn beide te overwegen. Een goed onderhouden ski gaat makkelijk 15 tot 20 skiweken mee.

Kompetitieski’s zijn bestemd voor goede en snelle skiërs (zwarte piste). Ze zijn stabiel bij hoge snelheid, maar moeilijk wendbaar bij lage snelheid. En dus af te raden voor beginnende skiërs. Er bestaan specifieke ski’s voor slalom (kortere bochten) en voor reuzeslalom (langere, gesneden bochten).

Tussen sport- en kompetitieski’s bestaat een heel gamma van all-round-ski’s met allerlei eigenschappen. Gespecializeerde verkopers kunnen daar alle uitleg over kwijt.

Bij het beoefenen van een aantal aparte disciplines is het gebruik van speciale ski’s aangeraden : diepsneeuw (kortere en bredere ski’s), balletski (korter en gemakkelijker plooibaar aan de uiteinden), afdaling (lang, plat en breed), snelheid (nog langer, platter en breder), buiten-piste-ski (kort en soepel), monoski, toerski…

Kinderski’s zijn optimaal aangepast aan het spierstelsel van kinderen en verschillen naargelang van de leeftijdsgroep en van het skiniveau : van soepele plastic skietjes voor twee- à driejarigen tot junior-kompetitieski’s voor jonge “renners”.

BINDINGEN

De laatste twee decennia is het aantal beenbreuken en knieletsels aanzienlijk verminderd. Dat komt hoofdzakelijk door de voortdurende verbetering van de skibindingen. Ze dienen in de eerste plaats om de skischoen vast op de ski te zetten zodat elke impuls van de skiër rechtstreeks op de ski wordt overgebracht. Minstens even belangrijk is echter de ingebouwde veiligheid die de voet meteen moet bevrijden bij een verkeerde beweging. Een ski kan als hefboom een enorme kracht uitoefenen op het lichaam. Bij een bepaalde horizontale, vertikale of zijdelingse kracht horen de bindingen meteen los te springen. Het zijn vaak verkeerd afgestelde of slecht onderhouden bindingen die been- en knieletsels veroorzaken.

Voor elke skiër bestaan aangepaste bindingen. Met een cijferkode wordt de binding op de individuele sporter afgesteld. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat elk geheel getal staat voor 10 kg lichaamsgewicht van een in normale konditie verkerende, gemiddelde skiër (rode pistes). Een jongeman van 60 kg met vijf weken ski-ervaring kan dus niets aanvangen met de bindingen van zijn 90 kg zware skileraar, wiens kompetitiebindingen met richtgetal 10 of 12 aanvangen. De juiste afstelling wordt best aan een vakman overgelaten. Hij informeert hiervoor naar lichaamsgewicht, lengte, ski-ervaring en snelheid. Eventuele zwakheden aan knieën of beendergestel kan je best zelf vermelden.

SNOWBOARDS

Snowboards worden ingedeeld in twee grote groepen : de Freestyle en de Alpineplanken. De Freestyle boards zijn breder en soepeler dan de alpineborden en zijn ideaal voor spectaculaire sprongen en zachte landingen. Je hebt Freeride en Extreem Freeride borden, en men draagt er softboots in, soft-bindingen.

De Alpineplanken zijn harder, smaller en meer getailleerd, waardoor de snowboarder feller kan carven (met de staalkant in sneeuw of ijs snijden). Hier wordt een onderscheid gemaakt tussen de gemoedelijke Freeride/alpineplanken en de snelheids- en slalomborden. Voor het carven op Alpineboards draag je hardboots of harde bindingen. Ook hier is bij aankoop goed advies van essentieel belang.

ONDERHOUD

Ski’s, snowboards en bindingen vragen een goed onderhoud. Geslepen staalkanten geven grip op harde pistes en ijs. Een glad loopvlak bevordert het glijden en geoliede bindingen beperken de vorming van roest en daaruit voortvloeiende onbetrouwbaarheid. Opvullen van gaten, slijpen van kanten en waxen van het loopvlak, kan je in bijna elke sportwinkel laten doen. Je kan er ook zelf aan beginnen, maar vooral het slijpen vereist handigheid en ervaring.

STOKKEN

Skistokken dienen als hulpmiddel bij de inzet van bochten. De bovenkant van moderne handvaten is breder dan de oogkassen, om de ogen te beschermen bij een eventuele val. De lussen zijn soms voorzien van een veiligheid, die bij een harde val openspringt en de kans op duimletsels verkleint. De lengte van de stokken wordt bepaald door ze omgekeerd onder de schoteltjes vast te nemen ; bij de ideale lengte vormt de onderarm een hoek van 90 graden met de langs het lichaam gestrekte bovenarm.

SCHOENEN

Al klinkt het logisch dat schoenen goed moeten zitten, toch wordt dat aspekt vaak verwaarloosd. Een stevig zittende, komfortabele schoen brengt elke impuls tot draaien en glijden sneller en preciezer over op de ski of het snowboard, dan een schoen waarin men “zwemt” of die wringt.

Bij het alpineskiën maakt men een onderscheid tussen schoenen met voorinstap en schoenen met een achterinstap. Naar het voorbeeld van de kompetitieski, wint de voorinstap met kleppensysteem veld, omdat ze meer stevigheid biedt. Schoenen met achterinstap zijn iets makkelijker om aan en uit te doen. Een essentiëler verschil is dat tussen harde en zachte schoenen. Harde schoenen geven elke beweging van de ski onmiddellijk door aan de voet en vice versa. Ze zijn geschikt voor uiterste precisie bij hoge snelheid. Je kan ze vergelijken met de sportveringen bij auto’s. Zachte schoenen hebben een ingebouwde “vering” die kleine schokken opvangt en maken het skiën veel komfortabeler.

Er bestaan schoenen voor allerlei probleemvoeten breed, smal, hoge wreef, platvoeten, X- of O-benen (schoenen met regelbare schachten), voeten met afwijkende vormen (de binnenschoen wordt met schuimrubber aan de vorm van de voet aangepast), koude voeten (schoenen met verwarmingselement), voeten van verschillende lengte, enz. Neem je tijd om uitgebreid schoenen te passen en wees niet verlegen om een halfuur met skischoenen aan in de winkel rond te lopen. Laat beide voeten opmeten vooraleer aan het passen te beginnen.

WAAR WINKELEN ?

De kwaliteit van het materiaal dat in ons land aangeboden wordt, is dezelfde als die in de alpijnse skistations. Winkelen in eigen land bespaart echter kostbare tijd, want een skivakantie valt sowieso meestal te kort uit. Ervaren verkopers en veel landgenoten zijn zeker even bedreven als hun buitenlandse konkurrenten weten zeer goed wat voor een bepaalde skiër het best geschikt is, zodat testen hooguit bevestiging brengen.

Voor huurmateriaal betaal je in België over het algemeen iets minder dan in de skigebieden. Het passen van skischoenen bij “thuishuur” doet men best zorgvuldig, alleen bij ernstige problemen ter plaatse (b.v. breuk, loskomen van bindingen) betalen Belgische winkeliers de kosten terug. Het omwisselen van huurmateriaal bij een slechte keuze (b.v. verkeerde maat van schoenen) is uiteraard moeilijk. Ga altijd na, waar je het materiaal ook huurt, of er een breuk- en/of diefstalverzekering verkrijgbaar is.

Konklusie : het heeft weinig belang waar je het materiaal haalt, als je je maar door een vakman (-vrouw) laat bijstaan. En die hebben alle belang bij tevreden klanten. Neem je tijd, vooral bij het kiezen van de schoenen. Doe het in eigen land, als je tenminste geen moment van je vakantie wil verliezen.

KLEDING

De funktie van moderne skikleding kan samengevat worden in drie punten : transport van lichaamsvocht naar verdere kledingslagen, warmte-isolatie en weer- en windbestendigheid.

Wat het ondergoed betreft, zijn bepaalde syntetische vezels speciaal ontworpen voor sport in het hooggebergte : ze zijn licht, vochttransporterend (ze houden bij inspanningen de huid droog) en warmte-isolerend. Ze zijn ook voorzien van platte naden tegen het schuren op de huid. In sportwinkels is er een gespecializeerd assortiment van verschillende merken te koop.

Moderne skipakken zijn het produkt van echte spitstechnologie. Sommige vezels laten wel waterdamp door (bij zweten), maar geen waterdruppels of wind, en warmte wordt nauwelijks geleid (kou blijft buiten, warmte binnen). Dikte, aantal lagen en koncentraties bepalen de kwaliteit.

Het dragen van handschoenen is een absolute noodzaak, zelfs bij warm weer : sneeuw kan lelijke schaafwonden veroorzaken, en je kan best geen skiër over je onbeschermde vingers laten glijden. Je zou niet de eerste zijn die er een paar vingers bij inschiet want de staalkanten zijn vlijmscherp. Ook in handschoenen heeft men verschillende kwaliteiten, sommige beschermen tegen extreme koude (tot -30 en kouder).

Sneeuwblindheid treedt in het hooggebergte snel op door de grotere lichtintensitiet. De eerste symptomen zijn rode en prikkelende ogen. Een zonnebril is onontbeerlijk. Mistbrillen geven een beter dieptezicht bij slechte weersomstandigheden.

Het gebruik van één paar in plaats van twee paar kousen vermindert de kans op blaren. Kijk bij gebruik van nieuwe (of gehuurde) schoenen en na lange inaktiviteit geregeld uit naar rode plekken op schenen, tenen en enkels. Ze zijn een voorbode van blaren. Talk en een dun maandverband (jawel !) op scheenbeen of enkel kunnen erger voorkomen.

Een muts moet hoofdhuid en oren tegen verbranding en onderkoeling beschermen. Smeer je tijdig in met een produkt dat beschermt tegen zonnebrand want met de grotere lichtintensiteit komt er ook een grotere hoeveelheid UV- en infraroodstralen vrij. Symptomen voor vrieswonden zijn spierwitte neuzen, oren, vingers of tenen. Pas op met kinderen : ze zijn veel gevoeliger voor licht en kou en zijn niet altijd in staat dat kenbaar te maken.

Voor kinderen is het gebruik van een skihelm sterk aangeraden. In diverse landen bestaan er voorstellen om het dragen van skihelmen voor kinderen verplicht te maken.

Een slecht zittende of onaangepaste uitrusting heeft al menige skivakantie verknald. In dat verband nog een laatste wenk : in het hooggebergte kan stralende zonneschijn op een mum van tijd omslaan in de zwaarste sneeuwstorm. Luisteren naar het plaatselijke weerbericht en een rugzakje met warmhouders zijn geen overbodige luxe.

Moderne skikleding moet beantwoorden aan drie vereisten : transport van lichaamsvocht, warmte-isolatie en weer- en windbestendigheid.

Goed onderhouden skimateriaal gaat gemakkelijk vijftien tot twintig skiweken mee.

Het spectaculaire snijden, glijden en springen op snowboards wint nog elk jaar aan populariteit.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content