Laat ik het niet over het gat in de wereld hebben. Niet over gemis, dat gelaagd & vertakt & veelvoudig is. Niet over de zomer, die vooral uit afscheid nemen bestond – of dat nu abrupt verliep of tergend langzaam.

Laat ik het niet over hartzeer hebben, dat in je borst kan zeuren als kiespijn ter grootte van een vuist. Laat ik niet verklappen dat ik mij soms een reuzenschildpad voel die ondersteboven ligt, met alle vier de poten spartelend om weer overeind te komen en niet uit te drogen in de meedogenloze zon, die geen sikkepit inzit met het lot van gekapseisde schildpadden.

Laat ik het niet over het gevoel hebben een tros op hol geslagen ballonnen te zijn, wegdrijvend in de richting van Dover. De mensen zouden dat toch niet begrijpen en misschien met mij lachen, haha. De grapjassen.

Laat ik het liever over gemberthee hebben, en over lange milde stroken zon. Over het verlangen in de herfst te gaan wandelen met een middelgrote hond. Over de bladeren die ritselen onder mijn schoenen. Over de opwindende geur van vers aangestoken vuren. Over de champagne op zolder. Over het meisje dat met grote ogen naar mij kijkt en zegt je suis un peu soûle – zonder gegiechel en waardig. Met ingeboren adel.

Laat ik het over mijn nieuwe luxestamcafé hebben, dat De Hel wordt genoemd, zodat ik nu gemakkelijker naar de hel kan lopen dan ooit, en waar picon met Hommelbier wordt geserveerd en zelfs absint, door een donkere dienster met de gracieuze tred van een giraffe uit de savanne.

Laat ik het over loftuitingen hebben, die mij vaker te beurt vallen dan ik verdien. Een raar woord vind ik dat trouwens, loftuiting. Alsof er een ’t’ te veel in is geslopen. Alsof er zoveel lof wordt geuit dat je oren ervan gaan tuiten. Tenzij natuurlijk een loft wordt bedoeld die zich uit maar geef toe, ook dat is eigenaardig, lofts die zich uiten, en ik dwaal een beetje af. Mijn gedachten zijn helder maar nerveus als de Niagarawatervallen.

Rust moet ik vinden, in denken & daden, al is mij op dit moment nog niet helemaal duidelijk hoe.

Rust kun je vinden door waanzinnig veel te zwemmen. Of door yoga te bedrijven in het centrum van de onvolprezen Eric Gomes. Of door elke dag heel ver te gaan fietsen en wandelen. Of door de trein te nemen en kriskras door het land te sporen en eindelijk eens uit te stappen in Tongeren. Of door verse soep te maken. Of door rouw-advertenties in kranten te lezen en vast te stellen “he, die was jonger dan ik”. Of door met zorg de planten te begieten en meststaafjes in potgrond te drukken. Of door een Lavendel Ontspanningsbad van Weleda te nemen. Of door op televisie naar de film Broken Flowers met Bill Murray te kijken en te denken : die is speciaal voor mij geprogrammeerd. Niemand kan zo goed als Bill Murray allenig op de bank voor zich uit zitten suffen, met een pokerface van de meest sarcastische soort. In Lost in Translation deed hij het ook.

Wat je nog kunt doen is boeken lezen, citroencake bakken met veel look of verdrinken in de armen van een Javaanse schone. Dat laatste is enigszins lastiger, vermits je de ingrediënten van Javaanse schonen niet hapklaar in de supermarkt kunt kopen. Bovendien lijken alle schonen mij op dit moment wat oninteressant, behalve die ene dan, die met de beste bedoelingen mijn zieltje over het asfalt kwam schrapen. Tot er rook uitkwam.

“Het is maar een meisje“, zegt een goedmenende vriend tegen mij.

“Ja, maar wel een mooi en zeer sexy en zeer schrander meisje”, weerleg ik nukkig.

“De wereld loopt vol sexy en schrandere meisjes.”

Je merkt wel dat hij de wereld niet kent, of anders de waarheid geweld aandoet met de bedoeling mij te troosten, want persoonlijk kom ik zo’n meisje waarbij ik mij in mijn nopjes voel slechts eens om de vijf jaar of zo tegen. Loop ik haar mis, dan moet ik weer vijf nieuwjaarsnachten in een tochtig en donker bushok zitten wachten, vervuld van wijdlopig verlangen. Intussen loert de dood om de hoek.

Maar laat ik het daar niet over hebben. Niet over het gat in de wereld. Niet over gemis. Niet over kiespijn die zeurt in je borst. Niet over wegdrijvende ballonnen en reuzenschildpadden die spartelen in de meedogenloze zon.

Jean-Paul Mulders

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content