Daar komt de nieuwste hond van mijn straat. Ik heb al over hem gehoord en herken hem meteen. Het nieuws verspreidt zich snel onder New Yorkse hondeneigenaars. Mijn hond jankt, kwispelt en trekt verwoed aan zijn leiband. “Eindelijk,” wil hij daarmee zeggen, “ik heb nu al dagen je spoor geroken. Het is hoog tijd dat we elkaar besnuffelen.” Ik zie de eigenares van de nieuwe hond ‘bevriezen’. Ze heeft duidelijk schrik. “De mijne is geen vechter”, zeg ik. “De mijne ook niet”, antwoordt ze aarzelend. De buren hadden gelijk: zij en haar hond zijn inderdaad een opvallend paar. Zij is van top tot teen in het zwart gekleed en heeft een lange grijze paardenstaart. Haar hond is een witte sint-bernard. Hij begint behoedzaam te kwispelen. Zijn bazin en ik wisselen de vitale gegevens over onze honden uit zoals de etiquette vereist. “De mijne is een gecastreerd mannetje van twaalf”, zeg ik. “De mijne is twee jaar en niet gecastreerd.” Allez vooruit, op hoop van zegen. De honden mogen elkaar meteen, zoals alleen honden dat kunnen. Te midden van hun dartelend ballet en gevangen in hun verstrengelde leibanden, geven de vrouw en ik elkaar een hand. ” Jacqueline”, zeg ik. ” Welcome to the neighborhood.”Thank you”, zegt ze, ” Kate.” Kate blijkt een dokter die op twee straten van het World Trade Center woonde. Ze was thuis in haar flat toen het gebeurde. Sindsdien is ze al drie keren verhuisd. “Ben je van plan om terug te gaan?” vraag ik. “Absoluut niet”, zegt ze, “de luchtvervuiling rond ground zero is veel te erg.” “Er zijn anders al veel mensen teruggekeerd”, zeg ik, “ik las dat de meeste flatgebouwen al weer voor 90 tot 100 procent vol zitten.” Kate blaast driftig een wolk sigarettenrook uit. “Het is een schande”, zegt ze, “de overheid heeft systematisch de data over de kankerverwekkende stoffen achterovergedrukt omdat ze downtown Manhattan niet wil zien leeglopen en de Beurs niet wou sluiten.” De paradox, dat ze rookt terwijl ze dit zegt, lijkt haar te ontgaan. Tijdens de dioxinecrisis in België waren er ook kettingrokers die me waarschuwden dat ik met mijn leven speelde door een eitje te eten. Kate zit op haar paard, in volle draf! Ze is niet te stoppen. Met een zwaar New Yorks accent en Woody Allen-achtige neurotische precisie stort ze statistieken over me uit. In de ventilators van de Peter Stuyvesant School vlakbij ground zero werd deze week dertig procent meer lood ontdekt dan wettelijk is toegelaten. De asbest- en kwikgehaltes in de gebouwen downtown zijn nog schrikbarend hoog. En al die mensen die terug downtown zijn komen wonen? Kate sneert: “Velen zijn jonge mensen die uit andere wijken komen. Ze worden gelokt met drie maanden gratis huur en forse huursubsidies. De eigenaars laten hen met meer mensen samenwonen dan vroeger toegelaten was en stellen minder vragen over hun inkomen. Ik heb gehoord dat er in mijn gebouw nu zelfs openlijk marihuana wordt gerookt. Dat was tot 11 september ondenkbaar.” Kate’s sigaret is bijna op. “Ik ben naar zoveel vergaderingen geweest in de laatste tien maanden”, zucht ze, “ik ben er doodmoe van. De EPA ( Environmental Protection Agency, de milieudienst) heeft nu eindelijk beloofd om alle appartementen schoon te maken waarvan de bewoners erom vragen. Daardoor geven ze toch impliciet toe dat er een probleem is? Maar het is te laat. In de komende jaren zullen er duizenden mensen kanker krijgen. Onthou dat maar.”

“Hoe heet je hond?” vraag ik, kwestie van het gesprek een andere richting te geven. ” Peerless“, zegt Kate. “Peerless (‘Weergaloos’), dat is een originele naam”, zeg ik, terwijl ik hem heimelijk Pierke doop. “Snap je de dubbele betekenis?” “Euh… nee.” “Hoezo nee? Je bent van België, dan spreek je toch Frans?” “Een beetje wel, ja.” “Wel dan. Hij is een Sjieng de pierwenee.” Sjieng de pierwenee …? Ah, nu begrijp ik het: c hien des Pyrénées. Pyrenee, Pyr, Peer, Peerless… Ik streel Pierke over zijn massieve kop. “Zo, we gaan er maar eens vandoor”, zeg ik. Mijn hond meekrijgen is niet moeilijk: hij heeft intussen Smokey en Buddy in de gaten gekregen die met hun baas Bob de straat komen ingewandeld. Opnieuw gesnuffel, gelik, getrek en geduw. “Een intense vrouw”, zegt Bob, met zijn kin wijzend naar Kate die met weergaloos Pierke haar huis binnenstapt. “Wat wil je,” zeg ik, “ze is getraumatiseerd. En misschien heeft ze wel gelijk wat dat achterhouden van informatie over de vervuiling betreft.” “Natuurlijk heeft ze gelijk”, zegt Bob. ” Bush heeft nog niets anders gedaan dan milieuproblemen ontkennen om zijn vriendjes te helpen.” Er schieten vonken uit de ogen van de passionele natuurliefhebber en zeiler. “Ik zei gisteravond nog tegen mijn vrouw: ik heb Nixon altijd de griezeligste president gevonden maar nu begin ik te denken dat het Bush is. Neem nu dat dubbelzinnig rapport dat de regering heeft uitgebracht over klimaatverandering. Eindelijk erkent Bush dat er zoiets als global warming bestaat maar tegelijk stelt hij een plan voor waardoor Amerika in de komende tien jaar de luchtvervuiling nog sterk gaat opdrijven. Razend word ik daarvan!” Ik mag ze wel, die intense Amerikaanse buren van mij.

Jacqueline Goossens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content