Door dit huis lopen, is als lezen in een goed boek. Iedere ruimte is een ander hoofdstuk, en overal herken je wel iets van jezelf.

Hilde Bouchez / Foto’s : Verne

DE MUREN, DE VORMEN, DE KLEUREN, de meubels waarmee we ons omringen, werken in op ons gemoed. Daarom dromen we wel eens van een reuzengroot huis, waarin iedere kamer een andere sfeer heeft. Waarbij we ons op elk moment in een bepaalde ruimte goed kunnen voelen. Dat kreeg Katleen Van Zandtwege voor elkaar. Zes jaar geleden vonden zij en haar man Joris een oude fabriek midden in de velden. Meteen wisten ze dat dit het huis van hun dromen zou worden : 1200 m² naakte ruimte die ingericht moest worden als een thuis.

De naam Katleen Van Zandtwege klinkt ons nog niet bekend in de oren. Maar in de prestigieuze catalogus van Object Carpets zet men haar huis in het illustere gezelschap van La Maison de Verre en l’Institut du monde Arabe, wat toch wel iets te betekenen heeft. Bovendien bellen house-spotters hier vaak aan. Tot nu toe hield Katleen angstvallig de deur dicht. ?Ik wou geen pottenkijkers. Misschien een beetje zoals een kunstenaar : die toont zijn werk ook niet eer het af is. Hoewel het huis nog niet écht af is, heb ik voor mezelf een eindpunt bereikt. Nu ben ik aan een nieuwe uitdaging toe. Ik weet nog niet precies wat ik ga doen. Maar door mijn werk aan de wereld te laten zien, zullen er misschien nieuwe uitdagingen uit de lucht komen vallen.”

Na zes jaar hard labeur is de sfeer bepaald, maar de afwerking is nog verre van voltooid. Katleen : ?Zes jaar heb ik over dit huis nagedacht. Elke dag opnieuw zocht ik naar de juiste sfeer voor de juiste kamer. En iedere kamer is totaal anders geworden. De structurele werken voerde mijn man uit met vaklui, maar al wat ik kon, deed ik zelf. Zo heb ik maandenlang vloeren gelegd. De kleine metalen plaatjes in de slaapkamer, de minuscule glastegeltjes in de badkamer, de triplexplaten in het zomerverblijf. Voor mij is dat als een breiwerk. Ik heb een patroon in mijn hoofd, dat ik soms ook uitteken, en dan begin ik te kleven, tegeltje na tegeltje.” Eén vierkante meter vergt twee dagen werk. Je moet werkelijk gedreven zijn om dat op je knieën vol te houden.

?Het is zowel therapeutisch als expressief. Ik heb er nood aan om mijn creativiteit op mijn eigen manier te beleven. Ik voel mij niet geroepen om te gaan schilderen op doek, nee, ik wil sferen creëren. Toen ik met de binnenhuisinrichting begon, zat ik uren in één ruimte die ik op me liet inwerken. Ik cijferde mezelf weg in de omgeving en probeerde intuïtief aan te voelen wat er nodig was. Ik zou niets vanachter een tekentafel kunnen uittekenen. Ik moet de muren voelen en het licht zien om de mogelijkheden optimaal te kunnen benutten.”

De fuchsia kamer was de eerste die Katleen aanpakte. Samen met de badkamer is het de meest uitgepuurde. De meubels staan er perfect gestileerd, als op een filmset. Je kunt je nauwelijks voorstellen dat hier geleefd wordt. ?Hoewel ik dit één van de mooiste kamers vind, wonen we hier inderdaad niet echt. Het is ons winterverblijf, maar doordat er zo weinig licht in deze kamer komt en wij eigenlijk tafel-mensen zijn, zitten we ’s winters bijna altijd in de slaapkamer. Daar staat een grote eettafel, daar liggen mijn kranten en tijdschriften, en daar brengt een warme namiddagzon de ruimte tot leven.”

Vanuit het winterverblijf geeft een groot raam uit op het zomerverblijf. Hier krijgen we ook een beeld van het industriële verleden van het gebouw. Opvallend zijn vooral de kokers die middendoor gesneden werden, en waarachter de keuken als het ware in de ruimte hangt. De grote kamer in de diepte is het zomerverblijf, en vormt de doorgang naar de tuin. Hier bouwde Katleen haar mediterrane woning. ?Je herkent in de badkamer ongetwijfeld een omgekeerde Sol Lewitt, en in de slaapkamer constructivistische spielereien uit de jaren ’20. De tekening in de badkamer was al lang af, toen ik voor het eerst een soortgelijke Sol Lewitt zag. Ik heb geen aspiraties als beeldend kunstenaar. Ik wil me gewoon omringen met een sfeer waarin ik mij goed voel. Ik laat mij leiden door mijn instinct. Beelden die ik elders zag, vorm ik om tot de mijne.”

Het al dan niet bewust gebruiken van elementen van grote architecten of kunstenaars als Rob Mallet Stevens, Barragan en Sol Lewitt getuigt niet van een tekort aan creativiteit. Integendeel. Een eenheid creëren uit de combinatie van zoveel uiteenlopende stijlen getuigt van een persoonlijke visie. Omdat Katleen nooit een opleiding kreeg als beeldend kunstenaar of binnenhuisarchitect, schildert ze ongerept en begeesterd. Zo trekt ze een persoonlijk spoor door haar huis. Ze laat zich niet inspireren door een stijl of een modetrend, enkel door haar verlangen om zich te omringen met dingen van zichzelf.

?Ik ben wellicht een exuberant mens. Al die verschillende kleuren die ik maar niet moe word… Er is wel lef voor nodig om een kamer helemaal in rode tinten te steken, of de slaapkamer in een zwaar oker. En dat dan weer te combineren met het lichtblauw van de gang of het groen van de voorplaats. Dat groen, waarmee ik een soort lambrisering uittekende, is de enige kleur die hier oorspronkelijk gebruikt werd. Ik vond het wel leuk om dat referentiepunt te behouden. Het zijn details, maar ze hebben een grote betekenis voor mij. Zo kan ik mezelf maar niet overhalen om de deur naar de badkamer te vervangen door een nieuwe. De inscriptie is zo leuk : aftrekplaats. Dit was een fabriek van sappen en limonades, en de badkamer was waarschijnlijk de plaats waar de concentraten afgetrokken werden.” Tussen de kleurenstroom van de verschillende kamers ligt de koelte van de badkamer. Witte en grijze tinten overheersen er. Naakt en minimaal. Je wordt er met jezelf geconfronteerd.

Na de fotosessie zet ze koffie en wordt er wat gekletst. Katleen zegt : ?De slaapkamer heb ik in ’92 geschilderd met Maria Callas. Ik heb altijd wel een eigenzinnige manier van decoreren gehad. Uitdenken en uitvoeren, zijn voor mij even belangrijk. Daarbij doorbreek ik de zekerheid. Ik waag me aan speelse details die alleen voor de bewoners van dit huis betekenis hebben. Ik vraag mij dan ook vaak af waarom andere mensen die hier komen zo gek zijn op dit huis. Ik heb het eigenlijk alleen maar voor mezelf gecreëerd.”

De fuchsia kamer is de meest uitgepuurde. De meubels staan er perfect gestileerd, als op een filmset.

Dit gebouw heeft een duidelijk industrieel verleden. Opvallend zijn de kokers die middendoor gesneden werden, en waarachter de keuken als het ware in de ruimte hangt.

Gewaagde combinatie van blauw en groen in de voorplaats. Dat groen is de enige kleur die in dit huis oorspronkelijk gebruikt werd.

Er is lef voor nodig om kamers in een zwaar oker te steken. De eigenaars wonen ’s winters grotendeels in de slaapkamer. Daar staat een grote tafel en brengt een warme namiddagzon de ruimte tot leven.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content