JOLIEN D’HOORE

© SISKA VANDECASTEELE

De tijd van de manwijven is voorbij. Onze generatie heeft bewezen dat het anders kan. Natuurlijk brengen meisjes mascara aan voor de koers, op de fiets mogen we er toch ook deftig uitzien ? Onze sport wordt alsmaar populairder, er wordt nu veel getweet over het vrouwenwielrennen en op Voxwomen, een YouTube-kanaal, kun je onze wedstrijden volgen. Er wordt ook een pak tactischer gereden dan vroeger, omdat heel wat ploegleiders van het mannenwielrennen overkomen en hun expertise meebrengen.

Lichaamsgewicht is een taboe in het peloton. Het probleem van te magere rensters wordt nochtans ernstiger, sommigen krijgen haaruitval omdat ze niet genoeg eten. Het is gevaarlijk om te denken : hoe magerder, hoe sneller je de berg op bent. Voor een ronde gaat dat misschien nog op, maar in andere wedstrijden kom je dan kracht te kort. Toen ik onlangs voorstelde om naast de persoonlijke gegevens van de rensters ook hun gewicht en vetpercentage bij te houden, kreeg ik heel wat positieve reacties. Ik heb de discussie aangezwengeld, hopelijk volgt er nu actie.

Atletiek was een prima basis. Op mijn zesde ben ik beginnen te lopen. Ik was de jongste in mijn club en deed duurtrainingen mee met atleten van twintig à dertig jaar. Leuk : kon ik me lekker uitleven. Toen ik op mijn twaalfde op een racefiets stapte, kon ik dankzij mijn conditie en algemene ontwikkeling direct mee.

Ik raad kinderen aan om zoveel mogelijk verschillende sporten te doen. Tegenwoordig is het een tendens om, eens je begint te fietsen, al de rest te laten vallen. Want misschien zijn andere bewegingen wel nadelig voor je sport. Larie. Als kind moet je daar toch niet bij stilstaan ! Door sporten te combineren krijg je meer inhoud ; je ontwikkelt meer spieren.

In de jeugdreeksen was het altijd ‘net niet’. Koersen winnen, lukte niet. Ik heb echt moeten knokken. Ik was klein en tenger. Het was afzien op een fiets van twee maten te groot, maar dat heeft me gehard. Anderzijds voelde ik geen druk. Mijn ouders hamerden erop dat de school belangrijker was. Vóór ik op mijn twintigste een contract tekende bij Bloso, kreeg ik te horen : “Als vrouw kun je toch moeilijk leven van te fietsen ?”

Wereldkampioen worden bij de junioren was de déclic. Ik was in 2008 voor het baanwielrennen naar het WK in Zuid-Afrika gegaan en haalde daar brons. “Nu je hier toch bent, waarom doe je ook niet mee aan het WK op de weg ?”, vroeg iemand. Zonder voorbereiding schreef ik mij in. Zonder stress peddelde ik een hele wedstrijd lang achterin het peloton, keuvelend met andere meisjes. Op het einde zag het ernaar uit dat we op een massaspurt afstevenden. Ik dacht : ik zal proberen mee te sprinten. En ik won.

Ik moet mijn kans grijpen in Rio. In 2012 werd ik op de Spelen in Londen onverwacht vijfde in het omnium. Ik miste toen nog de power om voor de medailles te gaan. Die heb ik nu wél. Het vele werk van de voorbije jaren, ook in de fitness, begint zijn vruchten af te werpen.

Op de Spelen hoor je enkel met jezelf bezig te zijn. In het begin is zo’n atletendorp best overweldigend. Zit je daar plots aan de ontbijttafel naast Michael Phelps. Maar dan moet je de knop omdraaien en beseffen dat die vedetten ook maar mensen zijn.

Het menselijk lichaam heeft me altijd gefascineerd. Ik wil er alles over weten. Daarom studeerde ik kinesitherapie. Sommige technieken die ik er leerde, pas ik nu toe. Ze weten me wel te vinden als de pijnlijke rug van een ploegmaat ingetapet moet worden. Ik ben de jongste tijd vaak in de hoogtekamer geweest van de Bakala Academy van de KU Leuven. Daar kijk ik mijn ogen uit. De job van inspanningsfysiologe zou me zeker aanspreken.

De jeugdopleiding kan beter. Ik ben ervan overtuigd dat meisjes tot hun achttiende bij de jongens moeten koersen. Dat zal hun karakter en stuurvaardigheid ten goede komen. Er moeten ook pistes bijkomen. Omdat dit een dure investering is, kun je als alternatief een piste op gras aanleggen, zoals in Engeland en Schotland. Dat is een ambitie voor later : het vrouwenwielrennen in België naar een hoger niveau brengen.

Jolien D’Hoore (25) is wielrenster op de baan (de piste) en op de weg. Op de weg is ze al voor de derde keer nationaal kampioen. Ze maakt kans op een medaille op het WK in Richmond (VS) op zaterdag 26 september. Nadien zal ze zich volledig toeleggen op de baan, met het oog op Rio 2016.

PETER VAN DYCK & PORTRET SISKA VANDECASTEELE

“Ik heb echt moeten knokken. Ik was klein en tenger”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content