John Galliano is de vreemde eend in de haute couture. Eerst de opvolger van Hubert de Givenchy, nu ontwerper bij Dior. Vrijbuiter en bewaarder van de traditie.

Claudie Van Gelder / Foto Jean-Claude Deutsch

De vrijbuiter van de haute couture zette voor ons de deuren open van zijn nieuwe schuilplaats in de avenue Montaigne. John Galliano, de Britse couturier met Spaanse en Italiaanse roots, staat nu aan het hoofd van een mythisch huis, maar is niet van plan zijn originaliteit op te geven. Toch heeft hij respect voor de legende. In dit bureau begon vijftig jaar geleden het grote avontuur en heel wat beroemde stilisten hebben er gewerkt : Gianfranco Ferré, Marc Bohan, Yves Saint Laurent. De stoel van Christian Dior, met erbovenop zijn witte vos, prijkt er nog altijd. Om dit jubileum te vieren, dook Galliano opnieuw in de geschiedenis, zijn vertrouwde inspiratiebron. Hij koos een strapless jurk uit de herfst-wintercollectie 1955, Chrysanthème, gedragen door Inès Rivero. Een van die werkstukjes van tule en kant die hij vandaag ook nog graag maakt.

Waarom hebben ze bij Dior voor u gekozen, denkt u ?

John Galliano : Ze hebben me in huis gehaald omdat ik modern ben en onstuimig. En ook omdat ik de traditie respecteer. Als ik de traditie niet begrijp, kom ik niet vooruit. Het huis Dior wordt geassocieerd met romantiek, vrouwelijkheid en moderniteit, en dat moet zo blijven. Gevoelsmatig zit ik op dezelfde lijn als Christian Dior. Ik moet gewoon een paar takken wegknippen om de boom beter te laten groeien.

In het jaar dat u bij Givenchy hebt gewerkt, hebt u de Parijse ateliers van de haute couture beter leren kennen. Kunt u zich bij Dior vlot integreren ?

De kennis en wijsheid die ze daar in die twee ateliers hebben, is verbluffend ! Als je de taal van de mode spreekt, heeft de plaats geen enkel belang. Het is een unieke taal, een manier van denken. Bij Givenchy heb ik veel geleerd dat ik meebreng naar Dior. Alle werknemers waren van bij het begin heel hartelijk. Maar wat me het meest heeft verbaasd, was de jeugdigheid in de ateliers, de sfeer, het enthousiasme en de energie die ervan uitgaan.

Zal uw uitbundige creativiteit zich kunnen plooien naar de structuren van het huis Dior ?

Wat ik me vooral afvraag is : wat zou Christian Dior doen als hij nog leefde ? Hoe zou hij zijn geëvolueerd ? Ik wil niet alleen retromodellen maken. Ik heb enorm veel zoekwerk verricht en probeer me voortdurend voor te stellen wat hij zou hebben gedaan. Bij Givenchy is dat nooit bij me opgekomen. Daar was ik academischer, misschien omdat Givenchy nog altijd leeft. Nu zegt een klein stemmetje me : ?Kom op ! Doe het ! Ga door ! Vooruit ermee !?

U geeft de indruk onder grote tijdsdruk te werken en bijna altijd te laat te komen. In New York gaat het gerucht dat u wegens tijdnood een klant een jurk hebt gestuurd die alleen maar in elkaar geregen was. ’s Avonds zouden de naden het begeven hebben. Is dat waar of is dat ook al een legende ?

Het is kletspraat. Het huis Galliano is niet gestructureerd om aan haute couture te doen. Ik werk alleen voor vrienden. Dat verhaal is dus verzonnen. We zijn geobsedeerd door het detail. We werken aan veel dingen tegelijk. We houden een oogje in het zeil bij het maken van de schoenen, de afwerking, het kapsel, de maquillage… Het is niet zomaar iets dat in een handomdraai gebeurt, het is hard werken. Natuurlijk zouden we een jurk kunnen maken zonder ons om al het andere te bekommeren. Maar dat zint mijn team en mezelf niet. We hebben tijd nodig, zijn streng voor onszelf, kijken en herwerken voortdurend. Een jurk moet aan de binnenkant even mooi zijn als aan de buitenkant. Daarom doen we bij Galliano alleen maar aan haute couture voor een paar van onze intieme vrienden, want onze structuur is niet aan een groterecliënteel aangepast. In werkelijkheid zijn we erg gedisciplineerd en zijn we nu al druk bezig met onze herfstcollectie, die in maart zal worden voorgesteld.

Hoe werkt u ? Op basis van schetsen, op een model of vanuit ideeën die u hebt neergeschreven ?

Eerst snuffel ik rond in Londen, in de musea, op vlooienmarkten. Dan beeld ik me een erg op luxe gestelde vrouw in. Ik beeld me haar kleren in, wat ze drinkt, hoe ze haar huis verlicht, met elektriciteit of kaarsen, hoe ze loopt, of ze graag reist, wie haar minnaars zijn. Het zijn snelle beelden die me leiden naar het echte werk op Suzanne, de mannequin van het huis Dior.

U vertrekt niet van een tekening ?

Nee, want een tekening is tweedimensionaal en mijn werk speelt zich af in drie dimensies. Dat is een heel verschil. Suzanne is een luxebeestje, ze weet dus wat ze moet doen. Ik krijg al ideeën alleen maar door haar te zien lopen.

Wat zet u aan tot creëren ?

Iedereen heeft een stimulans nodig. Bij mij is die altijd visueel… Vrouwen, muziek, een fantastische vriend, mijn thee die ik drink zoals de koningin-moeder, gaan eten bij McDonald’s om naar de mensen te kijken. Dat stimuleert me allemaal.

Hebt u nog tijd voor wat ontspanning ?

Je kunt niet zonder. Als ik niet af en toe de bloemetjes buitenzette, zou ik Galliano niet zijn. Ik hou van dansen, eten, goede wijn, muziek, theater. Ik hou van het leven !

Ik heb zelfs iets gehoord over een alcoholprobleem dat verder gaat dan gin in de thee zoals de koningin-moeder. Is het daarom dat Bernard Arnault u een fitness-trainer heeft opgedrongen ?

Het is waar dat ik een trainer heb, maar niemand heeft me iets opgedrongen. Het was mijn beslissing ! Het is die man die verantwoordelijk is voor Tina Turners mooie benen. Dinsdag ga ik squashen, donderdag joggen vier keer rond de Jardin du Luxembourg en de zaterdagochtend werk ik met de halters. Als ik loop, denk ik alleen aan mijn ademhaling. Het is als meditatie, mijn geest loopt leeg en daarna zit ik weer boordevol energie.

U hebt zowat een familieband met uw medewerkers. Lady Amanda Harlech was bij u van meet af aan. Ze was zo’n beetje uw muze, maar is overgegaan naar Karl Lagerfeld bij Chanel.

Ja, dat is zo. Amanda is een vlinder, nu meer dan ooit. Je mag nooit iemand in een kooi zetten, ongeacht hoeveel je van die persoon houdt. Ze moet kunnen wegvliegen. We telefoneren dikwijls en kunnen nu bijna zonder woorden met elkaar communiceren. Het is bijna telepathie. Persoonlijke problemen hebben haar gedwongen belangrijke beslissingen te nemen, die ik respecteer. Ze is nog altijd mijn beste vriendin, maar ze is nooit mijn muze geweest. Dat is te passief. Ik denk dat ze nog grote dingen zal doen. Maar nu zoek ik een nieuw gezicht voor het huis Dior. Dat is heel spannend.

Een nieuw soort muze ?

Bij Galliano heb ik haar gevonden : ze heet Vanessa Belanger. Tot nu toe werkte ze in de coulissen, met Amanda. Maar nu is ze klaar.

Om de plaats van Amanda in te nemen ?

De plaats van Amanda kun je niet innemen. Ze brengt een heel andere energie teweeg.

Is de 18de eeuw nog altijd uw grote inspiratiebron ?

Niet alleen de 18de eeuw, maar ik weet niet welke kracht me altijd naar de Romantiek doet terugkeren.

Ziet u in Alexander McQueen een gevaarlijke rivaal ?

Helemaal niet. Een paar dagen geleden zijn we nog samen gaan dineren, Alexander, zijn rechterhand, Kitty England, mijn assistent, Steven Robinson, Vanessa en ik. We hebben ons reuze geamuseerd, het leek wel alsof we weer op de Saint-Martin’s School waren. Ze zijn daar vast erg trots op ons !

U bent de origineelste van alle modeontwerpers. Onmogelijk te zeggen of u zult uitpakken met platinablonde dreadlocks of een kortgeknipte, zwarte haardos, of u een sari of een motorpak zult dragen. Vanwaar die voortdurende transformatie ?

Het hoort bij het creatieve proces. Bij Galliano ben ik na de zigeunercollectie een echte zigeuner geworden. Ik leefde, at en droomde als een zigeuner. Het hangt van de stijl af, maar ik heb de neiging om de look te worden, om hem te beleven. Het gebeurt totaal onbewust. Soms zegt Steven : ?Trek dat uit ! Wat doe je nu ? Je draagt de collectie al en we stellen ze pas over drie weken voor !? Mijn gevoeligheid is dan ten top gedreven.

Steven zou de man zijn die voor u tekent en naar verluidt vormt u samen een onafscheidelijk team.

We vullen elkaar goed aan. Steven mag opgewonden zijn, hij blijft toch altijd heel nauwgezet en schrijft alles op. Als ik zenuwachtig begin te ratelen, is hij het die me kalmeert zodat ik kan beslissen hoe het verder moet. Vanaf zijn zeventiende heeft Steven uitsluitend bij mij gewerkt. We hebben deze relatie geleidelijk opgebouwd en hebben samen veel ontdekt. Hij zegt ?parels?, ik antwoord ?glas?, en zo begint het. Het is als een relatie van mediums. Maar we zijn niet onafscheidelijk. We leven niet met elkaar.

Had u als kind ook al die drang om van personage te veranderen ? Verkleedde u zich graag ?

Ja, mijn moeder is Spaanse en ze is gek op kleren. Ik heb herinneringen aan de tijd toen ik heel klein was. Ik werd in bad gezet, van top tot teen ingewreven met talk en moest dan op de tafel zitten wachten terwijl ze hetzelfde deed met mijn twee zussen. Als dat ritueel achter de rug was, werden we aangekleed en gingen we wandelen, of naar de kerk of naar het café. Er was altijd wel een reden om je mooi uit te dossen.

Nu zien we weer een nieuwe John Galliano verschijnen, in een pak met prins-van-Wales-ruit, breed uitgemeten zoals u zegt, van Christian Dior Hommes. Zal die stijl het een tijdje uithouden ?

Tot volgende week misschien ! Het is mijn stijl Dior. Het is mijn manier om Christian Dior en de vijftigste verjaardag van zijn huis te vieren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content