JOHN CROMBEZ

© KAREL DUERINCKX

In mijn ogen is niemand eendimensionaal. Mensen kijken soms verbaasd naar de gitaar en de versterker in mijn werkkamer, maar familie en vrienden kennen me al langer als een veelvraat. Als tiener was ik tegelijk geïnteresseerd in welzijn, jeugdzorg en de aandelenmarkten, aan de Gentse universiteit verdiepte ik me in fraudebestrijding en beursrendementen en daarnaast hield ik altijd van muziek. Zo zitten toch wel meer mensen in elkaar ? Maar mij noemen ze dan atypisch (lacht).

Ik was vijftien toen ik voor de eerste keer op zomerkamp ging met jongeren met een mentale handicap. Een ontnuchterende ervaring, die later de basis vormde van mijn politiek engagement. Mensen die sowieso al met moeilijkheden kampen, moeten vaak immers nog met een hoop andere problemen afrekenen, zoals vooroordelen, discriminatie en bijkomende financiële kosten. Een vorm van onrechtvaardigheid die meer indruk op me maakte dan alle grote denkers samen.

Theoretische kennis maakt nog geen ervaringsdeskundige van je. Studiewerk leert je niet wat het betekent om in armoede te leven, en je helpt er mensen met concrete problemen niet mee vooruit. Maar verwijt me niet dat ik als kind van een eenvoudig arbeidersgezin uit Eernegem mijn eigen weg uitgestippeld heb. Dat is net waar empowerment en de democratisering van het onderwijs om gaan : ervoor zorgen dat iedereen dezelfde kansen krijgt, wat je afkomst ook is.

De onvoorspelbaarheid van de politiek neem ik er graag bij. Net als muzikanten moet je je volledig geven zonder te weten wat de toekomst brengt, maar ondertussen ben je wel bezig met dingen die je boeien en energie schenken. Dat is al een beloning op zich. Toch zit ik niet in de politiek om er oud in te worden. Daarvoor zijn mijn gezin en mijn gezondheid me te lief.

Kennis is macht. Of je nu een consument bent die een geschikte energieleverancier of belegging zoekt of een politicus die dingen in beweging wil krijgen : toegang tot informatie en expertise is essentieel. Voor de rest betekent macht weinig voor me. De tijd dat de partijtop zijn mening kon opleggen, is hoe dan ook voorbij. Wil je dat de hele partij zich achter hetzelfde standpunt schaart, dan moet je een open debat durven te voeren en de leden inspraak geven, bottom-up.

Het grootste probleem is niet dat de bevolking de politiek niet meer vertrouwt. Wel dat politici te weinig direct contact zoeken met de burger, en dat de afstand tussen mensen in het algemeen vergroot is. Bij huisbezoeken, wijkwandelingen en in e-mails valt me altijd op hoe anders dat contact verloopt dan je in onze harde meningenmaatschappij zou verwachten. Mensen twitteren en mailen me ongezouten hun mening, maar de toon verandert snel wanneer je echt een gesprek met ze voert. Dan blijkt een prima verstandhouding wel mogelijk, ook als je er niet dezelfde mening op nahoudt.

Ik schaam me voor de manier waarop we de bijzondere jeugdzorg organiseren. De overgrote meerderheid van de betrokken jongeren wil niets liever dan vooruit komen in het leven. In plaats van ze te helpen, behandelen we ze als boefjes die aangepakt moeten worden. Nochtans groeien de meesten op in moeilijke omstandigheden waar ze zelf geen vat op hebben. Zulke jongeren als een last beschouwen en hun leven nog meer problematiseren : voor een welvarende regio als de onze is dat beschamend.

John Crombez (41) woont met zijn echtgenote Vivi en dochter Babette in Oostende. Na het behalen van een doctoraat in de economische wetenschappen was hij van 2005 tot 2007 kabinetschef van vicepremier Johan Vande Lanotte en Freya Van den Bossche. Hij zetelde van 2009 tot 2011 in het Vlaams Parlement en werd nadien staatssecretaris voor Fraudebestrijding in de regering-Di Rupo. In juni is hij verkozen tot voorzitter van sp.a.

DOOR WIM DENOLF & FOTO KAREL DUERINCKX

“Ik zit niet in de politiek om er oud in te worden. Daarvoor zijn mijn gezin en mijn gezondheid me te lief”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content