De extravagante ontwerpen waarmee Jean-Paul Gaultier beroemd en berucht werd, getuigen van gezond verstand.Ze druisen in tegen het gekunsteldevan de mode-industrie.

Ben ThompsonFoto’s : Van Parys

Van welk van zijn defilés heeft Jean-Paul Gaultier het meest genoten ? ?Ik hou heel veel van de show met de getatoeëerde modellen. Er werd een T-shirt getoond in tule. Het leek of het tatoeages had, maar het waren gewoon prints van bankbiljetten.” Dat zegt Gaultier in verhakkeld Engels, dat hij nog meer radbraakt met zijn Franse tongval.

Gaultier is druk bezig met de opnames voor Eurotrash, een wulps, soms nogal aangebrand programma op Channel 4, dat elke zaterdagavond kijkcijfers haalt waar heel wat programma’s met een betere naam jaloers op zijn. Gaultiers nummertje met de gladde Antoine de Caunes (bekend van Rapido) maakte van beide heren het meest geliefde Franse duo bij het Britse plebs : een perfect voorbeeld van mannelijke vriendschap tussen hetero en homo.

Hoewel Eurotrash zeker de helft van zijn succes te danken heeft aan het onverwoestbare duo Galliërs dat zich te pletter amuseert met de o zo typisch Britse deftigheid, staat Gaultier heel anders tegenover Engeland dan je zou verwachten. Hij kwam er voor het eerst in 1972 (hij was toen 20), en het beviel hem zeer. ?Omdat er veel conservatieve en puriteinse mensen wonen. Als je in zo’n omgeving als bad boy of bad girl door het leven wil gaan, ben je tot het ergste in staat en beleef je daar veel creatieve pret aan. In Parijs moest alles altijd chic of elegant zijn. In Frankrijk trachten dikke meisjes hun lichaam te verhullen. In Engeland lopen ze allemaal sexy gekleed, met zwarte lipstick bijvoorbeeld. Zo van ‘kijk, hier ben ik’. En daar hou ik wel van.”

Gaultier groeide op in een Parijse voorstad, en er wordt beweerd dat hij tamelijk kort gehouden werd. Was dat wel zo ? ?Eigenlijk niet. Mijn ouders waren boekhouders. Maar mijn vader was… ik zou dat niet mogen zeggen, niet echt een goede boekhouder. Daarvoor liep hij te veel met zijn hoofd in de wolken.” Maar ondanks het feit dat papa Gaultier niet zo goed met cijfers kon omgaan, heeft Jean-Paul een gelukkige jeugd gehad. ?Mijn ouders hielden veel van elkaar, en daar ben ik erg blij om. Daaraan heb ik mijn evenwicht te danken.”

Dé sleutelfiguur in Gaultiers familie was zijn bijzondere grootmoeder. ?In feite was zij een gezondbidster. Ze was bovendien goed in masseren, gaf mensen raad inzake lichaamsverzorging en kon aardig overweg met tarotkaarten.” Bij haar thuis was het warmer dan bij zijn ouders, en de jonge Jean-Paul spendeerde een groot deel van zijn jeugd bij oma. ?Ik hoorde wat ze haar klanten vertelde ‘doe je haar anders’ en begon te beseffen dat je met kleding je persoonlijkheid kan uitdrukken.” Gewapend met zijn schetsboek begon hij steeds meer belang te stellen in oma’s recepten. ?Ik schetste de hoofden van de klanten, zoals ze waren en zoals ze zouden moeten zijn.”

Zijn eerste mannequin was een ongelukkige teddybeer. ?Met die teddybeer deed ik alles wat er in die tijd gebeurde. Professor Barnard waagde zich aan de eerste harttransplantaties, dus onderging mijn teddybeer een openhartoperatie. Voor hem maakte ik ook de eerste kegelbeha, want dat had het arme dier nog niet. Toen koning Boudewijn trouwde met Fabiola, in mijn ogen de Charles en Diana uit die tijd, kreeg mijn troeteldier een bruidsjurk aan.” Op grootmoeders televisie mocht de jonge Jean-Paul naar om het even wat kijken, en hij kwam sterk onder de indruk van Marilyn Monroe, de Rolling Stones en de Folies Bergère.

Of hij het moeilijk had op school ? ?Ik wist niet goed hoe je voetbal moest spelen. Bij elke wedstrijd ging altijd gejammer op in de ploeg die mij kreeg toegewezen. Maar ik kon goed tekenen, en daarom werd ik aanvaard.” Amper zes of zeven jaar oud, tekende Gaultier in de klas uit pure verveling een danseresje van de Folies Bergère, met pluimen en al, tot grote ergernis van de lerares. ?Ze wilde mij straffen. Ze speldde de tekening op mijn rug, en zo moest ik alle klassen aflopen, met de bedoeling dat ik me zou schamen. Maar de tekening was zo goed, dat iedereen mij sympathiek vond.”

Jean-Paul Gaultier volgde nooit een academische modeopleiding. Zijn tekeningen hebben hem in het milieu binnengeloodst. Hij zond een selectie naar verscheidene Parijse modehuizen, en op zijn achttiende verjaardag werd hij opgebeld door Pierre Cardin met de vraag of hij zijn assistent wilde worden. Kwam hij dan niet in een bijzonder formele omgeving terecht ? ?Cardin was knotsgek. Bij hem stonden niet veel dingen spijkervast. Daardoor dacht ik dat zo ongeveer alles mogelijk was.” Maar niet overal waar Gaultier ging werken, was men even breed van opvatting. Toen hij bij Jean Patou met rijlaarzen ten tonele verscheen, kreeg hij als opmerking : ‘Straks gaat men je vragen waar je paard gebleven is’, en ze méénden het.

Bij Patou kreeg Gaultier nog een ander aspect van het modeterrorisme te verwerken : een model met een rijgkorset. ?Ik kreeg een schok toen ik het voor de eerste keer zag”, herinnert hij zich nog. ?Het meisje kreeg te horen dat ze te veel had (toont volumineuze borstomtrek). Maar ik vind dat iemand die rond is, dat mag laten zien en iemand die slank is ook. Je hoeft niet beschaamd te zijn voor je eigen lichaam. Ik ben helemaal geen voorstander van het principe dat je om ‘in de mode te zijn’ moet haten wat je eerst zo mooi vond. Je kan toch ook een nieuwe minnaar hebben zonder daarom de andere te haten ?”

Gaultiers samenwerking met Madonna, in het bijzonder de extravagante ontwerpen voor haar Blonde Ambition tournee in 1990, is wereldwijd bekend. Maar is het ook waar dat hij kleren maakte voor Imelda Marcos toen hij op de Filipijnen was in opdracht van Pierre Cardin ?

?Ja, maar toen wist ik niet precies wie ze was. Ze kwam toen terug uit de Verenigde Staten met een hoop geschenken voor haar entourage. Ze gooide alles in een kamer, en dertig mensen begonnen te vechten om een pakje.” In die tijd was Gaultier nog niet opgeleid om pasbeurten te leiden, maar voor de First Lady deed hij het toch. ?Ik bleef maar aandringen : ‘Hier wat hoger, daar ook wat hoger’, en de naaister voerde mijn bevelen uit. Imelda keek bijzonder kwaad, maar durfde geen opmerkingen maken, overtuigd als ze was dat het ook zo gebeurde in Parijs.”

De eerste jaren van het nieuwe decennium waren lastig. Het leek wel of Gaultier zou gaan behoren tot de minst gegeerde categorie, de overblijvertjes van de jaren ’80. Begin 1990 kreeg Gaultier ook een persoonlijk drama te verwerken, toen de partner met wie hij al 15 jaar samen was, overleed aan aids. Maar de uitbundige ontwerper lijkt intussen harder te werken dan ooit. ?Als ik er een seizoen tussenuitknijp en geen nieuwe collectie ontwerp, komen de mensen die voor mij werken in moeilijkheden. Dat is soms een juk op mijn schouders, maar anderzijds is het meeslepend, omdat er altijd nieuwe ideeën zijn die ik wil uitwerken.”

Intussen lijkt Gaultier zich kostelijk te amuseren met zijn bijverdienste in het prikkelende wereldje van de laatavondtelevisie. ?Ik ben geen akteur”, vertelde hij de Caunes toen het Eurotrash-project voor het eerst ter sprake kwam. ?Ik kan alleen mezelf zijn.”

Jean-Paul Gaultier : Mijn eerste mannequin was een ongelukkige teddybeer.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content