STERREN

Een onuitgegeven opname van John Coltrane. Niet zomaar een overschotje, opgeraapt van de spreekwoordelijke studiovloer. Wel een volwaardige sessie uit de archieven van zijn weduwe Alice Coltrane. En wat voor een sessie.

We schrijven februari 1967. De saxofonist heeft zijn klassieke kwartet met pianist McCoy Tyner en drummer Elvin Jones ontbonden. Jimmy Garrison speelt nog altijd contrabas. Maar nu zit Alice Coltrane aan de piano, Rashied Ali aan de drums. Simpele liedjes vormen het materiaal. Hymnes bijna, die zomaar lijken op te wellen. De muziek : pure mystiek, voorbij elke overweging van experiment, techniek, virtuositeit. Coltrane zingt op zijn tenorsax. Korte stukken, gebalder dan de maratonprestaties die men dan van hem gewend is. Bedachtzamer ook. Bespiegelend, maar van een enorme intensiteit. De overgave is hallucinant, de emotie vescheurend. Hij boetseert de noten, versterkt ze met boventonen, op zoek naar iets hogers letterlijk en figuurlijk. Hij is al ongeneeslijk ziek, een half jaar later sterft hij. Men weerstaat niet aan de verleiding om in de elf nu aan het licht gekomen stukken van “Stellar Regions” de pijn van het afscheid en, tegelijk, het verlangen naar de dood te herkennen. Gemakkelijke interpretatie achteraf ? Nee, niet in het geval van de spiritueel bevlogen en religieus gedreven figuur die Coltrane is. “Stellar Regions”, muziek van de loutering. Ook wie Coltranes overtuigingen niet deelt of het niet met zijn muzikale vorm kan vinden, treft ze diep.

* * * * John Coltrane, “Stellar Regions” (Impuls/Mca).

SCHETS

Toen Jeanne Lee onlangs hier was, bleek ze zelf erg verrast dat er opnamen van haar en Ran Blake uit 1966 zouden verschijnen. Een Zweedse fan bleek zomaar een bandopname verkocht te hebben aan Columbia, zonder de zangeres en de pianist te vragen of ze dat wel goed vonden. Wellicht voer voor advokaten. Intussen is “Free Standards” toch ook wel voer voor liefhebbers. De opnamen van Blake en Lee zijn immers veel te dun gezaaid. Het schitterende “The Newest Sound Around” bij RCA uit 1965 en een hernieuwde samenwerking uit 1989 onder de titel “You Stepped Out Of A Cloud” bij Owl, meer niet. Veel te weinig voor dit merkwaardige duo dat alle clichés van de zangeres met pianobegeleiding op de helling zet. Geen nachtklubsfeertje hier, maar een vrije en poëtische benadering van oude en nieuwe songs, zonder franje en vals sentiment, vaak een beetje bizar en onwezenlijk, als in een droom. “Free Standards” biedt afwisselend duetten en soms melige solo’s van Blake, samen met vijfentwintig korte stukken. Wie Jeanne Lee kent van het suksesalbum “After Hours” met Mal Waldron, zal ook hier genieten van haar zachte, ronde, diepe stem. Toch haalt “Free Standards” niet het niveau van het andere werk van Lee met Blake een dokument met mooie momenten, maar in zijn geheel meer een schets in plaats van het echte werk. Terzijde en voor de goede verstaander : Ran Blake en Jeanne Lee waren in de jaren zestig ooit zes maand lang huisartiesten bij de BRT-radio. Ergens in een kast liggen daar nog tapes, een uur of acht, van dit legendarische en zogenaamd bijna nooit opgenomen duo. Daarop klinken ze beter en mag Blake wel op een perfekte piano spelen.

* * Ran Blake & Jeanne Lee, “Free Standards” (Columbia/Sony Music).

SCHOUDER

Pianist Alan Broadbent kent men van zijn rol in Quartet West van bassist Charlie Haden. Met altsaxofonist Gary Foster maakte hij voor Concord in 1993 een erg gesmaakt album met duetjes. Zo kwam er ook weer wat belangstelling voor Broadbents eigen trio, met bassist Putter Smith en drummer Frank Gibson Jr. Op “Pacific Standard Time” stroomlijnen zij elf stukken, meestal bekende standards, tot stijlvolle miniaturen. Broadbent beheerst de bij uitstek klassieke trioformule perfekt, speelt met verbluffende virtuositeit en nog verbazender gemak. Liefhebbers van een fraai stukje tijdloze pianojazz worden hier op hun wenken bediend. Maar wie meer wil, wordt deze keer niet helemaal overtuigd. De dwingende hand van de overigens voortreffelijke arrangeur die Broadbent ook is, klinkt te sterk door in de opbouw, in elk detail. Hier is een pianist aan het werk die over zijn eigen schouder staat mee te kijken. Er zit een vlakke kant aan zijn spel, een zekere afstandelijkheid die hem parten speelt op momenten dat het echt spannend dreigt te worden. Niets wordt overgelaten aan het toeval of aan de ingeving van het moment. Dat was bij Broadbents grote voorbeelden Bud Powell, Lennie Tristano, Bill Evans wel even anders. Een wat frustrerende stijloefening.

– Alan Broadbent, “Pacific Standard Time” (Concord/Baltic).

ROB LEURENTOP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content