LUNATIC

De Newyorker Richard Tabnik speelt altsax. Hij klinkt alsof hij zijn instrument in bijtend zuur heeft gemarineerd, solo’s achterstevoren speelt, in zijn slaap liedjes blaast zoals een ander mens wel eens wil slaapwandelen. Een woelige slaper overigens, die Tabnik.

Ook in minder saaie tijden was hij ongetwijfeld opgevallen als een merkwaardig geval in de marge van de mainstream. In deze keurige dagen wil ik hem des te liever verwelkomen als een lunatic at the edge. De typering komt van een andere saxofonist, Anthony Braxton, en beschrijft de onvervaarde, eigenwijze gek die Braxton, en wij met hem, zo akelig mist in de hedendaagse scène een antidosis tegen de dagelijkse slaapverwekkende portie brave beboppers.

Op “Life at the Core” gaan Tabnik, gitarist Andy Fite, bassist Calvin Hill en drummer Roger Mancuso op verschrikkelijk gespannen voet met elkaar om. Ze spelen in verschillende toonaarden, lopen geregeld een paar maten op elkaar voor of achter, cirkelen voortdurend rond en fladderen weg van en terug naar de vaste beat en het harmonische schema aangegeven door de bewonderenswaardig standvastige Hill. Je merkt het niet meteen, maar dit zijn variaties op “All The Things You Are” en andere klassiekers grotesk, extravagant, gedurfd en zonder enige skrupules. Pure improvizaties die nog een stapje verder gaan dan wat Lennie Tristano, Warne Marsh en Lee Konitz, Tabniks geliefde maîtres à pensée, ooit op dit terrein uitrichtten. De sleutel tot deze fascinerende parafrazes, inventies en dekonstrukties, want traag, toegankelijker en dichter bij de oorspronkelijke melodie blijvend : de spannende spinsels rond “I Surrender Dear” die ons deze saxofonist als een bittere lyricus van het hoogste gehalte reveleren. De extremist in Tabnik hertitelt het stuk meteen in “Dearest”. Minder ver dan de uiterste rand wenst deze lunatic gelukkig niet te gaan.

– Richard Tabnik Quartet, “Life at the Core” (New Artists/Solo Music).

PROPMUZIEK

Trompettist Nicholas Payton zit op de hoesfoto van “From This Moment” op een stoeltje in een weiland, in de verte een boerderij. Een andere jonge trompetspeler, Marcus Printup, koos voor zijn nieuwe album een bank in een besneeuwd stadslandschap. Saxofonist Antonio Hart, ergens op de cover van “It’s All Good”, klom dan weer op het dak van een gebouw, onheilspellende wolkenkrabbers op de achtergrond. Mooie jongens zijn het, figuranten in de enscenering van de moderne jazz. Hun uitstraling is deze van een decorstuk. Niet wat zij spelen, wel nuances in kleding, omgeving en accessoires moeten de verschillende persoonlijkheden van al dat jeugdige talent suggereren. Komt Payton uit het joviale New Orleans ? Alla, dan mag hij wat rustieker op de foto. Een gezellige, ietwat boerse dikkerd vergeleken bij de hard kijkende Printup, duidelijk de eenzame cowboy in de grote stad.

Eens het instrument aan de mond wordt gezet, blijken al deze pogingen tot onderscheid helemaal voor niks. Van een eigen geluid of visie valt bitter weinig te merken. Alledrie de albums hernemen de sound van de sixties op voorbeeldig vlekkeloze wijze. Hart gooit er nog wat sympatieke latin invloeden tegenaan, Payton heeft een mooiere toon en betere sidemen (Mulgrew Miller, Lewis Nash) dan Printup. En allemaal hebben zij een voortreffelijke kleermaker, kapper en stilist in dienst. De volstrekte verwisselbaarheid van deze en tientallen andere, buitengewoon fraai gemaakte en van talent overlopende albums begint intussen behoorlijk op de zenuwen te werken. It’s all good, maar wel allemaal hetzelfde.

In de bordpapieren jazzwereld van vandaag lijkt ook de muziek zelf een accessoire geworden, een prop tussen vele andere. Na de popmuziek, propmuziek en propmuzikanten. De meer dan aardige solo’s van pianist Mulgrew Miller op “From This Moment” illustreren het verschil tussen muziek maken en een rol spelen op pijnlijk duidelijke wijze.

– Nicholas Payton, “From This Moment” (Verve/Polygram). Marcus Printup, “Song For The Beautiful Woman” (Blue Note/EMI). Antonio Hart, “It’s All Good” (Novus/BMG).

OP HET PODIUM

– Aanbevolen : de messcherp uitgetekende pianosolo’s van Jean-Marie Machado, of Bill Evans en Olivier Messiaen in een perkussieve bui. Vrijdag 9 juni in Travers in Brussel (20 u.30).

– Ook nog : het trio van David Kikoski, vaste pianist bij drummer Roy Haynes en auteur van “David Kikoski” (Epicure/Sony Music), met gastsaxofonist Kurt Van Herck op 12 juni in Sounds (Brussel, 21 uur) en op 13 juni in De Muze (Antwerpen, 20 u.30) ; het kwartet van saxofonist David Sanchez (“The Departure” en het gloednieuwe “Sketches of Dreams”, Columbia/Sony Music) met o.a. pianist Brad Mehldau op 15 juni in De Werf (Brugge, 20 u.30).

– Info : Travers, (02) 218.40.86. Sounds, (02) 512.92.50. De Muze, (03) 651.89.52. De Werf, (050) 33.05.29.

ROB LEURENTOP

David Sanchez : jazz met Latin invloeden in Brugge.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content