FONKELEND

De koele alt van Lee Konitz associeer je niet meteen met de klankwereld van Duke Ellington. Blijkt echter dat niemand minder dan Johnny Hodges, Ellingtons meesterlijke altsaxofonist, Konitz’ eerste idool was. En natuurlijk heeft Franz Koglmann, het brein achter “We Thought About Duke”, een erg aparte kijk op het werk van Ellington en zijn handlanger Billy Strayhorn, een minimalistische visie die perfekt past bij het temperament van Konitz. De Oostenrijkse trompettist haalt het ritme onder de stukken van Duke vandaan en gaat als een geduldige kolorist aan de slag met de transparantie en de kleur die Ellingtons orkestrale werk kenmerkten. Hij herschreef, rekonstrueerde Strayhorns “Dirge”, Ellingtons “Ko-Ko”, “Lament for Javanette”, “Love Is In My Heart” en “Zweet Zursday”, en Juan Tizols “Pyramid” voor kleine bezettingen : het Pipe Trio met Koglmann, trombonist Rudolf Huschl en tubaspeler Raoul Herget, en het Monoblue Quartet met Koglmann, rietblazer Tony Coe in de rol van Ellingtons tenorheld Paul Gonsalves, gitarist Burkhardt Stangl en bassist Klaus Koch, telkens met Konitz als gast in een vrije rol. Aan die karige middelen heeft Koglmann genoeg om fonkelende miniaturen te creëren die evenveel aan Gil Evans als aan Ellington doen denken. Het originele repertoire wisselt hij af met de drie deeltjes van zijn eigen, ingetogen Ellingtoniaanse essays die aan dit mooie album zijn naam geven.

– Franz Koglmann, “We Thought About Duke” (hatART/Import).

OP HET RANDJE

Eric Legnini is een van de grote Belgische beloften van het moment, Joe Lovano de ster van de tenorsax. De pianist slaagde erin om de Amerikaan, ondanks zijn vette kontrakt met Blue Note, te strikken voor een genereuze gastverschijning voor het kleine en arme Igloo. Met bassist Philippe Aerts en drummer Félix Simtaine erbij, wordt er vlekkeloos gespeeld op “Rhythm Sphere”. Maar echt klikken, doet het nooit. Legnini kan blijkbaar moeilijk kiezen tussen de robuuste, hardbopachtige aanpak van Joe Hendersons “Inner Urge” en de impressionistische dromerij van zijn eigen “Le Jardin des Sables”. Dat hoeft ook niet, zolang je persoonlijkheid of het karakter van je groep sterker blijken dan het materiaal. Helaas is dat niet het geval. “Rhythm Sphere” lijkt al te vaak op een akademische stijloefening, een staaltje van vrijblijvend estetizeren, vaak op het randje van de gezwollen retoriek. Wat meer ruimte, wat minder noten het had veel goed kunnen maken. Maar er wordt erg gespannen gespeeld, overijverig, alsof elk gaatje onmiddellijk gedicht moet worden met nog een noot, nog een akkoord, weer een aksent. Zorgde de imposante aanwezigheid van Lovano voor te veel druk ? Een gemiste kans. En dat is jammer. Want het titelstuk (een korte pianosolo), een passage hier en een paar maten daar, verraden wel degelijk Legnini’s talent om een melodische lijn te bedenken die je graag opnieuw wil horen.

– Eric Legnini & Joe Lovano, “Rhythm Sphere” (Igloo/AMG).

OP HET PODIUM

– Aanbevolen : HenryThreadgill & Very Very Circus, Vooruit in Gent (24/5) ; Salvatore Bonafede Trio, Travers in Brussel (30 en 31/5).

– Evenement : Sonny Rollins Sextet, Paleis voor Schone Kunsten in Brussel (28/5).

– Ook nog : Defunkt, Botanique in Brussel (25/5) ; Toots Thielemans & Fred Hersch Trio, Botanique in Brussel (26/5).

– Festival : het traditionele Pinksterfestival in Moers, Duitsland (tussen Venlo en Duisburg) op 2, 3, 4 en 5 juni met o.a. Don Moye African Percussion Group, Herbie Hancock Trio, Horace Tapscott Arkestra met ArthurBlythe, Dave Holland solo, Sonny Simmons Trio, Abraham Burton Quartet, Vernon Reid & Rappers, David Murray Tribute to Albert Ayler.

– Info : Vooruit, (09) 223.82.01. Travers, (02) 218.40.86. Paleis voor Schone Kunsten, (02) 507.82.00. Botanique, (02) 218.37.32. Festival in Moers, (00-49) 2841-20.17.22.

ROB LEURENTOP

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content