Door Marc Verachtert / Portret Michel Vaerewijck

Mijn ouders waren eenvoudige mensen. Een bouwvakker en een thuiswerkende vrouw. Ze teelden witloof om wat bij te verdienen en de studies van de kinderen te betalen. Vooral aan de oogsttijd heb ik fijne herinneringen. Het was hard werken, maar vooral een echte familiebezigheid.

Men zegt wel eens dat je om iemand te kennen vier generaties ver moet kijken. Het verklaart wellicht waarom ik ontwikkelingssamenwerking deed in plaats van legerdienst. Mijn vader en grootvader waren beslist avonturiers. Mijn vader wilde piloot worden, mijn opa wou naar Congo. Beiden zijn ze tegengehouden door de oorlog en de armoede.

Na ons huwelijk stapten we in een ontwikkelingsproject in Congo. Mijn vrouw en ik woonden twee jaar in de brousse. Weg van alle luxe, zonder elektriciteit en stromend water. Het lijkt romantisch, maar het was hard. In het droge seizoen was er geen ei, geen banaan, niets om te eten. Toch stapten we later nog in andere projecten in Afrika en altijd vertrokken we zoveel als mogelijk vanuit een sociale dimensie.

“Ga eens in de schoenen van de ander staan” leerde ik van Pater Pierre van Vredeseilanden. Het hielp me onder andere om zakenmensen en politieke leiders beslissingen te laten nemen rond ontwikkelingsbeleid.

Na twintig jaar ontwikkelingssamenwerking had ik het gevoelen alles al eens te hebben gedaan, van werken in het stof tot kantoorwerk in België. De vraag drong zich op : het allemaal nog eens doen of resoluut voor iets anders gaan. Toen zag ik – veeleer toevallig – de vacature van Velt.

Bij Velt kan ik veel vaardigheden gebruiken die ik opdeed in ontwikkelingssamenwerking. Het komt eropaan twaalfduizend leden te stimuleren eco-actief te zijn in eigen huis en tuin en ze door vorming, dialoog en het voorkomen van conflicten allemaal in eenzelfde richting te laten evolueren.

We tellen opnieuw meer leden. Ook jonge. En opvallend veel vrouwen. Het heeft zeker te maken met bezorgdheid voor de toekomst. Iedereen ziet dat het zo niet verder kan met onze voeding, milieu en klimaat. De film van Al Gore heeft daar zeker toe bijgedragen.

Ook de organisatie zelf is aan verjonging toe. De band met onze negentig lokale afdelingen is zeer belangrijk, net als het werken aan een positief imago. Instappen moet gemakkelijker kunnen. We moeten laten zien dat Veltleden milieubewust zijn, maar niet milieuradicaal.

Natuurlijk vloek ik ook als een plaag bezit neemt van mijn groenten of fruit. Er gaat veel werk aan vooraf. Maar soms ligt de fout bij mezelf. Als ik onverteerde compost onderwerk, is er gevaar op aantasting door wortelvliegen. Dat rupsen de kolen kaalvreten, daar kan ik mee leven. Zeker als het rupsen van een koninginnenpage zijn.

Tuinieren heeft veel met schoonheid te maken. Ik kan genieten van mooie groenten, een vogel, een insect. Maar het biedt me ook ontspanning en helpt me mijn hoofd leeg te maken, zodat het nadien eens zo helder is om bijvoorbeeld een dossier te analyseren of te schrijven.

Onze tuin is er ook voor de opbrengst. We proberen de oogst te spreiden, maar soms is het zweten. Zeker als er bijvoorbeeld een veldje spinazie dreigt door te schieten. Dan moet het vooruitgaan : oogsten, blancheren en invriezen. Koken doen we allemaal in ons gezin. Ieder heeft zijn specialiteit.

Mijn fijnste tuinervaring gaat terug tot het moment dat onze jongste zoon drie maanden was. Hij maakte zijn overstap naar vaste voeding. In de tuin lieten we hem proeven van een vers geplukte framboos. Hij genoot er ten volle van en vindt frambozen nog steeds het lekkerste wat er is. Door Marc Verachtert / Portret Michel Vaerewijck

Jan Vanoppen is directeur van Velt vzw, Vereniging voor Ecologisch Leven en Tuinieren.

In juni zet Velt ecologische tuinen in de kijker en publiceert het een ‘Siertuinboek’ met daarin alle mogelijke tips voor de aanleg en onderhoud van een ecologische tuin. Intekenen kan via de site.

Info : 03 281 74 75 of www.velt.be

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content