Een tournee met dEUS, optredens in Amerikaanse steden en passages op Werchter en Pukkelpop – de garagerock van The Black Box Revelation, een duo uit de Brusselse rand, streek onlangs terecht de MIA-Award voor de doorbraak van 2008 op.

Jan (19) : “We zitten er te dicht op om stil te staan bij het succes. Op Werchter ging dat maar even door mijn hoofd. We amuseren ons natuurlijk te pletter, maar we hebben er wel voor gewerkt, vind ik. Je hebt geluk nodig en je moet de juiste mensen ontmoeten, maar live moet je het met zijn tweeën waarmaken. Als er op een buitenlands concert maar een handvol mensen opdaagt, sta je ook meteen met beide voeten op de grond. Bekendheid is relatief.”

Dries (17) : “Ik denk niet dat het te snel gaat. We werden twee jaar geleden tweede op de Rock Rally, en we leren uit alles wat we nu doen. De Belgische top bereiken en een vaste waarde worden, is ook moeilijk. Er zijn genoeg eendagsvliegen.”

Jan : “In het buitenland is ons debuutalbum Set Your Head on Fire ( uit 2007) ook maar net uit. Maar ik durf wel al van grote buitenlandse festivals te dromen. Als we er niet klaar voor waren, zou dit ons trouwens niet overkomen. Een beetje spanning mag wel. Laat het dus maar komen, zolang het tof en plezant is.”

Dries : “We moeten alle kansen grijpen. Als we uitgenodigd worden om te spelen in Zwitserland, dan moeten we dat gewoon doen. Ik ben in mijn vierde jaar humanoria overgeschakeld op een leercontract fotografie en ik denk na over mijn toekomst, maar nu komt de band op de eerste plaats.”

Jan : “Ik heb na mijn humanoria nog een opleiding grafisch ontwerp en het eerste jaar kunstwetenschappen geprobeerd, en dat viel gewoon niet te combineren met de groep. Maar we hebben ook altijd gezegd : we mikken hoog. We gaan niet voor jaren in jeugdhuizen in Brussel spelen. Maar we proberen de zaken wel te spreiden. Zo hebben we vorige maand in de Londense Studio Konk van Ray Davies al nummers opgenomen voor de tweede plaat. Daardoor kunnen we nu veel live spelen, en hoeven we straks niet alles in een keer op te nemen.”

Dries : “Jan en ik waren al bevriend toen ik tien jaar was. Hij heeft een broer van mijn leeftijd en dus kwam ik vaak bij hen over de vloer in Dilbeek. We zaten ook samen in de Chiro, en binnen de twee jaar zijn we samen muziek beginnen te maken. Maar dat was heel anders. We waren met zijn vieren en we speelden voor het plezier.”

Jan : “Uiteindelijk zijn we met tweeën verder gegaan, want met Dries klikte het gewoon. In onze vrije tijd gaan we nu minder vaak samen uit, maar hij is de enige die ik op reis 24 uur op 24 kan verdragen.”

Dries : “We kunnen niet langer dan vijf minuten vies zijn op elkaar, dat is een voordeel.”

Jan : “We hebben een grote mond, maar we kunnen er snel om lachen. En doorflippen op iets groots als Werchter, vijf minuten voor je op moet, dat stimuleert de adrenaline.”

Jan : “Onze leeftijd is bijzaak. In de studio maakt onze producer Mario Goossens er weleens een compliment over, maar we willen onze groep daar niet mee aan de man brengen. Ik droom ervan dat mensen eerst onze muziek horen, en dan pas ontdekken wie we zijn. Een goed teken is toch dat er op concerten altijd veertigers en vijftigers in de zaal zijn, vooral achteraan dan. We horen dat de vette, rauwe sound hen doet denken aan The Stooges, de Pixies en andere bands uit hun jeugd.”

Dries : “Weet je nog die twee mensen in Hamburg ? Die kwamen uren voor het concert onze handtekeningen vragen, helemaal gebeten ( lacht).”

Jan : “Ik weet eigenlijk niet welk publiek het moeilijkst is. Ouderen zijn misschien kritischer, maar jongeren oordelen harder.”

Jan : “Dries in twee woorden ? Jong, onervaren en totaal naïef ( lacht). Nee, hij is gewoon luidruchtig en een beetje zot. Hij kan rustig en serieus zijn, maar op optredens leeft hij zich echt uit. Misschien moet hij wat op zijn grenzen letten, Dries kan blijven gaan. Maar ik voel me niet verantwoordelijk voor hem omdat ik iets ouder ben. Daarvoor zijn er andere mensen in zijn leven.”

Dries : “Ik heb altijd oudere vrienden gehad. En ik weet ook dat de groep er niet altijd zal zijn. Dankzij mijn drumlessen zal ik dan wel andere dingen in de muziek kunnen doen, en zo niet kan ik op de fotografie terugvallen.”

Jan : “We praten daar niet over, maar een band kan niet eeuwig meegaan. Daar ben ik realistisch in, zeker gezien onze leeftijd. Ik denk er nu totaal niet aan, maar zo’n singer-songwriter als Tom Waits, ja, die wil ik ooit misschien wel achterna.”

Dries : “Ik heb dat helemaal niet. Een drummer is een groepsmens. Live stoort het me ook niet dat Jan de aandacht naar zich toe zuigt.”

Jan : “Zo interessant ben ik niet. Dries is veel leuker om naar te kijken – hoe die tekeergaat.”

Jan : “De meeste nummers ontstaan bij mij thuis. Ik neem er een demo op met de gitaar en een vaag idee van de zanglijn, en dan proberen we er in de garage bij Dries in Schepdaal een geheel van te maken. We proberen verschillende dingen, spelen met de structuur en dan beslissen we wat het beste werkt.”

Dries : “Of een nummer ontstaat bij een soundcheck : Jan probeert een idee uit, en ik val maar in. Meestal heb ik het niet eens in de gaten. Dat zal wel een cover zijn, denk ik dan, want Jan is een encyclopedie wat muziek betreft.”

Jan : “Meestal ben je nogal categoriek. Of is het supergoed, of we smijten het meteen weg.”

Dries : “Ik zeg wat ik denk, maar ik geef nooit commentaar op de teksten – dat is niet mijn terrein. Wie weet schrijf ik zelf nog weleens een nummer, maar ik denk niet dat ik er veel talent voor heb.”

Jan : “Voor de teksten werk ik nu samen met B.J. Scott. Dat helpt me enorm om ideeën te verwoorden, want als Amerikaanse is haar woordenschat groter dan de mijne. Ze gaf me voor de eerste plaat al zangtraining en nu leest ze mijn teksten na. Die zijn altijd gebaseerd op dingen die ik meemaak of voel, maar ik geef me er niet echt bloot in.”

Dries : “Ik kan me niet voorstellen met meer volk op het podium te staan. In de studio heb je wel andere muzikanten nodig, niemand wil thuis alleen een gitaar en drums horen. Maar live ? Dat zou raar zijn. Het is geen koppigheid of zo, we missen gewoon niks.”

Jan : “We spelen ook al zó lang samen – een nieuw groepslid zou een indringer lijken. En voor de chemie moeten we het niet doen. Dries en ik peppen elkaar op, de een drijft de ander. Daar stokt het meestal ook bij een minder optreden. Dan zoeken we niet genoeg contact en zijn we te veel met onszelf bezig. Of er is een technisch probleem. Alles wat kapot kan gaan, hebben we al kapot gekregen.”

Dries : “Optredens zijn nooit strak geregisseerd. We spelen vooral op gevoel, niemand heeft de leiding. Ik vergis me ook nog bij het drummen omdat ik vergeet te tellen. Ik heb dan wel zes jaar muziekschool gelopen, dat was niks voor mij.”

Jan : “In Londen hebben we vorige maand geweldige opnamen verknald omdat we er te hard in opgingen. Ik evengoed, want ik heb niet eens notenleer gehad. Mijn dertig gitaarlessen kreeg ik trouwens van Kloot per W, een linkshandige. We konden nu de rockopleiding van de PHL in Hasselt volgen, maar ik heb die bagage liever niet. Dan zouden we vast voorzichtiger zijn en de regels van het boekje volgen.”

The Black Box Revelation speelt volgende week op South by Southwest in Texas, Amerika’s bekendste alternatieve festival. Daarna volgen een tournee in Frankrijk met Ghinzu en optredens door Europa. Een nieuwe single wordt eind april verwacht, een tweede album in oktober.

Info : www.blackboxrevelation.com

Door Wim Denolf . Foto’s Saskia Vanderstichele

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content