Het waren de dagen van de feesten en van de zomer. Ik liep op een trottoir en zij liep voor me uit, met van die teenslippers die bij elke stap tegen haar voetzool klepperden. Nu zijn woorden als klepperen en voetzool niet bijzonder sexy, maar dat was de rest van haar verschijning wel. Donkere haren reikten tot haar lendenwervels, L2 of L3 zou een rugdokter wellicht zeggen. Ze had slanke armen en het soort hals waarvoor doorheen de geschiedenis van de mens veelvuldig gemoord is. Haar benen schemerden door een lange zwarte rok, vervaardigd uit het doorzichtige soort stof waarvan klamboes gemaakt zijn. Zo trok zij meer aandacht dan wanneer zij zich in hotpants door het stadscentrum zou hebben voortbewogen. Zij verstond de kracht van het suggestieve en van de onthouding. Er is weinig dat wij spannender vinden dan toch proberen te zien wat doel- bewust aan ons oog wordt onttrokken.

Het waren de dagen van de mislukte taxshift, maar daar scheen deze jonge vrouw geen last van te ondervinden. Zij zag er te gezond uit om woorden als accijnzen in de mond te nemen, of namen als Gwendolyn Rutten. Toen ze voorbij de etalage van een leegstaande winkel schreed, die door zijn duisternis dienstdeed als levensgrote spiegel, zag ik hoe ze opzij keek, de rug nog wat rechtte en haar zonnebril omhoogschoof. Wat ze zag, beviel haar klaarblijkelijk. Het beviel ook de mannen die haar zo gretig nastaarden dat ze haast in de muil van hun vuilniskar vielen. Ze streek een lok weg van haar voorhoofd ; ik zag hoe een glimlachje nauwelijks merkbaar om haar mondhoeken krulde. Het ging niet om ons, het ging om haarzelf natuurlijk. Zij was een luipaard die zich voedde met bewonderende blikken. Waar zij voorbijschreed, mocht geen steen onberoerd blijven liggen op een andere.

Bij wijze van anticlimax stapte zij toen plots een groezelig appartementsgebouw binnen, dat volgens afgebladderde letters naar de naam Ibiza luisterde. Waarom zijn het altijd zulke dingen, en bijvoorbeeld nooit Instituut ter Versoepeling van Weerbarstig Karma ? Het lampje van een lift gloeide op. Even wemelde er nog iets, als in de schemerige dieptes van een aquarium. Toen verdween zij voorgoed uit het zicht en liet mij achter met gedachten aan teenslippers. Zoveel mensen schijnen daar plezier aan te ondervinden. Ze zijn een statement van vrijheid, terwijl ik het altijd ondingen heb gevonden die tussen de tenen knellen. Misschien wordt het tijd om mijn tussenteense huid te trainen en zo wat bakens te verzetten. Op mijn bucket list, mocht ik zulk prul al hebben, staat 1) nog eens in een roestbruine Daf 33 rijden, 2) met een kleine uitvinding de grote wereld veroveren en 3) eindelijk teenslippers leren dragen. Het zou een grote stap voor mij zijn, zij het een kleine voor de mensheid.

Enigszins verweesd zette ik mijn voettocht voort, langs de Wasbar die werd overgelaten. Langs de modelbouwwinkel, waarvan de eigenaar op het laatst in arren moede tussen de dozen met pantserkruisers en duikbommenwerpers had geslapen. Op het trottoir lag een klodder cocktailsaus waarin je met wat fantasie een kapot poppetje kon ontwaren. Ik dacht aan zomers en aan feesten die reeds lang waren vergeten. Ik dacht aan Vjatsjeslav Molotov, aan Eddy Wally, aan Lemmy van Motörhead en aan Rik Van Cauwelaert.

Ergens schraapte er iets in de verte, klaaglijke geluiden van afbraakwerken en machines die aan de wereld van morgen bouwden. Ik dacht aan huizen en zwembaden die ik had gekend en die nu gesloopt waren.

De toekomst bestaat uit appartementsgebouwen met vissenogen en uit mooie, almaar jonger wordende vrouwen.

Zij zijn zoals april – wat volgens kenners de wreedste maand is.

jp.mulders@skynet.be

Jean-Paul Mulders

Ze had slanke armen en het soort hals waarvoor doorheen de geschiedenis veelvuldig gemoord is

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content