Tessa Vermeiren
Tessa Vermeiren Tessa Vermeiren is voormalig hoofdredactrice van Knack Weekend

Neuken doe je zo. Het was een Nederlandse televisiereeks voor tieners. De lichamelijke liefde werd er gereduceerd tot sportieve technieken, handelswaar, vakkennis. Verandert de liefde met de tijd ? Dat zat ik mij af te vragen toen een hoer, die sociale promotie had gemaakt, de presentatrice en tegelijk haar jonge vrouwelijke kijkers leerde hoe ze zichzelf het voordeligst konden verkopen via callgirltechnieken. Altijd de juiste tas met de juiste attributen : van naaldhakken tot condoom en vooral de theelichtjes voor op de rand van het bad, en niet te vergeten : de massageolie. Het ging achteraf gezien misschien helemaal niet over liefde. Beetje naĆÆef om dat te denken. Misschien ging het alleen maar over vrijetijdsbesteding, prestatiesport.

Precies op het moment dat die kijk op de zaak op jongelui wordt losgelaten, verschijnen twee boekjes van oudere dames over de liefde in hun leven. Twee heel verschillende vrouwen : de koele, intellectualistische dichter Christine D’haen en de gepassioneerde columniste Cri Stellweg. Wat is de liefde aan het eind van zo’n lange levensweg ? Die liefde die altijd hitsig begint. Als ze al overleeft, hoe kijkt een mens daar dan op terug ?

De vrouwen zijn allebei in het eerste kwartaal van vorige eeuw geboren. Geen van beiden waren ze het type dat keurig in de rij liep. Christine D’haen kijkt in Het Huwelijk (uitg. Meulenhoff) op een afstandelijke manier naar haar lange leven met een man, van wie ze denkt dat het “Voor hem pijnlijk en slecht te aanvaarden was naast een vrouw te leven die hem ontging.” Trouwen beschrijft ze als “… het kruis van de wereld op de schouders nemen (…) deelnemen aan de last en het lijden die het kost, de wereld te maken.”

Zwaarmoedig, ontgoocheld, verbitterd, maar trouw. Boven alles trouw. Oud worden in het besef dat je zowat alles verkeerd hebt gedaan, voor jezelf, voor man en kinderen en toch pas aan het eind van je leven die bekentenis neerschrijven : het was niet wat ik dacht dat het zou worden.

Daarnaast is Ik maak je een graf van letters (uitg. Cossee) van Cri Stellweg een feest. Een monumentje voor een overleden levensgezel. Een lofzang op de zinnelijke liefde, een lofzang op het leven, dat mƩt het aanwezige verdriet kan doorgaan na de dood van de geliefde omdat er zoveel passie en tederheid is geweest. Zoveel om mild op terug te kijken, zoveel om te herinneren, zoveel om in kleine herdenkingsrituelen te gieten. Zo viert ze elke verjaardag van hun eerste ontmoeting in een restaurant waar ze samen graag kwamen. Nu doet ze dat met een vriend of een kind en ze praten over hem. Ze verbrandt zijn liefdesbrieven ƩƩn voor ƩƩn, ze zijn niet voor andere ogen bestemd. Op de plaats waar ze de as begroef, vindt ze een jaar later vergeet-me-nietjes. Het verdriet om de afwezigheid kan worden verdrongen door het leven, omdat er ook tussen hen zoveel leven was.

Op een dag wordt de oude dame van 71 overvallen door een plotselinge verliefdheid. “Aansteller”, denkt ze eerst als die even oude man haar het hof maakt. Maar gaandeweg wil ze weer klein en lief worden, “een beetje dommig-sprakeloos lief, lief zoals mannen dat zo graag zien”. En ze is blij met de “lang niet meer gekende, maar blij herkende warmte”.

Zinnelijkheid ? De mooiste beschrijving daarvan bij Cri Stellweg is het moment waarop ze in 1944 als vrouw van 21 haar vriend wast met een versleten washandje en Sunlight-zeep, nadat hij uitgeput is komen aangestrompeld uit gruwelijke oorlogsscĆØnes. Van daar naar de tedere beschrijving van de tenen van haar stervende man is een leven lang. Maar alles wat liefde is, ligt daartussen besloten.

Twee vrouwen, twee levens. Het ene zwaarmoedig, gecompliceerd, het andere rechtlijnig en vitaal. Voor allebei heeft de liefde een grote rol gespeeld. Zou die liefde veranderd zijn in de loop der tijden ?

TESSA VERMEIREN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content