Van 29 september tot 9 oktober is het Week van de Fair Trade. Een doekje voor het bloeden ? Iets waarmee het Westen zijn geweten sust ? Meer dan dat : wat wij hier kopen, verandert écht levens aan de andere kant van de wereld. Mensen worden er beter van, getuige ons bezoek aan de Dominicaanse Republiek.

In de jaren stillekes ging het traag en voorzichtig, met nu en dan een cadeautje uit de Oxfam-Wereldwinkel. In ’89 dook Max Havelaar op in Nederland, in ’91 in België. En geleidelijk ontstond er een lawine. Aanvankelijk was er alleen koffie. Vandaar de naam : Max Havelaar is de titel van de roman die Multatuli schreef als aanklacht tegen de uitbuiting, in de tijd dat Indonesië een Nederlandse kolonie was met vooral koffieplantages. Maar wat met koffie begon, evolueerde snel : in ’95 waren er in België al vijftien producten met een Max Havelaarstempel, en vandaag zijn er 21 productcategorieën, waaronder rietsuiker en chocolade, fruit en fruitsap, wijn, thee…

In ’97 ontstond de FLO (Fairtrade Labelling Organizations International), een internationale koepel die fair trade – eerlijke handel tussen rijke westerse landen en derdewereldlanden – van het alternatieve circuit overhevelde naar de reguliere economie. Sindsdien zijn die producten niet meer uitsluitend te koop in Wereldwinkels en speciaalzaken, maar in alle supermarkten, op Aldi na. In België zijn Delhaize, Carrefour, Colruyt en Lidl samen goed voor 60 procent van de fair trade. Is Oxfam nu overbodig geworden ?

“Zeker niet”, zegt Johan Declercq, verantwoordelijke producer relations van Max Havelaar België. “Oxfam en aanverwanten hebben het concept in de helft van de vorige eeuw ontwikkeld onder het motto trade not aid. In België zijn er nu al meer dan duizend fair-tradeproducten met het Max Havelaarkeurmerk. Niet alleen voeding zoals fruit en ijsjes, maar ook katoen en rozen. Fair trade is inderdaad wijdverbreid. Eén op de drie gezinnen koopt geregeld dergelijke producten, en elk Belgisch gezin besteedt jaarlijks gemiddeld 22 euro aan eerlijke producten. Toch blijven de ruim tweehonderd Oxfam-Wereldwinkels in België belangrijk. Er zijn zeven- à achtduizend vrijwilligers in actief, en de winkels zijn zeer zichtbaar in het straatbeeld. Qua sensibilisering kan dat tellen.

IJsjes of rozen van het merk Max Havelaar ?

Johan Declercq : Max Havelaar is géén merk, Max Havelaar verkoopt niets. De organisatie Max Havelaar controleert. Het is een keurmerk, een waarborg. Het logo op de verpakking garandeert dat een product voldoet aan zeer strenge normen. Er gaan vier tot acht maanden overheen om het certificaat te verkrijgen. Toch hebben we al 850 producentenorganisaties in zestig landen. En wij zoeken hén niet, zij zoeken óns. Waarom ? Omdat ze een gegarandeerde minimumprijs voor hun koopwaar krijgen, plus een extra fair-tradepremie. Dat geld besteden ze aan zaken die zijzelf belangrijk vinden en die de hele gemeenschap ten goede komen, meestal onderwijs en gezondheidszorg. De boeren zijn dus niet alleen zeker van een inkomen, ze kunnen ook plannen maken en investeren in de toekomst.

Is fair trade duurder ?

Soms duurder, soms goedkoper. Max Havelaar bepaalt de prijzen aan de kassa niet. Dat doen de merken en de winkels. Max Havelaar waakt over de prijs die de boeren krijgen.

Is Max Havelaar dan geen soort van Sinterklaas ?

Absoluut niet. Er is geen sprake van liefdadigheid. Boeren krijgen geen aalmoes maar een rechtvaardige prijs, op voorwaarde dat ze geen bodem of water vervuilen, en dat er geen mensen worden uitgebuit. Dàt kun je eisen, als je goed betaalt. Daartegenover staat dat je ze garandeert dat hun producten een plek in de westerse supermarkten krijgen als ze zich aan de voorwaarden houden.

Wordt dat gecontroleerd ?

Uiteraard. Geloofwaardigheid staat of valt met controle. Alle schakels van de ketting worden nauwkeurig gevolgd en geëvalueerd, van de boer tot de winkel. Wie niet voldoet, is het keurmerk onverbiddelijk kwijt.

Is het geen nieuwe vorm van kolonisatie ? Het rijke Noorden dat het arme Zuiden de levieten leest ?

Wij leggen inderdaad regels en normen op, maar we geven ook waarborgen, financiële waarborgen. Voor cacao krijgen boeren nu 3000 dollar per ton. Dertien jaar geleden was dat amper 1300 dollar. Ze krijgen de marktprijs, en die ligt gelukkig momenteel erg hoog, maar er is een gewaarborgde minimumprijs van 1600 dollar per ton, waaronder de prijs aan de boeren niet kan zakken, zodat minstens hun productiekosten betaald worden. En bovenop krijgen ze die premies, waarmee al heel veel is gerealiseerd : wegen, bruggen, kerken, scholen, ziekenhuizen.

Is fair trade ook bio ?

Niet noodzakelijk. Het fair-tradesysteem heeft als hoofddoel derdewereldlanden toegang te verlenen tot onze markt. Bio wordt gestimuleerd maar niet geëist. The dirty dozen, het allersmerigste chemische spul, is wereldwijd verboden. Andere pesticiden mogen de boeren wel gebruiken, maar we proberen ze bij te scholen, en we zien vooruitgang. Vroeger werden bijvoorbeeld veel bananenplantages besproeid met vliegtuigen, nu per helikopter, en vijf tot tien keer minder per jaar. Het verschil ? Vanuit een helikopter kun je plaatselijk en gerichter werken. Vliegtuigen besproeien niet alleen de bomen, maar zonder enig onderscheid ook de tuin van de buren, de kinderen die er spelen, de rivieren…

Koop lokaal, is een van de basisregels van milieubewust leven. Oké : sommige dingen groeien alleen maar in verre landen, zoals bananen, koffie en cacao. Maar wat met rozen uit Kenia ? Zulke overgevlogen rozen hebben toch een gigantische ecologische voet-afdruk ?

Rozen uit Nederland vervuilen het milieu vijf tot zes keer meer dan die uit Kenia. In Nederland moeten serres verwarmd en verlicht worden, in Kenia schijnt de zon gratis en voor niks. De meeste fair-tradegoederen komen ook niet per vliegtuig maar per schip naar Europa, en dat scheelt een stuk.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content